Sinds 1 januari 2019 zijn verschillende wijzigingen aangebracht in de regelingen rond ouderschapsverlof in Nederland. Deze wijzigingen zijn onderdeel van de bredere inspanningen om de balans tussen werk en privé te verbeteren, zoals voorgesteld in de Europese richtlijn over werk-privébalans. In deze artikel worden de wijzigingen vanaf 1 januari 2019 besproken, met aandacht voor de regelingen voor ouderschapsverlof, het recht op uitkering, en de rol van werkgevers.
Ouderschapsverlof en zijn uitbreiding in 2019
Vanaf 1 januari 2019 is het ouderschapsverlof voor partners van moeders uitgebreid. Eerder hadden partners recht op twee betaalde dagen na de geboorte van hun kind. Sinds 2019 zijn dit vijf betaalde werkdagen, waardoor partners langer de kans krijgen om hun rol in de opvoeding in te vullen. Deze uitbreiding is onderdeel van een bredere inspanning om vaders meer betrokken te krijgen in de opvoeding, zoals duidelijk vermeld in de bronnen.
Naast deze vijf betaalde dagen, is er een verdere uitbreiding van het ouderschapsverlof gepland. Vanaf 1 juli 2020 krijgen partners nog eens vijf weken betaald verlof in de eerste zes maanden van een baby. Dit betekent dat partners in totaal vijftien weken betaald verlof kunnen opnemen in de eerste levensmaand van hun kind. Moeders hebben eveneens recht op deze negen weken betaald ouderschapsverlof, naast het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Deze maatregelen zijn een uitwerking van de Europese richtlijn en geven ouders de mogelijkheid om hun kinderopvoeding te combineren met hun werk. In de praktijk betekent dit dat ouders nu meer flexibiliteit hebben in het plannen van hun werk en gezin, iets dat in de bronnen wordt benadrukt als een positieve ontwikkeling.
Betaald ouderschapsverlof: uitkering en voorwaarden
In de regel is ouderschapsverlof in Nederland onbetaald. Echter, sinds 2019 zijn er uitbreidingen in de regeling die bepalen dat ouders in bepaalde gevallen wel recht hebben op een uitkering. Deze uitkering wordt verstrekt door de Uitkeringenwet (UWV) en is vanaf 2 augustus 2022 opgenomen in de Wet betaald ouderschapsverlof. Echter, vanaf 1 januari 2019 is de uitbreiding van het ouderschapsverlof al van kracht, ondanks dat de uitkering niet direct in werking treedt.
De uitkering tijdens ouderschapsverlof bedraagt 50% van het dagloon, met een maximum van 50% van het maximum dagloon. Werknemers kunnen deze uitkering opvragen bij UWV, maar pas na afloop van het ouderschapsverlof. Dit betekent dat ouders op eigen kosten verder moeten zien tijdens het ouderschapsverlof, behalve voor de negen eerst genoemde weken.
De uitkering is niet gelijk aan het loon dat ouders tijdens hun werk ontvangen, maar biedt wel een zekere financiële ondersteuning. De regelgeving is opgenomen in de Wet arbeid en zorg (WAZO), waarin staat dat werknemers het recht hebben op ouderschapsverlof per kind. Het maximum aantal verlofuren per kind bedraagt 26 keer de wekelijkse arbeidsduur.
Werkgeversaansprakelijkheid en cao-afspraken
Een belangrijke verandering vanaf 1 januari 2019 is dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor de financiering van het extra verlof. In het geval van partners, is het werkgever degen die verantwoordelijk is voor de kosten van het uitgebreide betaald verlof van vijf dagen. Dit betekent dat werkgevers, zoals vermeld in de bronnen, hun reglementen moeten aanpassen om deze verplichtingen te vervullen.
Bij sommige werkgevers is het ouderschapsverlof echter al voorzien in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao). Deze cao-afspraken kunnen de regels rond ouderschapsverlof aanvullen of zelfs verbeteren. Zo is bijvoorbeeld het gezondheidszorgbedrijf Janssen al sinds 2018 voorzien van een aanzienlijk uitgebreid ouderschapsverlof. Hierbij is het zwangerschapsverlof uitgebreid van zestien naar twintig weken, en partners krijgen acht weken verlof in plaats van de wettelijke twee dagen. Deze voorbeelden tonen aan dat het ouderschapsverlof in de praktijk al verder kan gaan dan de wettelijke voorwaarden, afhankelijk van de werkgever.
Het voorstel voor de Wet betaald ouderschapsverlof is reeds aangenomen door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer wilde zelfs dat de uitkering verhoogd zou worden naar 70% van het dagloon. Het kabinet heeft echter voorlopig gekozen om aan te houden wat in het regeerakkoord staat, en een eerste uitwerking van de plannen is in voorbereiding.
Ouderschapsverlof bij adoptie
Naast ouderschapsverlof na een geboorte, is er ook een aparte regeling voor ouders die een kind adopteren. Vanaf 1 januari 2019 krijgen adoptie-ouders recht op 6 weken adoptieverlof. Dit is een uitbreiding van de vroegere regeling, waarbij ouders slechts 4 weken adoptieverlof hadden. Ook bij adoptie-ouders is het mogelijk om ouderschapsverlof op te nemen, zolang het binnen 26 weken wordt genomen.
Een belangrijk aspect is dat zelfstandigen geen recht hebben op uitkering tijdens adoptieverlof. Dit is een beperking die in de bronnen duidelijk wordt genoemd. Voor deze groep is het dus belangrijk om van tevoren financiële plannen te maken om het verlof te kunnen nemen.
Ouderschapsverlof en werknemersgedrag
Hoewel de regelingen rond ouderschapsverlof zijn uitgebreid, is het gebruik van ouderschapsverlof onder vaders nog steeds relatief laag. In 2016 nam 11% van de vaders ouderschapsverlof op, tegenover 6% in 2006. Hoewel dit een aanzet is, is het duidelijk dat er nog veel verbetering mogelijk is. De regering hoopt dat de uitbreiding van het betaald ouderschapsverlof zal leiden tot een hogere deelname bij vaders. In de praktijk is het echter nog steeds zo dat slechts ongeveer een derde van de ouders ouderschapsverlof opnemen, zoals vermeld in de bronnen.
De regering verwacht dat de uitbreiding van het ouderschapsverlof en de introductie van een uitkering zullen leiden tot meer betrokkenheid bij de opvoeding, vooral bij vaders. De verwachting is dat circa 165.000 werknemers op termijn baat hebben bij deze maatregel.
Ouderschapsverlof in de Europese context
De regelingen rond ouderschapsverlof in Nederland zijn niet alleen een nationaal thema, maar ook onderdeel van de bredere Europese richtlijnen. In juni 2018 stond een meerderheid van de Europese ministers van Sociale zaken achter een voorstel dat werknemers recht moet krijgen op minimaal tien dagen betaald kraamverlof en zes weken betaald ouderschapsverlof. In Nederland was het ouderschapsverlof voorheen in de regel onbetaald, tenzij hier andere afspraken in de cao zijn gemaakt.
De regelingen rond ouderschapsverlof verschillen sterk tussen de EU-lidstaten. Deze verschillen kunnen leiden tot oneerlijke concurrentie, omdat werkgevers in sommige landen meer geld kwijt zijn aan verlof dan in andere landen. Nederland probeert hierin balans te maken door de regelingen te verbeteren en te houden aan de Europese richtlijnen.
Praktische aspecten van ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof kan op verschillende manieren worden genomen. Ouders kunnen kiezen om het verlof gespreid of aaneengesloten binnen 26 weken op te nemen. Dit biedt flexibiliteit en maakt het mogelijk om het verlof aan te passen aan de individuele situatie van het gezin en de werkgever.
Een belangrijk punt is dat ouders moeten aangeven wanneer zij het ouderschapsverlof willen opnemen. Deze beslissing is meestal van tevoren met de werkgever af te spreken. Het is daarom aan te raden om vroegtijdig met de werkgever te overleggen over de planning van het ouderschapsverlof.
Voor zelfstandigen is het ouderschapsverlof iets ingewikkelder. Zij hebben recht op een zwangerschaps- en bevallingsverlof, maar de regelingen voor ouderschapsverlof zijn afwijkend. Zelfstandigen hebben recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal 16 weken, bekend als de ZEZ-regeling (regeling Zelfstandig en Zwanger). Door deze regeling kunnen zelfstandige moeders verlof opnemen, maar zij hebben geen recht op uitkering tijdens een eventueel adoptieverlof.
Toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen
Hoewel de regelingen rond ouderschapsverlof zijn uitgebreid, blijft het ouderschapsverlof een complexe materie. De huidige regelingen zijn volgens sommigen nog steeds te ingewikkeld en vereisen veel administratie. De SER adviseert daarom tot een vereenvoudiging en uitbreiding van het ouderschapsverlof. Dit betekent dat kraamverlof en partnerverlof in het ouderschapsverlof kunnen worden samengevoegd, wat zou leiden tot een duidelijkere en eenvoudigere regeling.
Het kabinet is bewust van deze kritiek en probeert de regelingen zo eenvoudig mogelijk te maken. De uitwerking van de Wet betaald ouderschapsverlof is een stap in die richting. Deze wet moet op uiterlijk 2 augustus 2022 in de nationale wetgeving zijn verwerkt, een datum die lijkt haalbaar.
Een uitdaging is dat ouderschapsverlof niet altijd van toepassing is op alle situaties. Zo is er bijvoorbeeld geen specifieke regeling voor ouders die een kind adopteren en tegelijkertijd ook een zwangerschap doorstaan. Deze gevallen vereisen extra aandacht en eventueel aanpassingen in de wetgeving.
Samenvatting
Ouderschapsverlof is in 2019 ingrijpend veranderd. Partners van moeders hebben sinds 1 januari 2019 recht op vijf betaalde dagen, en vanaf 1 juli 2020 nog eens vijf extra weken. Moeders hebben ook recht op deze negen weken betaald ouderschapsverlof, naast het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof. Deze regelingen zijn onderdeel van de Europese richtlijn en geven ouders de mogelijkheid om hun kinderopvoeding te combineren met hun werk.
De uitkering tijdens ouderschapsverlof is sinds 2022 opgenomen in de Wet betaald ouderschapsverlof. Werknemers krijgen van UWV een uitkering ter hoogte van 50% van hun dagloon, tot 50% van het maximum dagloon. Deze uitkering is echter pas beschikbaar na afloop van het ouderschapsverlof. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de financiering van het ouderschapsverlof, wat betekent dat zij hun reglementen moeten aanpassen om deze verplichtingen te vervullen.
Ouderschapsverlof bij adoptie is ook veranderd. Vanaf 1 januari 2019 krijgen adoptie-ouders recht op 6 weken adoptieverlof. Echter, zelfstandigen hebben geen recht op uitkering tijdens adoptieverlof. Het gebruik van ouderschapsverlof onder vaders is nog steeds laag, maar de regering hoopt dat de uitbreiding van het ouderschapsverlof en de introductie van een uitkering hierin zal leiden tot verbetering.
De regelingen rond ouderschapsverlof verschillen sterk tussen de EU-lidstaten. Nederland probeert hierin balans te maken door de regelingen te verbeteren en te houden aan de Europese richtlijnen. De huidige regelingen zijn volgens sommigen nog steeds te ingewikkeld en vereisen extra aandacht. De uitwerking van de Wet betaald ouderschapsverlof is een stap in de richting van vereenvoudiging en duidelijkheid.
In de praktijk is het ouderschapsverlof een complexe materie die aandacht verdient van zowel ouders als werkgevers. Het is aan te raden om vroegtijdig met de werkgever overleg te plegen en eventuele cao-afspraken te controleren. Ook kan het nuttig zijn om zich te informeren over de regelingen rond ouderschapsverlof bij adoptie en pleegzorg, aangezien deze situaties extra aandacht vereisen.