De buitenschoolse opvang (BSO) speelt een belangrijke rol in het leven van kinderen die naar school gaan. Het zorgt voor betrouwbare opvang buiten schooltijden en in de vakanties, zodat ouders zich gerust kunnen uitsluiten voor werk of andere verantwoordelijkheden. Voor deze opvang kan de overheid ondersteuning bieden via de kinderopvangtoeslag. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de voorwaarden, het aanvragen van de toeslag, en de financiële details die ouders in 2026 belangrijk kunnen vinden.
Wat is de kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang?
De kinderopvangtoeslag is een maandelijkse bijdrage van de overheid die bedoeld is om ouders te stimuleren om te werken. Deze toeslag wordt verstrekt voor kinderen die geregistreerde kinderopvang gebruiken, inclusief buitenschoolse opvang. Voor buitenschoolse opvang (BSO) wordt de toeslag betaald voor opvang buiten schooltijden en vakantieperiodes. Deze opvang kan bijvoorbeeld op schoollocaties, bij gastouders of op andere locaties plaatsvinden. De voorschoolse en naschoolse opvang (VSO en NSO) vallen ook onder de BSO.
De kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang is bedoeld voor kinderen die naar school gaan. De opvang is beschikbaar tot de 1e dag van de maand waarin het kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Daarna is het niet langer mogelijk om kinderopvangtoeslag te ontvangen.
Voorwaarden voor de kinderopvangtoeslag bij buitenschoolse opvang
Om recht te hebben op de kinderopvangtoeslag bij buitenschoolse opvang, moeten ouders aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de informatie van de Belastingdienst en andere betrouwbare bronnen. De belangrijkste voorwaarden zijn:
Werk of studie: Ouders moeten werken, studeren of een opleiding volgen. Deze activiteiten kunnen omvatten een traditionele baan, zelfstandig ondernemen, zzp’ers of het volgen van een verplichte inburgeringscursus. Sinds 1 januari 2023 is het voldoende om 1 uur per maand te werken of te studeren om recht te hebben op 230 opvanguren per maand.
Geregistreerde opvang: De buitenschoolse opvang moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LKR). Ouders kunnen dit controleren via de website van de Dienst Toeslagen. Het registratienummer van de opvang is nodig bij het aanvragen van de toeslag.
Leefbaar inkomen: Er zijn geen inkomens- of vermogensgrenzen voor de kinderopvangtoeslag. Dit betekent dat ouders met hogere inkomens of vermogens ook aanspraak kunnen maken op de toeslag, zolang ze aan de andere voorwaarden voldoen.
Maximaal aantal uren: Ouders kunnen maximaal 230 opvanguren per kind en per maand ontvangen. Dit is het maximum dat de overheid vergoed. In 2026 is dit hetzelfde als in voorgaande jaren.
Vakantieperiodes en tussenschoolse opvang: Kinderen kunnen buitenschoolse opvang krijgen tijdens schoolvakanties, maar tussenschoolse opvang (TSO) in de middagpauze van de basisschool valt niet onder de toeslag. Dit geldt ook als de TSO is geregeld via een geregistreerde opvang.
Werkloosheid en uitzonderingen: Als een ouder werkloos raakt, heeft deze persoon nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Na deze periode is er geen aanspraak meer. Bij langdurige ziekte en verlies van baan geldt een uitzondering voor de niet-opgenomen uren, maar dit moet individueel worden ingevuld.
Partner in zorginstelling: Sinds 1 januari 2023 is het mogelijk om kinderopvangtoeslag aan te vragen als de partner is opgenomen in een zorginstelling met een WLZ-indicatie, met of zonder einddatum. In dat geval moet de Dienst Toeslagen worden geïnformeerd dat er geen toeslagpartner meer is.
Hoe werkt de kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang?
De kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang wordt berekend op basis van het uurtarief dat de opvangorganisatie vaststelt. De overheid vergoed een deel van de kosten tot een maximumbedrag per uur. In 2026 gelden de volgende maximale uurprijzen:
| Soort opvang | Maximale uurprijs 2026 |
|---|---|
| Dagopvang | €11,23 |
| Buitenschoolse opvang | €9,98 |
| Gastouderopvang | €8,49 |
Als het tarief dat de opvangorganisatie vraagt hoger is dan de maximale uurprijs, moeten ouders het bedrag boven de maximumprijs zelf betalen. Als het tarief lager is dan de maximumprijs, krijgen ouders kinderopvangtoeslag over het lage tarief.
De totale kinderopvangtoeslag hangt ook af van het inkomen van de ouder(s) en het aantal maanden waarin de ouder of partner werkte. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslagbedragen, maar er zijn geen inkomens- of vermogensgrenzen. Dit betekent dat ouders met hogere inkomens ook een gedeelte van de kosten kunnen krijgen vergoed.
Aanvragen van de kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang
Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang gebeurt via de website van de Belastingdienst, via Mijn Toeslagen. Ouders hebben hiervoor een DigiD nodig en moeten gegevens over hun inkomen en het contract met de opvangorganisatie bij de hand hebben. Het is belangrijk om binnen drie maanden na de maand waarin het kind voor het eerst naar de opvang gaat, aan te vragen. Anders verliest men aanspraak op de toeslag, wat leidt tot verlies van geld.
Voorwaarden bij het aanvragen
Bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag zijn er een aantal belangrijke punten die ouders moeten weten:
Geregistreerde opvang: De buitenschoolse opvang moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LKR). Ouders kunnen dit controleren via de website van de Dienst Toeslagen. Het registratienummer is nodig bij het aanvragen van de toeslag.
Informatie voorbereiden: Ouders moeten gegevens over hun inkomen en het contract met de opvangorganisatie bij de hand hebben. Dit helpt bij het berekenen van de toeslag.
Tijdsverloop: Het is belangrijk om binnen drie maanden na de maand waarin het kind voor het eerst naar de opvang gaat, aan te vragen. Anders verliest men aanspraak op de toeslag.
Proefberekening maken: Ouders kunnen een proefberekening maken via de Belastingdienst om een indruk te krijgen van hoeveel toeslag ze ongeveer kunnen ontvangen.
Maximaal aantal uren: Ouders kunnen maximaal 230 opvanguren per kind en per maand ontvangen. Dit is het maximum dat de overheid vergoed. In 2026 is dit hetzelfde als in voorgaande jaren.
Vakantieperiodes en tussenschoolse opvang: Kinderen kunnen buitenschoolse opvang krijgen tijdens schoolvakanties, maar tussenschoolse opvang (TSO) in de middagpauze van de basisschool valt niet onder de toeslag. Dit geldt ook als de TSO is geregeld via een geregistreerde opvang.
Werkloosheid en uitzonderingen: Als een ouder werkloos raakt, heeft deze persoon nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Na deze periode is er geen aanspraak meer. Bij langdurige ziekte en verlies van baan geldt een uitzondering voor de niet-opgenomen uren, maar dit moet individueel worden ingevuld.
Partner in zorginstelling: Sinds 1 januari 2023 is het mogelijk om kinderopvangtoeslag aan te vragen als de partner is opgenomen in een zorginstelling met een WLZ-indicatie, met of zonder einddatum. In dat geval moet de Dienst Toeslagen worden geïnformeerd dat er geen toeslagpartner meer is.
Financiële details en berekening van de toeslag
De kinderopvangtoeslag wordt berekend op basis van het uurtarief dat de opvangorganisatie vaststelt en het inkomen van de ouders. De overheid vergoed een deel van de kosten tot een maximumbedrag per uur. In 2026 gelden de volgende maximale uurprijzen:
| Soort opvang | Maximale uurprijs 2026 |
|---|---|
| Dagopvang | €11,23 |
| Buitenschoolse opvang | €9,98 |
| Gastouderopvang | €8,49 |
Als het tarief dat de opvangorganisatie vraagt hoger is dan de maximale uurprijs, moeten ouders het bedrag boven de maximumprijs zelf betalen. Als het tarief lager is dan de maximumprijs, krijgen ouders kinderopvangtoeslag over het lage tarief.
De totale kinderopvangtoeslag hangt ook af van het inkomen van de ouder(s) en het aantal maanden waarin de ouder of partner werkte. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslagbedragen, maar er zijn geen inkomens- of vermogensgrenzen. Dit betekent dat ouders met hogere inkomens ook een gedeelte van de kosten kunnen krijgen vergoed.
Voorbeelden van toeslagberekening
Om een duidelijk beeld te krijgen van hoe de toeslag werkt, zijn hier enkele voorbeelden van berekeningen. Deze voorbeelden zijn gebaseerd op de maximale uurprijzen en de verhouding tussen het tarief van de opvang en het inkomen van de ouders.
| Inkomensinterval | Verhouding kinderopvangtoeslag / uurprijs |
|---|---|
| €196.790 – €200.681 | 36,5% – 76,2% |
| €200.682 – €204.571 | 36,5% – 75,5% |
| €204.572 – €208.458 | 36,5% – 74,5% |
| €208.459 – €212.353 | 36,5% – 74,0% |
| €212.354 – €216.242 | 36,5% – 73,3% |
| €216.243 – €220.134 | 36,5% – 72,5% |
| €220.135 – €224.026 | 36,5% – 71,8% |
| €224.027 – €227.915 | 36,5% – 71,2% |
| €227.916 – €231.807 | 36,5% – 70,4% |
| €231.808 – €235.697 | 36,5% – 69,6% |
| €235.698 – en hoger | 36,5% – 69,1% |
Deze verhoudingen laten zien dat ouders met hogere inkomens minder vergoeding krijgen, maar er zijn geen inkomens- of vermogensgrenzen. Ouders kunnen op basis van hun inkomensinterval berekenen hoeveel van de kosten van de opvang ze kunnen krijgen vergoed.
Conclusie
De kinderopvangtoeslag voor buitenschoolse opvang is een belangrijk onderdeel van de steun die de overheid biedt aan ouders. Deze toeslag helpt ouders om kinderen te laten deelnemen aan geregistreerde buitenschoolse opvang, wat vooral van belang is voor ouders die werken of studeren. Door het aanvragen van de toeslag via de Belastingdienst en het gebruik van geregistreerde opvang, kunnen ouders financiële steun krijgen voor buitenschoolse opvang.
De toeslag is berekend op basis van het uurtarief van de opvangorganisatie, het inkomen van de ouders en het aantal maanden dat de ouder of partner werkte. Ouders kunnen maximaal 230 opvanguren per kind en per maand ontvangen, wat het maximum is dat de overheid vergoed. De toeslag is bedoeld om ouders te stimuleren om te werken, en het is een belangrijk onderdeel van het kinderopvangsysteem in Nederland.