Ouderschapsverlof is een belangrijke regeling binnen de arbeidsmarkt, waarbij werknemers de mogelijkheid krijgen om tijd te maken voor het opvoeden van hun kind. In het kader van de Cao voor het Slagersbedrijf zijn er specifieke afspraken gemaakt over ouderschapsverlof. Deze regelingen vormen onderdeel van de Wet Arbeid en Zorg en zijn verder uitgewerkt in de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor het slagersbedrijf. Deze artikel biedt een overzicht van de belangrijkste bepalingen, vergoedingen en voorwaarden voor ouderschapsverlof in de CAO van 2025-2027, zoals vastgelegd in de beschikbare bronnen.
De CAO voor het Slagersbedrijf, die vanaf 1 september 2025 geldt tot 1 maart 2027, bevat onder andere regels over loonsverhogingen, verlofregelingen en het recht op ondersteuning bij het combineren van werk en gezin. Voor ouderschapsverlof zijn er bepaalde vergoedingen vastgelegd en zijn er voorwaarden gesteld voor de opname van verlof. Ook is er een koppeling met het pensioenrecht en de regelingen rondom vakantieverlof en vitaliteitsuren.
Deze CAO is het resultaat van onderhandelingen tussen de werkgeversorganisatie KNS en de vakbonden CNV en FNV. De afgesproken loonsverhogingen, loonstijgingen per schaal, en de regelingen rondom ouderschapsverlof zijn van toepassing op werknemers in het slagersbedrijf, zoals werknemers in slagerijen, supermarkten met slagersafdeling en in de productie van vleesbereidingen.
Ouderschapsverlof en de CAO: Algemene bepalingen
Ouderschapsverlof is wettelijk geregeld en maakt deel uit van de Wet Arbeid en Zorg. In de CAO voor het Slagersbedrijf is deze regeling verder uitgewerkt. Werknemers die een kind hebben dat nog jonger is dan acht jaar, hebben recht op ouderschapsverlof. De regeling is beperkt tot 26 weken ouderschapsverlof, conform het kader van de Wet Arbeid en Zorg. Echter, binnen de CAO zijn er aanvullende bepalingen die gelden als de werknemer gebruik maakt van de ouderschapsverlofregeling zoals die in de CAO is vastgelegd.
Volgens de CAO is ouderschapsverlof mogelijk binnen het kader van een regeling die bepaalde vergoedingen voorziet. De werknemer heeft recht op een vergoeding van 40% van zijn of haar salaris, mits deze vergoeding is ingevoerd in de CAO. De vergoeding wordt berekend op basis van het voltijd bruto salaris dat hoort bij schaal 7, periodiek 6. Dit geldt voor maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang. De duur van deze vergoeding is beperkt tot twaalf aaneengesloten maanden, gerekend vanaf de start van de CAO-vergoeding.
De CAO bevat ook bepalingen over de koppeling met het wettelijk betaald ouderschapsverlof. De werknemer moet eerst het wettelijk betaalde ouderschapsverlof opnemen voordat het recht op CAO-vergoeding ontstaat. Indien er geen recht op wettelijk betaald ouderschapsverlof is, kan de CAO-vergoeding direct worden opgenomen. De vergoeding cumuleert niet met de uitkering die de werknemer ontvangt op basis van de wettelijke regeling.
Voorwaarden en beperkingen voor ouderschapsverlof
De opname van ouderschapsverlof in het kader van de CAO is onderworpen aan een aantal voorwaarden. De werknemer dient bij de werkgever een verzoek voor ouderschapsverlof in te dienen. De werkgever heeft de plicht om dit verzoek te beoordelen en aan te nemen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. De werknemer is verplicht om de periode waarin het ouderschapsverlof wordt genomen, te bepalen, evenals de uren die per dag of per week worden genomen.
Ook zijn er bepalingen over de mogelijkheid om het ouderschapsverlof te delen of te combineren met andere verlofregelingen. De CAO bevat bepalingen over de invloed van ouderschapsverlof op de pensioenopbouw en de regelingen rondom vakantieverlof en vitaliteitsuren. Zo is er bijvoorbeeld een regel dat de werknemer geen vakantieverlof opbouwt tijdens het ouderschapsverlof, maar wel vitaliteitsuren opbouwt indien van toepassing.
Daarnaast is er een bepaling over de verplichting van de werkgever om het werkgeversdeel van de pensioenpremie te betalen gedurende een periode van maximaal twaalf maanden per kind. Dit geldt bij een vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof. De werknemer kan deze regeling aanschouwelijk maken aan de werkgever, zodat de pensioenpremie kan worden voortgezet.
Loonsverhogingen en de CAO
De CAO voor het Slagersbedrijf bevat ook een reeks loonsverhogingen, die van toepassing zijn op alle werknemers in de branche. Deze loonsverhogingen gelden per specifieke data en zijn afhankelijk van de cao-salarisschaal waarin de werknemer terechtkomt. De loonsverhogingen zijn onderdeel van de afgesproken maatregelen tussen de werkgevers en de vakbonden en zijn bedoeld om de lonen in lijn te brengen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
De loonsverhogingen zijn als volgt:
- Per 1 november 2025 wordt de cao-salaris en het feitelijk bruto loon met 1,00% verhoogd.
- Per 1 maart 2026 wordt de cao-salaris en het feitelijk bruto loon met 3,50% verhoogd.
- Per 1 januari 2027 wordt de cao-salaris en het feitelijk bruto loon met 1,50% verhoogd.
Er zijn echter uitzonderingen op deze loonsverhogingen. Zo gelden de loonsverhogingen niet voor salarisschaal 1 en trede 0 van salarisschaal 2. Deze stijgen mee met het WML. Ook gelden afwijkende loonafspraken voor bepaalde treden in de loontabel, waaronder jeugdschalen.
De loonsverhogingen zijn van belang voor werknemers die ouderschapsverlof opnemen, omdat de vergoeding die de werknemer ontvangt tijdens ouderschapsverlof is gebaseerd op het voltijd bruto salaris. Een hoger loon betekent dus een hogere vergoeding tijdens ouderschapsverlof.
Uitzonderingen en aanvullende regelingen
De CAO voor het Slagersbedrijf bevat ook enkele uitzonderingen en aanvullende regelingen die van toepassing kunnen zijn op ouderschapsverlof. Zo zijn er bepalingen voor scholieren en studenten, evenals voor het extra werken door een parttimer in geval van een kortdurende ziekte van een collega. Ook zijn er regelingen voor vrijwilligers die extra uren werken.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het verlengen van de zwaar werk regeling en de voorwaarden waaronder dat kan. Ook zijn er regelingen voor het inzetten van een budgetcoach en voor employability- en loopbaanadvies. Deze regelingen kunnen van invloed zijn op de mogelijkheid om ouderschapsverlof op te nemen en hoeveel uren er per week of per dag kunnen worden gewerkt tijdens ouderschapsverlof.
De CAO bevat ook bepalingen over het onderzoek naar de positie van de uitzendkracht in de branche en naar de mogelijkheid van het invoeren van verlofsparen. Verlofsparen zijn een nieuw concept waarbij werknemers de mogelijkheid krijgen om verlof op te slaan voor later gebruik. Dit kan van invloed zijn op de opname van ouderschapsverlof, omdat werknemers dan mogelijk de optie hebben om verlof op te nemen op een later moment.
Ouderschapsverlof en de invloed op pensioen en vakantie
De CAO bevat ook bepalingen over de invloed van ouderschapsverlof op de pensioenopbouw en de regelingen rondom vakantieverlof en vitaliteitsuren. Zo is er een regel dat de werknemer geen vakantieverlof opbouwt tijdens het ouderschapsverlof, maar wel vitaliteitsuren opbouwt indien van toepassing. Dit betekent dat de werknemer tijdens ouderschapsverlof geen rechten heeft op vakantie, maar wel op vitaliteitsuren.
Daarnaast is er een bepaling over de koppeling van ouderschapsverlof met de regelingen rondom de eindejaarsuitkering en de vakantietoeslag. De vergoeding die de werknemer ontvangt tijdens ouderschapsverlof wordt meegenomen bij de berekening van de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. Dit betekent dat de werknemer tijdens ouderschapsverlof een gedeelte van de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering ontvangt, afhankelijk van het aantal verlofuren dat is genomen.
Ook zijn er bepalingen over het terugbetalen van de CAO-vergoeding in het geval dat de arbeidsovereenkomst eindigt tijdens of binnen zes maanden na het einde van het ouderschapsverlof. In dat geval moet de werknemer de ontvangen vergoeding terugbetalen aan de werkgever. Deze regel geldt niet wanneer de werknemer ontslag neemt nadat de werkgever zijn verzoek om de arbeidsduur aan te passen aan de arbeidsduur tijdens ouderschapsverlof heeft geweigerd.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijke regeling binnen de arbeidsmarkt en maakt deel uit van de Wet Arbeid en Zorg. In het kader van de CAO voor het Slagersbedrijf zijn er specifieke afspraken gemaakt over ouderschapsverlof, vergoedingen en voorwaarden. Deze regelingen zijn van toepassing op werknemers in het slagersbedrijf, zoals werknemers in slagerijen, supermarkten met slagersafdeling en in de productie van vleesbereidingen.
De CAO bevat bepalingen over de loonsverhogingen, de vergoedingen voor ouderschapsverlof en de voorwaarden voor de opname van ouderschapsverlof. Ook zijn er bepalingen over de invloed van ouderschapsverlof op de pensioenopbouw en de regelingen rondom vakantieverlof en vitaliteitsuren. De CAO is het resultaat van onderhandelingen tussen de werkgeversorganisatie KNS en de vakbonden CNV en FNV en bevat een reeks maatregelen die bedoeld zijn om de arbeidsvoorwaarden in de branche te verbeteren.
Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de arbeidsmarkt en maakt het mogelijk voor werknemers om tijd te maken voor hun kinderen. De regelingen die zijn vastgelegd in de CAO voor het Slagersbedrijf zijn bedoeld om de balans tussen werk en gezin te bevorderen en om werknemers te ondersteunen bij het combineren van werk en opvoeding. Deze regelingen zijn van toepassing op alle werknemers in de branche en zijn onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst die geldt van 1 september 2025 tot 1 maart 2027.