Ouderschapsverlof is een belangrijke regeling binnen de Nederlandse arbeidsmarkt, vooral voor werknemers die werkzaam zijn in de publieke sector. Deze regeling maakt het mogelijk voor ouders om tijd te nemen voor hun kind of adoptiekind, en tegelijkertijd een gedeelte van hun inkomsten te behouden. In de context van de CAO Gemeenten, de CAO SGO en de CAR-UWO voor veiligheidsregio’s zijn er specifieke regels en wijzigingen die vanaf 2023 en 2024 van kracht zijn. Deze regels omvatten het recht op ouderschapsverlof, de loondoorbetaling, het maximum aantal uren, en de administratieve procedures. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige regels, aanvullende informatie uit de CAO’s en CAR/UWO, en de wijzigingen die zijn doorgevoerd. Daarnaast worden relevante praktische aspecten belicht, zoals de aanvraagprocedure, loondoorbetaling per salarisband, en de invloed op vakantie- en pensioenregelingen.
Algemene regels voor ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof in de CAO’s en CAR/UWO is gericht op medewerkers die in dienst zijn van gemeentelijke organisaties of veiligheidsregio’s. Deze regelingen verlenen het recht om verlof te nemen voor kinderen jonger dan acht jaar. De verlofperiode kan verdeeld worden in meerdere stukken, afhankelijk van de wensen van de werknemer en de afspraken met de werkgever. Het totale aantal uren ouderschapsverlof is afhankelijk van de reguliere werkdagen per week. Medewerkers kunnen in totaal 26 keer het aantal uren ouderschapsverlof opnemen dat ze normaal per week werken. Van deze 26 werkweken is er een maximum van 13 werkweken betaald ouderschapsverlof, waarbij de werkgever een deel van het salaris doorbetaalt.
Ouderschapsverlof is beschikbaar voor zowel vaders als moeders. Bij tweelingen of meerdere kinderen tegelijk is het ouderschapsverlof dubbel, maar het betaald ouderschapsverlof is beperkt tot 13 werkweken per kind. Werknemers kunnen ouderschapsverlof opnemen voor eigen kind, adoptiekind, erkend kind of pleegkind. Voor stiefkinderen of aspirant-adoptiekinderen is ouderschapsverlof mogelijk, mits het kind bij hen is ingeschreven in de basisregistratie personen.
Betaald ouderschapsverlof en loondoorbetaling
Het betaald ouderschapsverlof is een aanvulling op het wettelijk verlof en wordt geregeld via de CAO’s en CAR/UWO. Medewerkers kunnen in totaal 13 werkweken betaald ouderschapsverlof opnemen, verdeeld over meerdere stukken. Het percentage loondoorbetaling is afhankelijk van het salarisniveau van de werknemer. Het loondoorbetalingpercentage wordt bepaald aan de hand van salarisschalen, die binnen de CAO’s zijn vastgelegd. Voor werknemers met een salaris dat lager is dan of gelijk aan het maximum van salarisschaal 2 geldt een loondoorbetaling van 80%. Voor werknemers met een salaris tussen het maximum van schaal 2 en schaal 4 geldt 70%. Voor werknemers met een salaris hoger dan het maximum van schaal 4 geldt 50% loondoorbetaling.
Het loondoorbetalingpercentage is niet veranderbaar, tenzij in de CAO’s of CAR/UWO expliciet staat dat werknemers andere percentages kunnen kiezen. Het is belangrijk om te weten dat de loondoorbetaling alleen geldt voor het betaald ouderschapsverlof. Het wettelijk ouderschapsverlof is onbetaald, maar wel verplicht voor de werkgever om te verlenen. Werknemers kunnen hun ouderschapsverlof opnemen in het eerste kalenderjaar na de geboorte of aankomst van het kind.
Aanvraagprocedure en administratieve vereisten
Om ouderschapsverlof aan te vragen, dient een medewerker het ‘Aanvraagformulier Ouderschapsverlof’ in te vullen en in te dienen bij de werkgever. Dit formulier moet minstens drie maanden voor de gewenste ingangsdatum worden ingediend. Tijdens de aanvraagprocedure dient ook het ‘Verklaring Ouderschapsverlof’-formulier gelijktijdig ingediend te worden. Beide formulieren zijn verplicht voor het aanvragen van ouderschapsverlof. Indien één van deze formulieren ontbreekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
De aangepaste werktijden tijdens het ouderschapsverlof worden in overleg met de leidinggevende van de medewerker vastgesteld. De medewerker kan zelf bepalen hoe lang het ouderschapsverlof duurt, hoe het verdeeld wordt en welk loondoorbetalingpercentage geldt. Het ouderschapsverlof kan op verschillende momenten worden opgenomen, zolang de werknemer het binnen het kader van de CAO of CAR/UWO plaatst. Het verlof kan bijvoorbeeld verdeeld worden in meerdere stukken of opgenomen in het tweede of derde jaar na de geboorte van het kind, mits er geen sprake is van een zwaarwegend dienstbelang.
Invloed op vakantie en pensioenregelingen
Werknemers die ouderschapsverlof opnemen bouwen vakantie op over de uren die ze opnemen. Het opgenomen ouderschapsverlof telt mee voor het berekenen van het vakantietegoed, mits het verlof in het kader van de CAO of CAR/UWO is opgenomen. Het verlof is ook van invloed op pensioenregelingen, aangezien het betaald ouderschapsverlof meetaat in de berekening van het pensioen. Werknemers met een pensioenregeling binnen de CAO’s of CAR/UWO moeten dit aspect in overleg brengen met hun werkgever of pensioenfonds.
Het opnemen van ouderschapsverlof heeft geen invloed op de loonheffing of de verplichte sociale verzekeringen, zoals de zorgverzekering en de AOW-premie. De verplichte verzekeringen blijven gelden tijdens het ouderschapsverlof, ook als het verlof betaald is. Werknemers moeten zich daarom op de hoogte stellen van de eventuele administratieve stappen die nodig zijn voor het opnemen van ouderschapsverlof.
Wijzigingen in 2023 en 2024
Vanaf 31 december 2023 zijn er wijzigingen in de regels voor ouderschapsverlof in de CAO Gemeenten en CAO SGO. In de CAR-UWO voor veiligheidsregio’s zijn de wijzigingen van kracht per 1 januari 2024. De wijzigingen betreffen de loondoorbetaling, het maximum aantal uren ouderschapsverlof en de administratieve procedure. Het wettelijk ouderschapsverlof blijft gelijk: 26 werkweken ouderschapsverlof, waarvan 9 werkweken betaald ouderschapsverlof.
De wijzigingen in de loondoorbetaling zijn beperkt tot het percentage dat wordt doorbetaald door de werkgever. Werknemers met een salaris lager dan of gelijk aan het maximum van salarisschaal 2 krijgen 80% van hun salaris doorbetaald. Werknemers met een salaris hoger dan het maximum van schaal 2, maar lager dan of gelijk aan het maximum van schaal 4 krijgen 70% doorbetaald. Werknemers met een salaris hoger dan het maximum van schaal 4 krijgen 50% doorbetaald. Deze percentages zijn niet veranderd, maar er zijn aanvullende regels opgenomen in de CAO’s en CAR/UWO.
De administratieve procedure is verder gestroomlijnd. Werknemers kunnen ouderschapsverlof aanvragen via een digitaal formulier, dat via de werkgever beschikbaar is. De ingediende formulieren worden automatisch doorgevoerd naar het HR- of personeelsadministratieplatform van de werkgever. Dit zorgt voor een snellere en transparantere procedure.
Praktische aspecten en voorbeelden
Om ouderschapsverlof te kunnen opnemen, is het belangrijk dat werknemers zich op de hoogte stellen van de regels in hun CAO of CAR/UWO. Bijvoorbeeld, een werknemer die 32 uur per week werkt, heeft recht op 26 x 32 = 832 uur ouderschapsverlof. Hiervan is 13 x 32 = 416 uur betaald ouderschapsverlof. Het loondoorbetalingpercentage is afhankelijk van het salarisniveau van de werknemer. Als de werknemer in salarisschaal 2 zit, krijgt hij 80% van zijn salaris doorbetaald. Als de werknemer in salarisschaal 4 zit, krijgt hij 50% doorbetaald.
Het ouderschapsverlof kan verdeeld worden in meerdere stukken. Bijvoorbeeld, een werknemer kan kiezen om 4 uur per week ouderschapsverlof op te nemen gedurende 208 weken (26 x 4). Deze verdeling is mogelijk binnen de CAO’s en CAR/UWO, mits er geen sprake is van een zwaarwegend dienstbelang. Werknemers kunnen het ouderschapsverlof opnemen in het eerste kalenderjaar na de geboorte of aankomst van het kind, maar het is ook mogelijk om het verlof later op te nemen, mits het binnen het kader van de CAO of CAR/UWO valt.
Ouderschapsverlof en arbeidsongeschiktheid
Het ouderschapsverlof kan in combinatie met arbeidsongeschiktheid genomen worden, mits de werknemer in overleg is geweest met de werkgever. De regels voor arbeidsongeschiktheid zijn afzonderlijk van de regels voor ouderschapsverlof geregeld, maar er zijn aanvullende regels opgenomen in de CAR-UWO voor veiligheidsregio’s. Deze aanvullende regels zijn verwerkt in een toolkit die bedoeld is voor werkgevers in de sector Veiligheidsregio’s. De toolkit bevat praktische informatie over de regels, een Q&A en voorbeeldteksten om medewerkers te informeren.
Werknemers kunnen ouderschapsverlof opnemen in combinatie met arbeidsongeschiktheid, maar de loondoorbetaling is dan afhankelijk van de regels voor arbeidsongeschiktheid. Het ouderschapsverlof telt niet mee voor het berekenen van de loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid, maar het verlof kan wel gebruikt worden om de werkdagen te compenseren die verloren zijn gegaan door de arbeidsongeschiktheid.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijke regeling binnen de CAO’s en CAR/UWO voor gemeenten en veiligheidsregio’s. Het verlof maakt het mogelijk voor werknemers om tijd te nemen voor hun kind of adoptiekind, en tegelijkertijd een gedeelte van hun inkomsten te behouden. De regels zijn duidelijk geregeld in de CAO’s en CAR/UWO, en de loondoorbetaling is afhankelijk van het salarisniveau van de werknemer. Werknemers kunnen ouderschapsverlof opnemen voor kinderen jonger dan acht jaar, en het verlof kan verdeeld worden in meerdere stukken. Het verlof telt mee voor het berekenen van het vakantietegoed en het pensioen, en de administratieve procedure is gestroomlijnd via een digitaal formulier. Vanaf 2023 en 2024 zijn er wijzigingen in de regels, die vooral betreffen de loondoorbetaling en de administratieve procedure. Werknemers moeten zich op de hoogte stellen van de regels in hun CAO of CAR/UWO, en eventueel in overleg treden met hun werkgever of HR-afdeling.