Het onderwijsveld biedt werknemers specifieke regelingen rond ouderschapsverlof, die geregeld zijn in zowel de wet als in collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s). Deze regelingen geven onderwijscijfers de mogelijkheid om tijdelijk minder uren te werken of volledig vrij te nemen om voor hun jonge kind te zorgen. Bij het overstap naar een nieuwe baan spelen deze regels een belangrijke rol. Werknemers kunnen onder bepaalde voorwaarden hun resterende ouderschapsverlof meenemen naar de nieuwe werkgever. Bovendien zijn er juridische en fiscale aandachtspunten die zowel oud- als nieuwe werkgever moeten kennen.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de rechten en verplichtingen rond ouderschapsverlof in het onderwijs bij het verlaten van een baan en het aanvaarden van een nieuwe functie. De focus ligt op de regels die geregeld zijn in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO), CAO’s voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, en praktische afspraken die werknemers kunnen treffen bij het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever.
Ouderschapsverlof in het onderwijs: Wettelijke basis
Ouderschapsverlof is een wettelijk vastgelegd recht in Nederland. Op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) heeft elke werknemer recht op 26 maal de arbeidsduur per week in onbetaald ouderschapsverlof. Dit betekent dat een volledig-tijdwerker maximaal 1.040 uren (26 maal 40 uur) kan opnemen, terwijl een deeltijder dit aantal naar rato kan aanpassen.
Buiten deze wettelijke basis zijn er in de onderwijssector aanvullende afspraken in de CAO’s die gunstiger kunnen zijn voor de werknemer. Bijvoorbeeld, in de CAO voor het basisonderwijs is afgesproken dat een volledig-tijdwerker recht heeft op 415 uur betaald ouderschapsverlof en 625 uur onbetaald ouderschapsverlof. Het betaald verlof levert 55% van het salaris op, afhankelijk van het aantal uren dat wordt genomen. Deze afspraken zijn belangrijk om te kennen, omdat ze bepalen welke regelingen van toepassing zijn bij het verlaten van een baan of het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever.
Meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever
Wanneer een werknemer een nieuwe baan aanvaardt in het onderwijs, kan hij of zij onder bepaalde voorwaarden het resterende ouderschapsverlof meenemen naar de nieuwe werkgever. Dit geldt zowel voor onbetaald als betaald ouderschapsverlof. De oud-werkgever is verplicht om een verklaring uit te reiken waaruit blijkt op hoeveel ouderschapsverlof de werknemer nog recht heeft. Deze verklaring is nodig om het verlof te kunnen opnemen bij de nieuwe werkgever.
Vraag om verklaring
De werknemer kan schriftelijk vragen om deze verklaring. Werkgevers zijn verplicht om deze informatie op verzoek op te leveren. Dit is belangrijk, omdat het zorgt voor duidelijkheid over het aantal uren dat nog beschikbaar is.
Overleg tussen oud- en nieuwe werkgever
Als de werknemer het ouderschapsverlof meenemen wil, is er overleg nodig tussen de oud- en de nieuwe werkgever. De oud-werkgever moet het verlof overdragen, en de nieuwe werkgever moet het opnemen binnen de regels van de CAO voor de nieuwe functie. Dit betekent dat de oud-werkgever bijvoorbeeld via een formulier wijzigingen in werknemers met Ziektewet- of WAZO-uitkering moet doorgeven.
Voorwaarden voor meenemen
De regels voor het meenemen van ouderschapsverlof zijn in de CAO voor het basisonderwijs duidelijk gesteld. Het ouderschapsverlof kan meegenomen worden, mits het binnen de regels van de nieuwe CAO valt. De nieuwe werkgever kan bepalen hoeveel uren betaald of onbetaald verlof genomen kan worden, afhankelijk van de afspraken in de CAO voor de nieuwe functie.
Een belangrijk punt is dat het meenemen van betaald ouderschapsverlof niet automatisch betekent dat de vergoeding gelijk blijft. De nieuwe werkgever kan bijvoorbeeld kiezen voor een andere verdeling van betaald en onbetaald verlof, afhankelijk van de afspraken in de CAO. Daarom is het belangrijk dat werknemers zowel hun oude als hun nieuwe werkgever informeren over hun wensen en opties.
Terugbetalingsverplichting bij het verlaten van een baan
Een belangrijk aspect bij ouderschapsverlof is de terugbetalingsverplichting in geval van het verlaten van een baan. In de CAO voor het basisonderwijs is afgesproken dat werknemers die binnen twaalf maanden na het einde van het ouderschapsverlof ontslag nemen of vanwege plichtsverzuim ontslagen worden, verplicht zijn om de betaalde uren terug te betalen.
Een uitzondering op deze regel is dat werknemers die binnen twaalf maanden een nieuwe baan aanvaarden bij een andere onderwijsinstelling die door de rijksoverheid wordt bekostigd, geen salaris hoeven terug te betalen. Dit betekent dat werknemers die binnen het onderwijssector verhuizen hun betaalde ouderschapsverlof meenemen kunnen zonder het te moeten terugbetalen.
Werknemers die het onderwijssector verlaten, kunnen echter wel verplicht worden om de betaalde uren terug te betalen, afhankelijk van de afspraken in de CAO. Ook werknemers die na het ouderschapsverlof minder gaan werken, kunnen in sommige gevallen met een terugbetalingsverplichting worden geconfronteerd.
Betaald ouderschapsverlof in het onderwijs: Afspraken per sector
De afspraken over betaald ouderschapsverlof variëren per sector en zijn geregeld in de CAO’s van het primair en voortgezet onderwijs. Deze afspraken kunnen invloed hebben op hoe ouderschapsverlof meegenomen kan worden naar een nieuwe werkgever.
Primair onderwijs
In het primair onderwijs heeft een volledig-tijdwerker recht op maximaal 1.040 uren ouderschapsverlof. Hiervan kunnen maximaal 415 uren betaald ouderschapsverlof genomen worden. Het betaald verlof levert 75% van het dagloon op als het binnen het eerste levensjaar van het kind wordt opgenomen. Als het verlof daarna genomen wordt, is de vergoeding 55% van het dagloon. Deze regels zijn belangrijk om te kennen bij het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever.
Voortgezet onderwijs
In het voortgezet onderwijs gelden vergelijkbare regels. Werknemers hebben recht op maximaal 830 uren ouderschapsverlof per kind, afhankelijk van de arbeidsduur. Voor een volledig-tijdwerker betekent dit 360 uren betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar tegen 70% van het dagloon, en 470 uren betaald ouderschapsverlof daarna tegen 55% van het dagloon. Deze regels zijn belangrijk om te begrijpen bij het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever.
Praktische tips voor werknemers in het onderwijs
Bij het overstap naar een nieuwe baan is het belangrijk dat werknemers zich goed informeren over de regels rond ouderschapsverlof. Hier zijn enkele praktische tips:
1. Informeer over de CAO van de nieuwe werkgever
Elke werkgever heeft een eigen CAO met afspraken over ouderschapsverlof. Het is verstandig om deze CAO te raadplegen en te vragen hoe ouderschapsverlof wordt geregeld binnen de nieuwe functie.
2. Vraag een verklaring van de oude werkgever
Werknemers die ouderschapsverlof meenemen naar een nieuwe baan, moeten een verklaring aanvragen bij de oude werkgever. Deze verklaring geeft aan op hoeveel ouderschapsverlof ze nog recht hebben en hoeveel uren betaald of onbetaald verlof nog beschikbaar is.
3. Overleg met de nieuwe werkgever
Het is belangrijk om met de nieuwe werkgever overleg te hebben over de afspraken rond ouderschapsverlof. Werknemers kunnen vragen of het ouderschapsverlof meegenomen kan worden binnen de regels van de nieuwe CAO.
4. Let op juridische verplichtingen
Werknemers moeten zich bewust zijn van de juridische verplichtingen rond ouderschapsverlof, zoals de terugbetalingsregeling. Als de werknemer binnen twaalf maanden na het ouderschapsverlof ontslag neemt of vanwege plichtsverzuim ontslagen wordt, kan er een verplichting zijn om de betaalde uren terug te betalen.
5. Houd rekening met fiscale aandachtspunten
Het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever kan fiscale gevolgen hebben. Werknemers moeten ervoor zorgen dat de verklaringen en afspraken correct zijn en dat de betaalde uren binnen de regels van de nieuwe CAO vallen.
Conclusie
Ouderschapsverlof in het onderwijs biedt werknemers de mogelijkheid om tijdelijk minder uren te werken of volledig vrij te nemen om voor hun jonge kind te zorgen. Bij het overstap naar een nieuwe baan is het belangrijk om zich bewust te zijn van de regels rond ouderschapsverlof. Werknemers kunnen onder bepaalde voorwaarden hun resterende ouderschapsverlof meenemen naar een nieuwe werkgever. De oud-werkgever is verplicht om een verklaring uit te reiken, en de nieuwe werkgever moet het verlof opnemen binnen de regels van de CAO voor de nieuwe functie.
De wettelijke basis van ouderschapsverlof is vastgelegd in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO), en aanvullende afspraken zijn geregeld in de CAO’s voor het primair en voortgezet onderwijs. Het meenemen van ouderschapsverlof kan juridische en fiscale gevolgen hebben, en werknemers moeten ervoor zorgen dat ze zich goed informeren over de regels en overleggen met zowel hun oude als nieuwe werkgever.
Bij het verlaten van een baan is er een terugbetalingsverplichting voor betaald ouderschapsverlof, tenzij de werknemer een nieuwe baan aanvaardt binnen het onderwijssector. Het is belangrijk dat werknemers deze regels begrijpen en ervoor zorgen dat ze hun rechten en verplichtingen kennen.
In het onderwijssector is ouderschapsverlof een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Het meenemen van ouderschapsverlof naar een nieuwe werkgever is een praktische mogelijkheid, maar vereist wel duidelijkheid over de regels en overleg met zowel de oude als de nieuwe werkgever.
Bronnen
- Helpdesk beantwoordt: Omvang en inhoud ouderschapsverlof bij verschillende cao’s oude en nieuwe werkgever
- Juridisch advies: Nieuwe baan, ouderschapsverlof terugbetalen?
- Ouderschapsverlof onderwijs: Wat u moet weten
- Kan ik mijn ouderschapsverlof meenemen naar nieuwe werkgever?
- Ik werk in het onderwijs: Heb ik recht op betaald ouderschapsverlof?