Ouderschapsverlof in cao-regelingen: Wijzigingen, regels en uitvoering per 1 april 2025

Ouderschapsverlof speelt een belangrijke rol in het zorgzame opgroeien van kinderen en het evenwicht tussen werk en gezin. In Nederland is ouderschapsverlof sinds 2022 gedeeltelijk betaald, en sinds 1 april 2025 is er bovendien een vernieuwde regeling in werking getreden. Deze regeling is opgenomen in diverse collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) en heeft het opnemen van ouderschapsverlof voor werknemers en werkgevers aanzienlijk veranderd. De nieuwe cao-regeling is een aanvulling op de wettelijke regeling en biedt werkgevers en werknemers duidelijkheid over de uitvoering van ouderschapsverlof, het opnemen van verlofuren, en het verloop van de salarisvergoedingen.

In dit artikel worden de wijzigingen in de cao-regelingen voor ouderschapsverlof besproken, inclusief de wijze waarop ouderschapsverlof in de praktijk wordt uitgevoerd, het aandeel van de werkgever en de werknemer in de financiering, en de invloed op vakantieopbouw, pensioen en andere arbeidsvoorwaarden. Verder wordt ingegaan op de verschillen tussen de wettelijke regeling en de cao-aanvullingen, en op het verloop van ouderschapsverlof in het kader van meervoudige geboortes, adopties en pleegzorg.

De wettelijke regeling voor ouderschapsverlof

Sinds 2 augustus 2022 is de Wet betaald ouderschapsverlof (WBO) van kracht. Deze wet stelt dat werknemers in het eerste levensjaar van hun kind recht hebben op negen weken betaald ouderschapsverlof. Gedurende deze periode ontvangt de werknemer 70% van hun loon, uitgekeerd door de Uitkeringenwet (UWV). Deze uitkering geldt voor zowel moeders als vaders, en voor zowel biologische als adoptie- of pleegouders. De werknemer kan ouderschapsverlof opnemen tot het kind 8 jaar is, maar de betaalde periode is beperkt tot het eerste levensjaar van het kind.

De wettelijke regeling bepaalt dat ouderschapsverlof uitkomt op 26 keer het aantal uren dat een werknemer per week werkt. Dit betekent dat een werknemer die volledig werkt (40 uur per week) in totaal maximaal 1040 uren ouderschapsverlof kan opnemen. Werknemers bepalen zelf hoe ze deze uren willen verdelen, mits het niet in tegenspraak is met de bedrijfsvoering. Werkgevers kunnen in geval van zwaarwegende dienstbelangen deze keuze bepalen.

De uitvoering van ouderschapsverlof is mede mogelijk gemaakt door de Wet arbeid en zorg (WAZO), die de algemene regels voor ouderschapsverlof stelt. WAZO zegt dat ouderschapsverlof onbetaald is, maar dat de werknemer een aanvullende cao-regeling kan krijgen die deze verlofperiode deeltelijk betaalt. In het kader van de nieuwe regeling sinds 1 april 2025 is deze aanvullende cao-regeling gewijzigd en vereenvoudigd.

Aanvullende cao-regelingen

Bij de wettelijke regeling zijn er diverse cao’s die ouderschapsverlof aanvullen of uitbreiden. Zo biedt de CAO voor Sociaal Werk werknemers een aanvullende regeling waarin het wettelijke ouderschapsverlof wordt aangevuld tot 100% van het salaris. Deze aanvulling geldt onder voorwaarden: de werkgever ontvangt van UWV 70% van het maximum dagloon, en deze uitkering wordt doorbetaald aan de werknemer als 100% van het salaris. Dit geldt alleen als de uitkering van UWV is ontvangen. Deze aanvullende regeling is gelijk aan de afspraak over het aanvullend geboorteverlof in de cao.

In de CAO voor primair onderwijs is vastgelegd dat werknemers recht hebben op 1040 uur ouderschapsverlof in totaal, waarvan maximaal 415 uur betaald. De betaalde uren in het eerste levensjaar van het kind zijn verlofuren waarbij de werknemer 75% van hun salaris behoudt. Uren die niet in het eerste levensjaar zijn opgenomen, mits binnen de eerste vier jaar van het kind, zijn verlofuren waarbij de werknemer 55% van hun salaris behoudt. Deze aanvullende regeling is van toepassing op werknemers die ouderschapsverlof opnemen voordat het kind vier jaar is.

De nieuwe cao-regeling in de CAO Sociaal Werk is van toepassing per 1 april 2025. Deze regeling vereenvoudigt de uitvoering van ouderschapsverlof en maakt het voor werkgevers en werknemers duidelijker wat er gebeurt bij de opname van ouderschapsverlof. In de oude regeling kreeg de werknemer na het wettelijk betaald ouderschapsverlof nog 12 maanden lang een vergoeding van 40% van het salaris over maximaal de helft van de wekelijkse werkuren. Deze regeling was ingewikkeld in de praktijk, omdat het moeilijk was om vakantie, pensioen en andere arbeidsvoorwaarden te berekenen.

De nieuwe regeling maakt het gebruik van ouderschapsverlof eenvoudiger. Gedurende het wettelijk betaald ouderschapsverlof ontvangt de werknemer 100% van het salaris, inclusief alle arbeidsvoorwaarden zoals vakantieopbouw en pensioen. Het loopbaanbudget en het individueel kerstbudget (IKB) worden ook opgebouwd gedurende deze periode. Werkgevers zijn verplicht om deze aanvullende regeling toe te passen, mits de werknemer onder de CAO Sociaal Werk valt.

Uitvoering van ouderschapsverlof in de praktijk

Werkgevers en werknemers moeten rekening houden met meerdere factoren bij de uitvoering van ouderschapsverlof. Een belangrijk aspect is de uitkering van UWV, die een onderdeel vormt van de wettelijke regeling. De werkgever ontvangt deze uitkering en betaalt deze door aan de werknemer. De werknemer ontvangt dus 70% van het maximum dagloon, dat de werkgever vervolgens aanvult tot 100%. Dit maakt het voor de werknemer gunstiger, aangezien ze hun volledige salaris behouden, maar voor de werkgever kan dit een extra financiële belasting zijn.

Werkgevers moeten ook letten op de opbouw van vakantie en pensioen. Ouderschapsverlof heeft invloed op de opbouw van vakantie, omdat de werknemer gedurende de verlofperiode geen werkdagen heeft. In de nieuwe cao-regeling is hierop oplossing geboekt: vakantie wordt wel opgebouwd gedurende de betaalde ouderschapsverlofperiode. Pensioen wordt echter niet opgebouwd bij ouderschapsverlof, tenzij de werknemer onder een cao valt die dit expliciet bepaalt. In de CAO Sociaal Werk wordt pensioen niet opgebouwd tijdens ouderschapsverlof, omdat het geen arbeidsperiode is.

Een ander belangrijk aspect is de aanspraak op ouderschapsverlof bij meervoudige geboortes. Bij een tweeling of drieling heeft elke ouder recht op ouderschapsverlof per kind. Dit betekent dat de aanspraak op ouderschapsverlof dubbel of drievoudig is. Werkgevers moeten dit in de praktijk verwerken en eventueel extra verlofuren aanbieden. Het is belangrijk om te controleren of de cao hierbij extra afspraken maakt, omdat niet alle cao’s dezelfde regels hanteren.

Adoptie en pleegzorg vallen ook onder ouderschapsverlof. Werknemers kunnen ouderschapsverlof opnemen voor hun adoptiekind of pleegkind. Dit geldt zolang het kind bij hen woont en in de basisregistratie personen is opgenomen. Voor adoptie en pleegzorg gelden dezelfde regels als voor biologische kinderen, inclusief het recht op negen weken betaald ouderschapsverlof. Werkgevers moeten hier rekening mee houden en eventueel aanpassingen maken in de loonadministratie.

Invloed van ouderschapsverlof op loonadministratie

Ouderschapsverlof heeft een grote impact op de loonadministratie, vooral bij het verwerken van salarisvergoedingen, vakantieopbouw en pensioen. Werkgevers moeten letten op meerdere factoren bij het uitvoeren van ouderschapsverlof:

  • Salarisvergoeding: Werknemers ontvangen gedurende ouderschapsverlof 70% van hun loon via UWV, dat vervolgens doorbetaald wordt door de werkgever als 100%. In de CAO Sociaal Werk is dit vanaf 1 april 2025 standaard. Werkgevers moeten de looncomponenten voor ouderschapsverlof up-to-date houden en eventueel de berekenparameters aanpassen.

  • Vakantieopbouw: Ouderschapsverlof heeft invloed op de opbouw van vakantie. In de nieuwe cao-regeling wordt vakantie wel opgebouwd gedurende de betaalde ouderschapsverlofperiode, maar niet tijdens onbetaald ouderschapsverlof. Werkgevers moeten dit in de loonadministratie verwerken.

  • Pensioenopbouw: Ouderschapsverlof heeft geen invloed op de opbouw van pensioen, tenzij de cao hierbij een uitzondering maakt. In de CAO Sociaal Werk is pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof niet van toepassing. Werkgevers moeten dit duidelijk communiceren aan werknemers.

  • Loopbaanbudget en IKB: In de nieuwe cao-regeling wordt het loopbaanbudget en het individueel kerstbudget (IKB) wel opgebouwd tijdens ouderschapsverlof. Werkgevers moeten deze regels verwerken in de loonadministratie en eventueel aanpassingen maken.

Werkgevers moeten ook letten op de grenzen van ouderschapsverlof. Het totaal aan opgenomen uren ouderschapsverlof voor één kind mag 830 uur niet overschrijden. Dit geldt zowel voor betaald als onbetaald ouderschapsverlof. Werkgevers moeten dit bijhouden en eventueel afspraken maken over het verdelen van verlofuren.

Aanvullende regelingen en overgangsperiodes

De overgang naar de nieuwe cao-regeling voor ouderschapsverlof is vanaf 1 april 2025 van kracht. Werkgevers en werknemers die ouderschapsverlof hadden opgenomen vóór deze datum, kunnen nog steeds de oude regeling gebruiken. Werkgevers mogen dus kiezen of ze de oude of de nieuwe regeling toepassen, afhankelijk van de afspraken die zijn gemaakt met de werknemer.

De overgangsperiode is bedoeld om zowel werkgevers als werknemers tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe regeling. Werkgevers moeten controleren of hun loonadministratie en cao’s zijn bijgewerkt en of de nieuwe regeling correct is geïmplementeerd. Werknemers moeten ook weten dat ouderschapsverlof dat vóór 1 april 2025 is opgenomen, niet onder de nieuwe regeling valt. Werkgevers en werknemers moeten dit goed afstemmen om eventuele verwarring te voorkomen.

Aanvullende afspraken in cao’s

Buiten de wettelijke regeling en de cao-regelingen kunnen er aanvullende afspraken zijn over ouderschapsverlof. In sommige cao’s zijn er bijvoorbeeld regels over het opnemen van ouderschapsverlof voor kinderen die ouder zijn dan één jaar, of over het verloop van ouderschapsverlof bij meervoudige geboortes. Werkgevers en werknemers moeten controleren of de cao hierbij extra afspraken maakt.

Een belangrijk aspect is ook het verloop van ouderschapsverlof bij meerdere kinderen. Werkgevers en werknemers kunnen afspreken hoe ouderschapsverlof voor meerdere kinderen wordt verdeeld. In de CAO Sociaal Werk is geen specifieke regel over het opnemen van ouderschapsverlof voor meerdere kinderen, maar het is aan te raden om hier duidelijke afspraken over te maken.

Conclusie

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden in Nederland. Sinds 2022 is ouderschapsverlof gedeeltelijk betaald, en sinds 1 april 2025 is er een nieuwe cao-regeling in werking getreden die het gebruik van ouderschapsverlof eenvoudiger maakt. Werkgevers en werknemers moeten rekening houden met meerdere factoren bij de uitvoering van ouderschapsverlof, zoals de uitkering van UWV, de opbouw van vakantie en pensioen, en de invloed op loonadministratie. De nieuwe cao-regeling vereenvoudigt de uitvoering van ouderschapsverlof en maakt het voor werkgevers en werknemers duidelijker wat er gebeurt bij de opname van ouderschapsverlof. Het is belangrijk om te controleren of de cao hierbij extra afspraken maakt en of de loonadministratie is bijgewerkt. Door deze regels goed te begrijpen en toe te passen, kunnen werkgevers en werknemers ervoor zorgen dat ouderschapsverlof een positieve invloed heeft op het evenwicht tussen werk en gezin.

Bronnen

  1. Vereenvoudiging regeling ouderschapsverlof
  2. Ouderschapsverlof in de cao
  3. Bijlage E regeling betaald en onbetaald ouderschapsverlof
  4. CAO 28630783
  5. Voorbeelden van verlofregelingen
  6. Uitleg ouderschapsverlof CAO Rijk

Gerelateerde berichten