De beslissing om de buitenschoolse opvang (BSO) te sluiten is grotendeels bepaald door maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus. Het kabinet heeft meerdere malen aangekondigd dat de BSO niet volledig heropent, maar wel noodopvang beschikbaar blijft voor kinderen van ouders met cruciale beroepen en kinderen in een kwetsbare positie. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige situatie, de redenen achter de beslissing, de gevolgen voor ouders en kinderopvangorganisaties, en de beschikbare alternatieven.
Huidige situatie
De buitenschoolse opvang blijft gesloten sinds meerdere maanden, sinds de invoering van coronamaatregelen. Deze maatregelen zijn genomen om de verspreiding van het virus te beheersen. Het kabinet heeft meerdere keren besloten om de BSO te sluiten, het laatste besluit dateert van begin januari 2022. De BSO blijft slechts open voor noodopvang, wat betekent dat de opvang voor de meeste ouders niet beschikbaar is, behalve voor diegenen die in een cruciale sector werken of een kwetsbaar kind hebben.
Volgens de besluiten is het nog onverantwoord om de BSO volledig te heropenen. De groepen in de BSO zijn niet gelijk aan de groepen op school, wat leidt tot extra contacten tussen kinderen van verschillende scholen. Dit kan een risico vormen voor de verspreiding van het virus. De beslissing is genomen op advies van het Outbreak Management Team (OMT), dat op basis van de huidige epidemiologische situatie heeft bepaald dat extra maatregelen nodig zijn.
Redenen voor de sluiting
De sluiting van de BSO is niet genomen zonder overweging. De beslissing is grotendeels bepaald door de hoge besmettelijkheid van de omikron-variant, die zich snel verspreidt. Daarnaast zijn er ook zorgen over de druk op het ziekenhuisbestel, wat een reden is om de verspreiding van het virus zo veel mogelijk te beperken.
Een belangrijke overweging is dat de BSO's groepen vormen die los staan van de groepen op school. In de school is er sprake van relatief gesloten groepen, terwijl in de BSO kinderen uit verschillende klassen elkaar ontmoeten. Dit vergroot het aantal contacten en daarmee ook het risico op besmetting. Het OMT heeft daarom geadviseerd om de BSO te sluiten om het aantal besmettingen onder kinderen te beperken.
Bovendien is er ook rekening gehouden met de lage besmettingsgraad bij kinderen jonger dan 4 jaar. De kinderdagopvang en gastouderopvang blijven daarom open, aangezien het risico op ziekteverwekker hier lager is. De gastouderopvang is bovendien kleinschalig en flexibel, wat het geschikt maakt om te blijven functioneren in deze periode.
Gevolgen voor ouders
De sluiting van de BSO heeft duidelijke gevolgen voor ouders, vooral voor diegenen die verder afhankelijk zijn van buitenschoolse opvang. Ouders met een niet-cruciaal beroep kunnen geen gebruik meer maken van de reguliere opvang, wat betekent dat ze hun kinderen thuis moeten houden of een andere oplossing moeten zoeken. Dit kan leiden tot extra druk op de werkgelegenheid, vooral bij ouders die vanuit huis werken of weinig flexibiliteit in hun werk hebben.
Ouders zijn gevraagd om de rekening van de BSO door te betalen, ook al is de opvang gesloten. De overheid stelt hiervoor een tegemoetkoming beschikbaar, die de eigen bijdrage benadert. Dit maatregel is bedoeld om de financiële druk op ouders te verlichten. Meer informatie over de tegemoetkoming en de noodopvang is beschikbaar via de website van de Rijksoverheid.
Ondanks de sluiting van de BSO zijn de meeste ouders blij dat de scholen weer open zijn. Volgens directeur Emmeline Bijlsma van de Brancheorganisatie Kinderopvang is de vraag naar de opvang al groot, maar verwacht ze niet dat het gebruik van de noodopvang enorm zal toenemen. Ze stelt dat de bezetting van de opvang momenteel rond de 42 procent van de reguliere bezetting ligt en verwacht dat dit naar 50 procent zal stijgen, maar verder niet. Deze verwachting is gebaseerd op ervaringen uit eerdere lockdownperiodes en het huidige aanbod van noodopvang.
Gevolgen voor kinderopvangorganisaties
De sluiting van de BSO heeft ook gevolgen voor kinderopvangorganisaties. Aangezien de BSO nu alleen beschikbaar is voor noodopvang, moeten opvangorganisaties hun capaciteit aanpassen. De vraag naar noodopvang is echter beperkt, wat betekent dat er minder druk is op de organisaties dan in eerdere perioden.
Directeur Emmeline Bijlsma van de Brancheorganisatie Kinderopvang stelt dat de organisaties wel rekening houden met de verwachting dat er ouders zijn die in de problemen denken te komen door het ontbreken van de BSO. Ze benadrukt echter dat de opening van de scholen en de kinderdagverblijven veel blijdschap heeft veroorzaakt, vooral omdat jonge kinderen een uitkomst bieden voor ouders die vanuit huis werken.
Er is ook sprake van begrip van ouders voor de situatie. Directeur Lobke Vlaming van Ouders en Onderwijs benadrukt dat de huidige situatie, waarin er helemaal geen opvang beschikbaar is, een stap vooruit is ten opzichte van eerdere perioden. Ze verwacht dat ouders blij zullen zijn met de opening van de scholen en het feit dat kinderen vijf dagen per week naar school kunnen.
Noodopvang
De noodopvang is opgesteld voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep en kinderen in een kwetsbare positie. De noodopvang is een tijdelijke oplossing die is ingericht om ouders in de cruciale sector te ondersteunen, zodat zij hun werk kunnen blijven doen. De noodopvang volgt de bestaande maatregelen en richtlijnen voor de opvang, zoals afstand houden en het gebruik van mondkapjes.
Ouders met een cruciaal beroep kunnen beroep doen op de noodopvang, mits ze een contract hebben met een kinderopvangorganisatie. De noodopvang is beschikbaar op contractdagen, wat betekent dat ouders in principe alleen noodopvang kunnen aanvragen op dagen die normaal gesproken gereserveerd zijn voor de reguliere opvang. Uitzonderingen zijn mogelijk voor zorgpersoneel en kinderen in een kwetsbare positie, waarbij opvangorganisaties worden uitgenodigd om ruimhartig tegemoet te treden.
Het kabinet benadrukt dat de noodopvang een belangrijke rol speelt in de ondersteuning van de maatschappelijke functies. De noodopvang is ingericht zodat ouders in cruciale sectoren hun werk kunnen blijven doen, waardoor de maatschappelijke ketens niet worden verstoord.
Toekomstige maatregelen
Het kabinet heeft aangekondigd dat het streven is om het onderwijs en de BSO per 10 januari weer open te laten gaan. Dit is een indicatie dat de huidige maatregelen tijdelijk zijn en mogelijk worden aangepast op basis van de epidemiologische situatie. Het kabinet benadrukt dat de beslissingen op het moment van invoering zijn genomen in het licht van de toenmalige situatie en dat de maatregelen terecht zijn als ze verder leiden tot een verbetering van de situatie.
Ondertussen is er ook sprake van een drukte op het onderwijspersoneel. Schoolleiders, leerkrachten en onderwijsondersteuners worden extra belast door de noodopvang. Deze extra eisen worden geplaatst in een periode waarin het onderwijspersoneel al intensief gewerkt heeft. De AVS en andere onderwijsorganisaties hebben hierover hun bezorgdheid uitgesproken en benadrukken dat het belangrijk is om de maatregelen zorgvuldig te beoordelen.
Samenvatting van de maatregelen
De maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus hebben geleid tot de sluiting van de buitenschoolse opvang. De beslissing is genomen op advies van het Outbreak Management Team, dat heeft bepaald dat het nog onverantwoord is om de BSO volledig te heropenen. De sluiting van de BSO is tijdelijk en kan worden aangepast op basis van de epidemiologische situatie.
De noodopvang blijft beschikbaar voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep en kinderen in een kwetsbare positie. Ouders zijn gevraagd om de rekening van de BSO door te betalen, ook al is de opvang gesloten. De overheid stelt hiervoor een tegemoetkoming beschikbaar om de financiële druk op ouders te verlichten.
De meeste ouders zijn blij met de opening van de scholen en de kinderdagverblijven, aangezien jonge kinderen een uitkomst bieden voor ouders die vanuit huis werken. De vraag naar de noodopvang is beperkt, wat betekent dat er minder druk is op de opvangorganisaties dan in eerdere perioden.
Conclusie
De beslissing om de buitenschoolse opvang te sluiten is genomen in het licht van de huidige epidemiologische situatie. De sluiting van de BSO is een tijdelijke maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beheersen. De noodopvang blijft beschikbaar voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep en kinderen in een kwetsbare positie. Ouders zijn gevraagd om de rekening van de BSO door te betalen, wat wordt gecompenseerd door een tegemoetkoming van de overheid.
De sluiting van de BSO heeft gevolgen voor ouders en kinderopvangorganisaties, maar de meeste ouders zijn blij met de opening van de scholen en de kinderdagverblijven. De noodopvang is een tijdelijke oplossing die de maatschappelijke functies ondersteunt en ouders in cruciale sectoren helpt om hun werk te blijven doen.
Het kabinet benadrukt dat de maatregelen tijdelijk zijn en mogelijk worden aangepast op basis van de epidemiologische situatie. De huidige maatregelen zijn genomen in het licht van de toenmalige situatie en worden beoordeeld op hun effectiviteit en noodzaak. De huidige maatregelen zijn een poging om de verspreiding van het coronavirus te beheersen en de maatschappelijke ketens te beschermen.