Buitenschoolse opvang speelt een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen, vooral in de context van de huidige maatschappelijke druk op ouders om zowel carrière als gezin te combineren. Vanaf 1 september 2024 is het mogelijk om buitenschoolse opvang voor ten hoogste 50 procent in het Engels, Duits of Frans aan te bieden. Deze maatregel is ingevoerd om meertalige kinderopvang te stimuleren, maar zijn er ook duidelijke eisen aan verbonden. Buiten de reguliere activiteiten zoals sporten, creatief werken of leren koken, biedt buitenschoolse opvang ook een kader voor kinderen om sociale vaardigheden te ontwikkelen en te leren omgaan met meerdere talen. In dit artikel zullen we ingaan op de regelgeving, de praktische toepassing en de voordelen van buitenschoolse opvang in het Engels, op basis van de beschikbare informatie.
Wat is buitenschoolse opvang?
Buitenschoolse opvang is een vorm van kinderopvang die gericht is op kinderen tussen de 4 en 12 jaar en die wordt aangeboden buiten de schooltijd. Dit omvat zowel de tussenschoolse opvang (tijdens de lunchpauze), de naschoolse opvang (na de schooltijd) en eventueel ook de vakantieopvang. Deze opvangvorm kan verschillende activiteiten omvatten, zoals sport, creatieve projecten, koken of educatieve activiteiten. De doelstelling is om kinderen een veilige, gezellige en leerzame omgeving te bieden waarin ze zich kunnen ontwikkelen en plezier kunnen hebben.
Een voorbeeld van hoe buitenschoolse opvang in de praktijk wordt uitgevoerd, is te vinden bij de Stichting Kwest. Daar bieden ze een programma genaamd Skills, dat elke dag andere activiteiten omvat. De vijf kerngebieden zijn Sport & Spel Academy, Kookstudio, Cultuurfabriek, Ontdeklab en Natuurpad. Dit programma is gericht op de leeftijd en de interesses van het kind, zodat kinderen zich blijven verwonderen, ontdekken en ervaren. Ook in de vakanties is er een speciaal programma aanwezig, zodat kinderen continu geactiveerd worden.
Een ander belangrijk aspect van buitenschoolse opvang is de aanwezigheid van een mentor. Deze mentor is een vaste pedagogische professional die een kind begeleidt, volgt en communiceert met de ouders. Door deze relatie bouwt het kind vertrouwen en voelt het zich ondersteund. De mentor kijkt niet alleen naar de ontwikkeling van het kind, maar ook naar talenten en eventuele ondersteuning die nodig is.
Meertalige buitenschoolse opvang
Meertalige buitenschoolse opvang betekent dat er naast het Nederlands ook een andere taal wordt gesproken. In dit geval gaat het om Engels, Duits of Frans. Deze opvangvorm is vanaf 1 september 2024 toegestaan, maar onder bepaalde voorwaarden. De belangrijkste regel is dat maximaal 50 procent van de tijd in het Engels, Duits of Frans kan worden gesproken. Deze regel geldt zowel voor de buitenschoolse opvang als voor de reguliere kinderopvang.
Het doel van meertalige opvang is om kinderen vroegtijdig bloot te stellen aan een tweede taal, wat bijdraagt aan hun taalontwikkeling en culturele brede. De overheid heeft duidelijke eisen opgesteld voor medewerkers die meertalige opvang aanbieden. Deze medewerkers moeten over de juiste opleiding en taalvaardigheden beschikken. Voor de opleiding gelden dezelfde eisen als voor reguliere beroepskrachten. Bovendien moeten medewerkers beschikken over een certificaat of diploma dat aantoont dat ze het Engels, Duits of Frans beheersen op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader voor Talen (ERFT).
Er zijn verschillende manieren waarop meertalige opvang georganiseerd kan worden. Bijvoorbeeld kan de andere taal tijdens een vast moment van de dag gesproken worden, zoals tijdens een specifieke activiteit of les. Er kunnen ook vaste activiteiten zijn in de andere taal, zoals een Engelse leeskring of een Frans muziekles. Een andere optie is dat één medewerker de andere taal spreekt en de rest van de medewerkers Nederlands. Zo worden meerdere talen dagelijks aangeboden aan de kinderen.
De praktijk van meertalige buitenschoolse opvang
Meertalige buitenschoolse opvang vereist niet alleen goed getrainde medewerkers, maar ook een duidelijk pedagogisch beleidsplan. Houders van kindercentra moeten in hun beleidsplan beschrijven hoe de meertalige opvang in de praktijk wordt uitgevoerd. Dit plan moet aantonen dat er een duidelijke visie is op het aanbod van meertalige opvang, wat de doelen zijn en hoe deze worden bereikt. Het beleidsplan moet ook aantonen dat er voldoende aandacht is voor de kwaliteit van de opvang en voor de ontwikkeling van de kinderen.
Een van de belangrijkste eisen voor meertalige opvang is de taalvaardigheid van de medewerkers. Daarbij gaat het niet alleen om het kunnen spreken van een tweede taal, maar ook om het beheersen van de drie mondelinge deelvaardigheden: gesprekken voeren, luisteren en spreken. Deze vaardigheden moeten afzonderlijk positief worden beoordeeld of de medewerker moet over een hoger taalniveau beschikken (C1 of C2). In dat geval hoeft hij of zij de deelvaardigheden niet afzonderlijk aan te tonen. Een hbo- of universitair diploma in de betreffende taal is in dat geval voldoende.
Een andere mogelijkheid is dat de medewerker een door het DUO goedgekeurd buitenlands diploma heeft van een land waar Engels, Duits of Frans gesproken wordt. Dit diploma toont aan dat de medewerker in staat is om kinderopvang in deze taal aan te bieden in een ander EU-land. Daardoor voldoet hij of zij aan de taaleisen voor meertalige opvang.
Er zijn ook uitzonderingen op de 50%-regel. Deze gelden bijvoorbeeld als de Nederlandstalige medewerker van de stam- of basisgroep wegens ziekte, vakantie of verlof tijdelijk afwezig is. In dat geval mag er langer dan 50 procent in de andere taal worden gesproken, maar dit mag slechts maximaal 4 weken achter elkaar duren. Daarnaast moet het dan ook niet mogelijk zijn om een andere Nederlandstalige medewerker in te zetten als vervanging.
Voordelen van meertalige buitenschoolse opvang
De voordelen van meertalige buitenschoolse opvang zijn verschillend. Allereerst draagt het bij aan de taalontwikkeling van kinderen. Door vroegtijdig blootgesteld te worden aan een tweede taal, leren kinderen sneller, en hebben ze meer kans om meertalig te worden. Dit is niet alleen een voordeel in de opvoeding, maar ook op de lange termijn, bijvoorbeeld voor de toekomstige carrière.
Een tweede voordeel is de verbetering van de sociale vaardigheden. In een meertalige omgeving leren kinderen niet alleen hoe ze met meerdere talen om moeten gaan, maar ook hoe ze met mensen uit verschillende culturen omgaan. Dit draagt bij aan hun sociaal-culturele brede, wat op lange termijn leidt tot een beter begrip van diversiteit.
Een derde voordeel is dat meertalige buitenschoolse opvang een betere kwaliteit van opvang kan bieden. Door het aanbod van meerdere talen en activiteiten in die talen, is de opvang minder statisch en gevarieerder. Dit betekent dat kinderen zich beter kunnen ontwikkelen en meer gemotiveerd zijn om deel te nemen aan de activiteiten.
Uitdagingen en beperkingen
Hoewel meertalige buitenschoolse opvang veel voordelen heeft, zijn er ook beperkingen. Eén van de grootste uitdagingen is het vinden van medewerkers die voldoen aan de eisen. Het is namelijk niet altijd eenvoudig om beroepskrachten aan te werven die niet alleen over de juiste opleiding beschikken, maar ook over voldoende taalvaardigheden. Bovendien zijn er kosten verbonden aan het aanschaffen van materialen en het organiseren van activiteiten in een tweede taal.
Een andere beperking is de regel dat maximaal 50 procent van de tijd in het Engels, Duits of Frans mag worden gesproken. Deze regel is bedoeld om ervoor te zorgen dat kinderen ook voldoende Nederlands leren. Echter, in de praktijk kan dit betekenen dat het aanbod van meertalige activiteiten beperkt is. Daardoor kan het moeilijker zijn om een echt meertalige omgeving te creëren.
Een laatste beperking is dat de regels rond meertalige opvang nog relatief nieuw zijn. Daardoor kan het zijn dat niet alle instellingen al volledig op de hoogte zijn van de regels en eisen. Dit kan leiden tot onduidelijkheden of inconsistenties in de uitvoering van meertalige buitenschoolse opvang. Daarom is het belangrijk dat houders en medewerkers goed geïnformeerd zijn over de regels en weten hoe ze deze in de praktijk kunnen toepassen.
Conclusie
Buitenschoolse opvang speelt een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Het biedt een veilige en gezellige omgeving waarin kinderen kunnen ontspannen, nieuwe dingen ontdekken en sociale vaardigheden ontwikkelen. Meertalige buitenschoolse opvang brengt extra voordelen met zich mee, zoals een sterke bijdrage aan de taalontwikkeling en culturele brede van kinderen. Vanaf 1 september 2024 is het mogelijk om meertalige opvang te bieden, maar zijn er ook duidelijke eisen aan verbonden. Houders van kindercentra moeten ervoor zorgen dat hun medewerkers voldoen aan de eisen en dat hun pedagogisch beleidsplan duidelijk is. Hoewel meertalige buitenschoolse opvang veel voordelen biedt, zijn er ook beperkingen, zoals de beperkte tijd die mag worden besteed aan het spreken van een tweede taal. Daarom is het belangrijk om deze regels goed te begrijpen en correct toe te passen. Met de juiste voorbereiding en organisatie kan meertalige buitenschoolse opvang een waardevolle toevoeging zijn aan de opvoeding van kinderen.