Ouderschapsverlof en terugbetalingsverplichting bij Defensie: regels en uitzonderingen

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de balans tussen werk en privéleven, met name voor ouders die hun kind op willen voeden. Werknemers in de overheidsector, zoals bij Defensie, kunnen recht hebben op betaald ouderschapsverlof. Echter, er zijn situaties waarin een terugbetalingsverplichting geldt. Dit artikel gaat in op de regels rond het ouderschapsverlof bij Defensie, de voorwaarden waarbij een terugbetaling vereist is en mogelijke uitzonderingen, met name bij overstap naar andere overheidssectoren zoals de onderwijssector.

De informatie is gebaseerd op recente juridische en regelgevende ontwikkelingen, zoals vastgelegd in CAO’s en ambtenarenreglementen. Deze uitleg richt zich op zowel burgermedewerkers als militairen, aangezien de regels voor hen gelijk zijn. Daarnaast worden voorbeelden en berekeningsmethoden van de terugbetaling besproken, om het begrip en de toepassing van deze regels te vergemakkelijken.

Regels rond ouderschapsverlof bij Defensie

Bij Defensie geldt voor ouderschapsverlof een specifieke regelgeving, die is opgenomen in het burgerlijk ambtenarenreglement Defensie (BARD). De regels voor terugbetaling zijn onder meer vastgelegd in artikel 47 van dit reglement. Deze regels zijn bedoeld om de financiële verplichtingen van medewerkers te bepalen wanneer zij na het ouderschapsverlof ontslag nemen of hun werkbelasting verminderen.

Ouderschapsverlof is in de overheidsector betaald. Werknemers kunnen een bepaalde periode van hun werkzame leven vrijnemen om zich met hun kind te bezighouden. Tijdens deze periode ontvangen zij een deel van hun normale salaris. De hoogte van dit deel kan variëren, afhankelijk van de regelingen van de werkgever en de geldende collectieve arbeidsovereenkomst (CAO).

Wanneer ouderschapsverlof is genoten, geldt een terugbetaling alleen als het ontslag of de vermindering van werkbelasting binnen een bepaalde periode plaatsvindt. Dit betreft een tijdsperiode van één jaar na het einde van het ouderschapsverlof.

Terugbetaling bij ontslag

Een terugbetalingsverplichting kan ontstaan als een medewerker binnen één jaar na afloop van het ouderschapsverlof ontslag neemt. Dit ontslag kan op eigen verzoek of op verzoek van de werkgever zijn. De regels verschillen hierbij:

  • Erfelijk ontslag: Als een medewerker binnen één jaar na het ouderschapsverlof op eigen verzoek eervol ontslag neemt, is hij of zij verplicht om een deel van het betaalde ouderschapsverlof terug te betalen. De verplichting is dan "naar evenredigheid beperkt", afhankelijk van het tijdstip van het ontslag ten opzichte van het einde van het ouderschapsverlof.

  • Overstap naar andere overheidssector: Een belangrijke uitzondering geldt wanneer het ontslag verband houdt met een overgang naar een andere overheidssector, zoals de onderwijssector. In dat geval is er geen terugbetaling vereist. Deze uitzondering is bevestigd door Defensie in een recente juridische uitspraak, waarbij een burgermedewerker die overstapte naar een universiteit geen terugbetaling had moeten doen van het ouderschapsverlof dat zij tijdens hun dienstverband bij Defensie hadden genoten.

Deze uitzondering is van belang niet alleen voor burgermedewerkers, maar ook voor militairen. De regels voor terugbetaling zijn voor beide groepen gelijk. Hierdoor kan een medewerker die overstapt naar de onderwijssector of een andere overheidssector zijn of haar ouderschapsverlof behouden zonder financiële terugbetaling.

Terugbetaling bij vermindering van de werkbelasting

Naast ontslag kan ook een vermindering van de werkbelasting een terugbetaling van ouderschapsverlof opleveren. Dit gebeurt wanneer een medewerker binnen zes maanden na het einde van het ouderschapsverlof besluit om zijn of haar werktijdfactor (wtf) te verlagen.

De terugbetalingsverplichting geldt in dit geval voor het ouderschapsverlof dat is genoten gedurende een periode van twee jaar voorafgaand aan de vermindering van de werktijd. Het verschil in het percentage werkbelasting (bijvoorbeeld van 1,0 naar 0,8) vormt het uitgangspunt voor de berekening van het teveel genoten ouderschapsverlof en dus het terug te betalen bedrag.

Een belangrijke uitzondering geldt ook hier. Als de vermindering van de werkbelasting is gebaseerd op het aannemen van een dienstbetrekking bij een andere overheidssector (zoals de onderwijssector) die door de Rijksoverheid wordt bekostigd, dan is er geen terugbetaling vereist. Deze regel is vastgelegd in artikel 8.19a lid 6 van de CAO PO.

Voorbeelden en berekeningsmethoden

Om de regels rond de terugbetaling duidelijker te maken, zijn er voorbeelden beschikbaar die laten zien hoe een berekening in de praktijk werkt.

Voorbeeld 1 – Onstel na ouderschapsverlof:

Een burgermedewerker geniet gedurende een periode van 10 maanden ouderschapsverlof en ontvangt daarbij 70% van haar normale salaris. Ze neemt ontslag binnen één jaar na het einde van het verlof. In dit geval is er een terugbetaling vereist, afhankelijk van het tijdstip van het ontslag.

Voorbeeld 2 – Overstap naar onderwijssector:

Een medewerker bij Defensie neemt binnen één jaar na het ouderschapsverlof ontslag en stapt over naar een werkgever in de onderwijssector. In dit geval is er geen terugbetaling vereist, omdat de overstap naar een andere overheidssector geldt als een bevoegd excuus.

Voorbeeld 3 – Vermindering van werktijdfactor:

Een werknemer met een fulltime dienstverband (wtf 1,0) heeft ouderschapsverlof genoten en besluit binnen zes maanden na het einde van het verlof zijn werkbelasting te verlagen naar 0,8. In dit geval moet het deel van het ouderschapsverlof dat niet in overeenstemming is met de nieuwe werktijdfactor, worden terugbetaald. De berekening is gebaseerd op het verschil tussen de oude en nieuwe werkbelasting.

Deze voorbeelden tonen aan dat de berekening van de terugbetaling in de praktijk kan variëren, afhankelijk van de situatie van de medewerker.

Uitzonderingen en juridische uitleg

De juridische regels rond ouderschapsverlof en terugbetaling zijn duidelijk, maar er zijn belangrijke uitzonderingen die medewerkers moeten kennen. Deze uitzonderingen spelen een rol bij zowel ontslag als vermindering van de werkbelasting.

1. Overstap naar andere overheidssector:

Een medewerker die overstapt naar een andere overheidssector, zoals de onderwijssector, heeft geen terugbetaling te maken. Dit geldt ook voor militairen. De juridische uitleg van deze uitzondering is in artikel 8.19a lid 6 van de CAO PO verwerkt.

2. Ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind:

Een specifieke uitzondering is dat ouderschapsverlof dat is genoten tijdens het eerste levensjaar van het kind niet hoeft te worden terugbetaald. Dit geldt ongeacht de reden voor ontslag of vermindering van werkbelasting.

3. Bezwaarschriften en juridische hulp:

In sommige gevallen kan een medewerker in twijfel raken of een terugbetaling wel nodig is. In dat geval kan er een bezwaarschrift worden opgesteld, waarbij juridisch advies wordt ingewonnen. In de praktijk is het mogelijk om via vakorganisaties, zoals de AFMP, hulp te krijgen bij het indienen van bezwaar tegen een terugbetaling. In een recente zaak is een burgermedewerker met succes verholpen, omdat de overstap naar de onderwijssector als een geldige uitzondering werd geaccepteerd.

Praktische stappen bij terugbetaling

Wanneer een terugbetaling is vereist, zijn er een aantal stappen die een medewerker kan volgen om het proces te begrijpen en te beheren.

1. Verifiëren van de verplichting:

Een medewerker moet eerst controleren of er inderdaad een terugbetaling is vereist. Dit is afhankelijk van het tijdstip van het ontslag of de vermindering van de werkbelasting. Eventueel kan juridisch advies worden ingewonnen om de situatie te verduidelijken.

2. Berekening van het terug te betalen bedrag:

Als er een verplichting is, moet het bedrag worden berekend. Dit gebeurt op basis van het verschil in werkbelasting of de tijd die verstreken is sinds het einde van het ouderschapsverlof. Voorbeeldberekeningen zijn beschikbaar in de CAO’s en ambtenarenreglementen.

3. Aanvraag voor uitzondering:

Als er een juridische uitzondering mogelijk is, zoals bij overstap naar een andere overheidssector, kan deze worden aangevraagd. In sommige gevallen kan een bezwaarschrift worden ingediend om de verplichting te herzien.

4. Aanvullende hulp en ondersteuning:

Voor medewerkers die twijfelen over hun situatie is het verstandig om contact op te nemen met vakorganisaties of juridische diensten. Deze partijen kunnen hulp bieden bij het opstellen van bezwaarschriften of het begrijpen van de juridische regels.

Gevolgen van ouderschapsverlof voor andere toeslagen

Naast de juridische en financiële aspecten van ouderschapsverlof, is het ook belangrijk om te weten dat ouderschapsverlof invloed kan hebben op andere toeslagen, zoals de kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag of huurtoeslag. Omdat het inkomen tijdens ouderschapsverlof kan dalen, kan dit leiden tot veranderingen in de hoogte van deze toeslagen.

De verandering in inkomen moet worden doorgegeven aan de Belastingdienst, zodat eventuele wijzigingen in toeslagen of belastingvoordeel kunnen worden aangemaakt. Het is daarom belangrijk om tijdens ouderschapsverlof in contact te blijven met de Belastingdienst en eventuele aanpassingen aan te melden.

Daarnaast geldt het ouderschapsverlof niet als volledig betaald. Werknemers in loondienst kunnen vanaf 2 augustus 2022 recht hebben op 9 weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof, waarbij 70% van het normale salaris wordt uitbetaald. Dit betekent dat het inkomen tijdens ouderschapsverlof lager is dan normaal en dus invloed kan hebben op toeslagen en andere voordelen.

Belang van duidelijke regels en ondersteuning

Het is belangrijk dat medewerkers in de overheidsector duidelijke regels hebben over ouderschapsverlof en eventuele terugbetalingen. Onzekerheid over de juridische verplichtingen kan leiden tot onnodige stress en financiële lasten. Daarom is het verstandig dat werkgevers, zoals Defensie, duidelijke informatie en ondersteuning bieden bij ouderschapsverlof.

Vakorganisaties spelen hierin een belangrijke rol. Zij kunnen medewerkers informeren over hun rechten en verplichtingen, juridisch advies geven en hulp bieden bij het indienen van bezwaar of het opstellen van bezwaarschriften. In een recente zaak is duidelijk geworden dat medewerkers bij Defensie ondersteuning kunnen krijgen bij het doorstaan van onterechte terugbetalingen, zeker als er juridische uitzonderingen gelden.

Conclusie

Ouderschapsverlof is een belangrijk aspect van de werk-privébalans in de overheidsector. Voor medewerkers bij Defensie gelden duidelijke regels rond de terugbetaling van ouderschapsverlof, afhankelijk van het tijdstip van ontslag of vermindering van werkbelasting. Echter, er zijn belangrijke uitzonderingen, zoals bij overstap naar een andere overheidssector of ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind. Deze uitzonderingen zijn juridisch vastgelegd en kunnen medewerkers helpen om hun verplichtingen te vermijden.

Het is van belang dat medewerkers zich richten op de geldende regels en eventueel juridisch advies inwinnen als ze twijfelen over hun situatie. Vakorganisaties en werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen in het begeleiden van medewerkers tijdens ouderschapsverlof en bij eventuele terugbetalingen. Door duidelijke regels en ondersteuning te bieden, kan het ouderschapsverlof een positieve impact hebben op zowel de medewerkers als de organisatie.

Bronnen

  1. Burger hoeft ouderschapsverlof niet terug te betalen
  2. Hoe moet artikel 819a lid 4 en 5 worden geinterpreteerd?
  3. Hoeveel ouderschapsverlof moet ik terugbetalen?
  4. Wanneer dient een werknemer het betaalde ouderschapsverlof terug te betalen?

Gerelateerde berichten