Ouderschapsverlof in België: regelingen, voorwaarden en mogelijkheden

Het ouderschapsverlof in België is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt om hun arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen om te zorgen voor hun kind(eren). Deze vorm van loopbaanonderbreking wordt ondersteund door de Rijksdienst voor Arbeid (RVA) en is onderverdeeld in verschillende vormen, afhankelijk van het gewenste aantal uren of maanden dat het ouderschapsverlof wordt genomen. In dit artikel geven we een gedetailleerde uitleg van de regelingen, voorwaarden, uitkeringen en combinaties die mogelijk zijn, op basis van de beschikbare informatie.

Het ouderschapsverlof is bedoeld om jonge ouders te ondersteunen bij het combineren van werk en gezin, en het is strikt persoonlijk: het recht kan niet worden overgedragen van de ene ouder op de andere. Daarnaast geldt een maximum van vier maanden ouderschapsverlof per kind, waarbij de leeftijdsgrens voor het starten van dit verlof ligt bij 12 jaar, behalve in het geval van een kind met een fysieke of mentale beperking, waarbij de leeftijdsgrens verhoogd is tot 21 jaar.

In de volgende hoofdstukken bespreken we de verschillende vormen van ouderschapsverlof, de voorwaarden om er recht op te hebben, de mogelijkheid tot uitkeringen en de regels rond combinaties en vervroegde einddata.

Ouderschapsverlof: vormen en toepassing

Het ouderschapsverlof kan op verschillende manieren worden opgenomen, afhankelijk van de mate waarin de werknemer zijn of haar werkzaamheden wil verminderen. De regeling is toegankelijk voor zowel de privésector als de openbare sector, met eventueel enkele verschillen in procedure of uitkeringen. In de privésector geldt de wet van 05.12.1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités als grondwet voor de regeling.

1. Volledige schorsing (4 maanden)

De meest bekende vorm van ouderschapsverlof is de volledige schorsing, waarbij de werknemer gedurende vier maanden volledig uit het werk verdwijnt. Dit is een maximum van vier maanden per kind, en de ouders mogen beide het verlof aanvragen, ongeacht de situatie van de ander.

2. Halftijds ouderschapsverlof (2 maanden)

Een werknemer kan kiezen voor halftijds ouderschapsverlof, waarbij hij of zij 50% van de normale werktijd volgt. Dit betekent dat het ouderschapsverlof maximaal 2 maanden kan duren, op basis van het gelijkwaardigheidssysteem: 1 maand volledige onderbreking is gelijk aan 2 maanden halftijdse onderbreking.

3. Ouderschapsverlof met 1/5 (5 maanden)

Een andere vorm is het ouderschapsverlof met 1/5, wat inhoudt dat de werknemer 20% van zijn of haar normale werktijd volgt. In dit geval kan het verlof gedurende 5 maanden worden opgenomen.

4. Ouderschapsverlof met 1/10 (10 maanden)

In sommige gevallen is het mogelijk om het ouderschapsverlof met 1/10 op te nemen, wat inhoudt dat de werknemer slechts 10% van de normale werktijd volgt. Dit type ouderschapsverlof is maximaal 10 maanden lang toegestaan, maar is niet beschikbaar in alle sectoren. Werknemers in de openbare sector moeten hiervoor eventueel contact opnemen met hun werkgever of overheid om te zien of dit mogelijk is.

5. Combinaties van vormen

De diverse vormen van ouderschapsverlof kunnen ook met elkaar worden gecombineerd, mits de werknemer en werkgever akkoord gaan. Een voorbeeld is wanneer een werknemer 1 maand volledige onderbreking neemt, gevolgd door 6 maanden halftijdse onderbreking. Dit is toegestaan, mits het totaal aantal maanden binnen de regel ligt.

Een belangrijk voorstel is dat 1 maand volledige onderbreking gelijk is aan 2 maanden halftijdse onderbreking, 5 maanden onderbreking met 1/5 of 10 maanden onderbreking met 1/10. Dit maakt het mogelijk om flexibel te plannen, afhankelijk van de individuele situatie van het gezin.

Het is echter belangrijk op te merken dat in het onderwijs van de Franse en Duitstalige Gemeenschap het combineren van verschillende vormen niet altijd mogelijk is. In dergelijke gevallen is het aan te raden om contact op te nemen met de werkgever of de relevante overheid om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden.

Voorwaarden om recht te hebben op ouderschapsverlof

Het recht op ouderschapsverlof is strikt persoonlijk en kan niet worden overgedragen van de ene ouder op de andere. Om recht te hebben op ouderschapsverlof, moet de werknemer aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • Hij of zij is de biologische moeder of de wettelijke vader van het kind.
  • Hij of zij heeft het kind erkend, waardoor de afstamming aan vaderszijde vaststaat.
  • Hij of zij is de echtgenote of partner van de biologische moeder van het kind die meemoeder is geworden.
  • Hij of zij is één van de adoptieouders.

Daarnaast moet het ouderschapsverlof worden aangevraagd voordat het kind 12 jaar oud is. In het geval van een kind met een fysieke of mentale beperking wordt deze leeftijdsgrens verhoogd tot 21 jaar.

Het ouderschapsverlof moet ook worden aangevraagd binnen de geldende regels en procedures. In de privésector is het ouderschapsverlof bijvoorbeeld niet te verwarren met het tijdskrediet voor het motief "zorgen voor je kind(eren)", wat een andere regeling betreft. De RVA biedt een vergelijkende tabel in hun FAQ om de verschillen tussen ouderschapsverlof en tijdskrediet duidelijk te maken.

Uitkeringen bij ouderschapsverlof

Tijdens het ouderschapsverlof kan de werknemer een maandelijkse onderbrekingsuitkering ontvangen van de RVA. Deze uitkering is echter niet automatisch toegewezen; er zijn een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om deze uitkering te krijgen. Zo moet de werkgever aan bepaalde toegangsvoorwaarden voldoen, en moet de werknemer zijn of haar woonplaats behouden in België of in een ander land van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland.

Daarnaast mag het ouderschapsverlof niet worden gecombineerd met andere activiteiten of verboden pensioenen. De aanvraag voor de uitkering moet binnen twee maanden na de startdatum van het verlof worden ingediend bij de RVA om de uitkeringen vanaf het begin van het verlof te kunnen ontvangen.

Het bedrag van de onderbrekingsuitkering kan worden opgezocht in de rubriek "Barema's raadplegen" op de website van de RVA, of via de toepassing "BreakatWork". In het geval van co-ouderschap, waarbij de zorgverdeling gelijk is tussen beide ouders op basis van een overeenkomst of gerechtelijke beslissing, kunnen beide ouders de vermeerdering van de uitkering ontvangen.

Het is mogelijk om ouderschapsverlof zonder uitkeringen op te nemen, waarbij de werknemer dan niet onderworpen is aan de regels rond woonplaats of cumulatie. In dergelijke gevallen is de RVA verantwoordelijk voor het berekenen van de gevraagde periodes op naam van het betrokken kind, maar het saldoverloop kan wel gevolgen hebben op de mogelijke resterende periodes.

Vervroegd einde van het ouderschapsverlof

In sommige gevallen kan het ouderschapsverlof vroeger dan gepland worden beëindigd, bijvoorbeeld door overleg met de werkgever of bij contractverbreking. Dit kan gevolgen hebben voor het onderbrekingssaldo dat later nog opgenomen kan worden. Als het vaste blok van ouderschapsverlof niet volledig wordt afgewerkt, kan een deel van het aangevraagde, maar niet opgebruikte ouderschapsverlof verloren gaan.

Bijvoorbeeld, als de gevraagde periode niet wordt gerespecteerd, verliest de werknemer het saldo van het verplichte deel van één maand volledig ouderschapsverlof, 2 maanden halftijds ouderschapsverlof of 5 maanden ouderschapsverlof met 1/5. In het geval van een onderbreking met 1/10 die wordt stopgezet vóór het einde van een periode van 10 maanden, verliest de werknemer het saldo van die periode.

Een vervroegd einde van het ouderschapsverlof heeft wel het voordeel dat de uitkeringen die al zijn ontvangen, niet hoeven te worden terugbetaald aan de RVA. Dit betekent dat de werknemer niet financieel nadeel lijdt door het vroegtijdig beëindigen van het ouderschapsverlof.

Ouderschapsverlof in de openbare sector

Naast de thematische verloven zoals ouderschapsverlof, is er in de openbare sector ook de mogelijkheid om een gewone loopbaanonderbreking aan te vragen. Dit is een verlof dat voor ieder motief genomen kan worden, maar de toelatingsvoorwaarden, de duur en het bedrag van de uitkeringen verschillen van die van ouderschapsverlof.

Werknemers in de openbare sector kunnen bijvoorbeeld werken in een autonoom overheidsbedrijf, een administratie of een dienst die daarvan afhankt, of in het onderwijs. Het ouderschapsverlof in deze context kan in principe ook genomen worden, maar eventuele nuances moeten worden nagegaan bij de relevante overheid of werkgever.

Ouderschapsverlof en co-ouderschap

In het geval van co-ouderschap, waarbij de zorgverdeling van het kind gelijk is tussen beide ouders, is het mogelijk dat beide ouders ouderschapsverlof aanvragen voor hetzelfde kind. Dit geldt mits er een overeenkomst of gerechtelijke beslissing is die de gelijke zorgverdeling bevestigt. In dergelijke gevallen kunnen beide ouders ook de vermeerdering van de uitkering ontvangen, mits ze aan de relevante voorwaarden voldoen.

Het ouderschapsverlof in het kader van co-ouderschap is strikt persoonlijk, wat betekent dat het recht niet overdraagbaar is van de ene ouder op de andere. Beide ouders kunnen dus afzonderlijk ouderschapsverlof aanvragen, maar dit betreft twee aparte rechten.

Het is belangrijk om bij co-ouderschap duidelijk te communiceren met de werkgever en de RVA om te zorgen dat de regeling correct wordt toegepast en dat beide ouders het recht op ouderschapsverlof kunnen uitoefenen.

Conclusie

Het ouderschapsverlof in België biedt werknemers de mogelijkheid om hun werkzaamheden tijdelijk te verminderen of te schorsen om te zorgen voor hun kind(eren). De regeling is beschikbaar in zowel de privésector als de openbare sector, met verschillende vormen van onderbreking die kunnen worden gekozen of gecombineerd.

De voorwaarden voor ouderschapsverlof zijn duidelijk gesteld, en de werknemer moet aan één van de voorwaarden voldoen om recht op ouderschapsverlof te hebben. Tijdens het ouderschapsverlof kan een maandelijkse uitkering worden ontvangen van de RVA, mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd. Ook is het mogelijk om ouderschapsverlof zonder uitkeringen te nemen, wat minder regelgeving oplevert.

Het ouderschapsverlof kan ook worden beëindigd vroeger dan gepland, wat gevolgen kan hebben voor het saldo van het ouderschapsverlof. De werknemer moet er rekening mee houden dat het vaste blok van ouderschapsverlof niet volledig wordt afgewerkt, wat kan leiden tot het verliezen van een deel van het aangevraagde ouderschapsverlof.

In het geval van co-ouderschap is het mogelijk dat beide ouders ouderschapsverlof aanvragen voor hetzelfde kind, mits er een overeenkomst of gerechtelijke beslissing is die de gelijke zorgverdeling bevestigt. Het ouderschapsverlof in deze context is strikt persoonlijk, wat betekent dat het recht niet overdraagbaar is van de ene ouder op de andere.

In de openbare sector is het ook mogelijk om een gewone loopbaanonderbreking aan te vragen, die niet onder dezelfde regels valt als ouderschapsverlof. Het is belangrijk om duidelijk te weten welke regeling het beste past bij de situatie van de werknemer.

Het ouderschapsverlof is dus een waardevolle regeling die jonge ouders ondersteunt bij het combineren van werk en gezin. Door goed te informeren en rekening te houden met de voorwaarden en regels, kunnen werknemers het ouderschapsverlof optimaal gebruiken om hun verantwoordelijkheden als ouder te combineren met hun carrière.

Bronnen

  1. RVA - Ouderschapsverlof
  2. AfA - Ouderschapsverlof

Gerelateerde berichten