Ouderschapsverlof speelt een belangrijke rol in de balans tussen werk en gezin in Nederland. Werknemers in de sector sociaal werk zijn onder andere geregeld in de CAO Sociaal Werk, die uitgebreide regelingen biedt voor ouderschapsverlof. Deze regelingen zijn aangevuld op de wettelijke bepalingen, zoals beschreven in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) en de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO). In deze artikel worden de wettelijke en cao-gereguleerde aanspraken voor ouderschapsverlof in de CAO Sociaal Werk uitgebreid toegelicht, met een focus op de veranderingen sinds 2 augustus 2022.
Wettelijke basisregels voor ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof is geregeld in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO). Een werknemer heeft het recht om ouderschapsverlof op te nemen voor kinderen tot 8 jaar oud. Dit verlof kan voor elk kind worden aangevraagd en is niet beperkt tot één kind tegelijk. Beide ouders hebben het recht op ouderschapsverlof, ongeacht de werkdagen of contractduur. Werknemers kunnen ouderschapsverlof aanvragen zodra ze in dienst zijn, en dit geldt ook voor pleegkinderen, stiefkinderen, adoptie- of aspirant-adoptiekinderen. Het kind dient bij de ouder te wonen volgens de basisregistratie personen.
Voor een ouderschapsverlof zijn meerdere uren beschikbaar. De maximale duur is 26 weken, waarbij elke week gelijk is aan het aantal uur dat de werknemer normaal gesproken per week werkt. Deze 26 weken kunnen worden opgenomen op een gewenste tijdstip, mits het niet in tegenspraak is met de werkorganisatie. De werknemer kan ouderschapsverlof aanvragen voor een kind, adoptiekind of erkend kind. Ouderschapsverlof is ook mogelijk voor pleeg- of stiefkinderen, zolang het kind bij de ouder woont.
Wettelijk betaald ouderschapsverlof
Sinds 2 augustus 2022 geldt ook wettelijk betaald ouderschapsverlof. Werknemers hebben het recht op negen weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof tijdens het eerste levensjaar van hun kind of het eerste jaar dat het kind via adoptie of pleegzorg in het gezin is gekomen. Deze regeling is onderdeel van de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO), die in werking is getreden in 2022. Het wettelijk betaald ouderschapsverlof is dus een aanvulling op de oude wettelijke regels uit de WAZO.
Bij het wettelijk betaald ouderschapsverlof ontvangt de werknemer 70% van het gewone salaris. Deze uitkering wordt geregeld door UWV. De betaalde uren zijn beperkt tot negen weken en het verlof dient binnen het eerste levensjaar van het kind of binnen het eerste jaar van adoptie of pleegzorg genomen te worden. Deze regeling geldt voor alle werknemers in Nederland, ongeacht de sector.
Aanvullende regelingen in de CAO Sociaal Werk
Buiten de wettelijke regels biedt de CAO Sociaal Werk extra regelingen voor ouderschapsverlof. Deze aanvullende regelingen zijn bedoeld om werknemers in de sector sociaal werk te ondersteunen bij het combineren van werk en gezin. De CAO-regelingen zijn wettelijk aangevuld en bieden extra bescherming en voordelen.
De aanvullende regeling in de CAO Sociaal Werk is sinds 2022 gewijzigd. Eerst was er een regeling voor betaald ouderschapsverlof tot 1 april 2025. Daarbij kreeg de werknemer 40% van het salaris over maximaal de helft van de wekelijkse werkuren, gedurende maximaal 12 maanden. Deze regeling is nu volledig gewijzigd. Werknemers krijgen nu 100% van hun salaris tijdens het wettelijk betaald ouderschapsverlof. Dit betekent dat alle arbeidsvoorwaarden, zoals verlofopbouw en pensioen, ook tijdens het ouderschapsverlof doorgaan. Daarnaast kan de werknemer het loopbaanbudget en IKB (Individueel Competentiebeleid) opbouwen tijdens het ouderschapsverlof.
Voor de aanvullende regeling in de CAO Sociaal Werk zijn meerdere voorwaarden van toepassing. Eerst moet de werkgever de uitkering voor de werknemer daadwerkelijk ontvangen. Vervolgens is het belangrijk om te weten dat ouderschapsverlof dat voor 1 april 2025 is ingegaan of aangevraagd, bepaalde bepalingen volgt. De werknemer heeft recht op 26 weken ouderschapsverlof, conform Hoofdstuk 6 van de WAZO. In afwijking van de wettelijke regels gelden ook specifieke bepalingen uit de CAO Sociaal Werk.
De vergoeding voor ouderschapsverlof in de CAO Sociaal Werk bedraagt 40% van het salaris over maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang. Deze vergoeding duurt maximaal twaalf aaneengesloten maanden, en het recht op deze vergoeding ontstaat pas na het wettelijk betaald ouderschapsverlof. Mocht de werknemer niet in aanmerking komen voor het wettelijk betaald ouderschapsverlof, dan ontstaat het recht op deze vergoeding direct.
De vergoeding cumuleert niet met de uitkering uit de WBO. Aanvullende regelingen zoals pensioenopbouw zijn wel mogelijk. Zo kan de werknemer de pensioenopbouw vrijwillig voortzetten tijdens ouderschapsverlof, waarbij de werkgever het werkgeversdeel van de pensioenpremie betaalt gedurende een periode van maximaal twaalf maanden per kind.
Ook de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering zijn beïnvloed door ouderschapsverlof. De vergoeding tijdens ouderschapsverlof wordt meegenomen in de berekening van de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. Werknemers bouwen geen vakantieverlof op tijdens ouderschapsverlof, maar wel vitaliteitsuren, indien van toepassing.
Aanvraagproces en praktische toepassing
Het aanvragen van ouderschapsverlof moet eerst worden besproken met de leidinggevende. De werknemer moet duidelijk communiceren over het gewenste aantal uren ouderschapsverlof, de tijdsperiode en de wijze waarop het verlof genomen gaat worden. Het is belangrijk om dit zoveel mogelijk vooraf te regelen, zodat de werkorganisatie niet verstoord raakt.
Het aanvraagproces is vrij flexibel, aangezien ouderschapsverlof voor meerdere kinderen tegelijk genomen kan worden. Ook is het niet nodig om eerst ouderschapsverlof voor één kind op te nemen voordat het verlof voor een ander kind kan worden aangevraagd. Beide ouders kunnen onafhankelijk van elkaar ouderschapsverlof opnemen, wat extra flexibiliteit biedt.
Het ouderschapsverlof kan opgeschort of beëindigd worden, bijvoorbeeld bij een wijziging in de arbeidsduur of tijdens ziekte. In dergelijke gevallen dient de werknemer dit met de werkgever te bespreken. Ook kan ouderschapsverlof veranderen als de arbeidsduur van de werknemer verandert. In dat geval verandert ook het aantal uren ouderschapsverlof waarop de werknemer recht heeft.
Overgangsregeling en looninrichting
Tot 1 april 2025 bestond een overgangsregeling voor ouderschapsverlof. Deze regeling was in lijn met de oude CAO-regels, waarbij de werknemer 40% van het salaris over maximaal de helft van de wekelijkse werkuren kreeg. Deze regeling is nu volledig gewijzigd, en de nieuwe regels zijn vanaf 1 april 2025 van toepassing.
De looninrichting voor ouderschapsverlof is in de CAO Sociaal Werk bijgewerkt. Werkgevers zijn verplicht om de nieuwe regels in de loonadministratie te implementeren. De parameter voor ouderschapsverlof is standaard op ‘Nee’ gezet, zodat bestaande medewerkers niet direct onder de nieuwe regels vallen. Werkgevers moeten handmatig de parameter op ‘Ja’ zetten voor nieuwe aanvragen vanaf 1 april 2025. Daarnaast is het belangrijk om de instelling ‘Vermindering uren pensioen ivm betaald ouderschapsverlof’ te controleren, omdat deze invloed heeft op de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof.
Terugbetaling bij vertrek
Een belangrijke bepaling in de CAO Sociaal Werk is dat de werknemer de ontvangen vergoeding voor ouderschapsverlof terugbetaalt aan de werkgever, indien het dienstverband eindigt op initiatief van de werknemer of bij ontslag op staande voet binnen zes maanden na het einde van ouderschapsverlof. Deze terugbetaling is verplicht, tenzij het vertrek het gevolg is van een geweigerd verzoek van de werkgever om de arbeidsduur aan te passen aan de arbeidsduur tijdens het ouderschapsverlof.
Deze regeling was vooral van toepassing tot 2 augustus 2022, waarbij de terugbetalingsplicht bij vertrek uit de sector Rijk is vervallen. Sindsdien is het niet langer verplicht om ouderschapsverlof terug te betalen bij vertrek, wat extra voordelen biedt voor werknemers die de sector verlaten.
Samenvatting
Ouderschapsverlof in de CAO Sociaal Werk biedt werknemers in de sector sociaal werk uitgebreide mogelijkheden om ouderschapstaken te combineren met betaalde arbeid. De wettelijke regels uit de WAZO en de WBO zijn aangevuld met extra regelingen uit de CAO, die extra voordelen bieden, zoals betaald ouderschapsverlof, pensioenopbouw en vrijwillige verlofberekening. De nieuwe regels sinds 2022 zijn gericht op extra ondersteuning voor werknemers en een betere balans tussen werk en gezin.
Het aanvraagproces is vrij flexibel, en beide ouders kunnen onafhankelijk ouderschapsverlof opnemen. Ook zijn er regelingen voor het opschorten of beëindigen van ouderschapsverlof in bijzondere omstandigheden. De looninrichting is bijgewerkt, zodat ouderschapsverlof nu volledig in lijn is met de nieuwe CAO-regels. Werknemers die ouderschapsverlof opnemen, moeten zich bewust zijn van de eventuele terugbetalingsplicht bij vertrek, tenzij de werknemer ontslag neemt nadat de werkgever een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur heeft geweigerd.
Conclusie
Ouderschapsverlof in de CAO Sociaal Werk biedt werknemers in de sector sociaal werk een uitgebreid kader voor het combineren van werk en gezin. De wettelijke regels uit de WAZO en de WBO zijn aangevuld met extra regelingen die flexibiliteit en ondersteuning bieden. De nieuwe regels sinds 2022, zoals het 100% betaald ouderschapsverlof en het vrijwillig voortzetten van pensioenopbouw, zijn bedoeld om werknemers beter te ondersteunen bij ouderschapsverlof. De CAO-regelingen zijn van toepassing op kinderen tot 8 jaar oud, en beide ouders kunnen onafhankelijk ouderschapsverlof opnemen. De looninrichting is bijgewerkt, en het aanvraagproces is vrij flexibel. Werknemers die ouderschapsverlof opnemen, moeten zich bewust zijn van eventuele terugbetalingsplicht bij vertrek, tenzij het vertrek het gevolg is van een geweigerd verzoek van de werkgever.