Ouderschapsverlof op hogescholen: Overzicht van regelingen en mogelijkheden

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van het evenwicht tussen werk en gezin voor medewerkers in het onderwijs, waaronder hogescholen. Aangezien er in het hoger beroepsonderwijs (hbo) geen uniforme landelijke regeling voor ouderschapsverlof bestaat, varieert het per instituut. Dit artikel biedt een overzicht van de regelingen, mogelijkheden en aandachtspunten voor ouders die werken op een hogeschool.


Wat is ouderschapsverlof?

Ouderschapsverlof is een wettelijk toegestaan verlof dat ouders (of adoptieouders) in de gelegenheid stelt om tijd door te brengen met hun kind in de eerste jaren van de opgroei. Het verlof kan zowel betaald als onbetaald zijn, afhankelijk van de sector en de specifieke regeling op de werkplek. In het hbo is ouderschapsverlof meestal onderdeel van decentrale arbeidsvoorwaarden, waarbij hogescholen zelf bepalen hoe verlof wordt ingericht.

Ouderschapsverlof in het hoger beroepsonderwijs valt onder de Wet betaald ouderschapsverlof (WBOV), maar de uitwerking daarvan is afhankelijk van de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) en de interne regels van de hogeschool. Adoptieouders en pleegouders kunnen ook rekenen op ouderschapsverlof, op basis van de datum van adoptie of plaatsing.


Algemene regels voor ouderschapsverlof in het hoger beroepsonderwijs

In het hbo is ouderschapsverlof een aanvullende arbeidsvoorwaarde die wordt gefinancierd uit een deel van het jaarinkomen van de hogeschool. Hoewel er geen landelijke norm is, is het verlof beschikbaar op vrijwel alle hogescholen. De cao hbo stelt dat hogescholen 1,41 procent van het totale salarisbestand beschikbaar hebben voor decentrale arbeidsvoorwaarden, zoals ouderschapsverlof.

De hoogeschool bepaalt zelf hoeveel van dit percentage wordt gebruikt voor ouderschapsverlof, hoe lang het verlof loopt en hoeveel procent van het salaris wordt doorbetaald. Het is daarom belangrijk om bij personeelszaken te informeren over de specifieke regeling op jouw werkplek.


Betaald ouderschapsverlof

Betaald ouderschapsverlof is een aanvullende regeling die boven op de wettelijke regelingen komt. De cao hbo stelt dat dit verlof meestal wordt ingericht in het eerste levensjaar van het kind. De betaalde uren variëren per sector en per instituut.

Tabel: Betaald ouderschapsverlof in het onderwijs

Sector Betaald ouderschapsverlof Duur (uren of weken) Tijd waarin verlof kan worden ingevoerd
Primair onderwijs 75% van het salaris 415 uur Eerste levensjaar van het kind
Secundair onderwijs 75% van het salaris 415 uur Eerste levensjaar van het kind
Mbo (mbo) 70% van het salaris 360 uur Eerste levensjaar van het kind
Wetenschappelijk onderwijs (wo) 70% van het salaris 13 weken Eerste levensjaar van het kind

Mbo: Meer flexibiliteit

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is er extra ruimte voor flexibiliteit. Medewerkers kunnen 360 uur ouderschapsverlof opnemen in het eerste levensjaar van het kind, tegen 70% van hun loon. De resterende 470 uur kunnen worden verdeeld over de volgende jaren, waarbij 415 uur tegen 55% van het salaris en 55 uur tegen circa 48%. Dit maakt het mogelijk om tijdelijk minder te werken zonder dat het inkomen daardoor te veel wordt beïnvloed.


Onbetaald ouderschapsverlof

Naast het betaalde verlof is er ook onbetaald ouderschapsverlof beschikbaar. Dit verlof is niet onderdeel van de wettelijke regeling, maar wordt vaak als aanvullende regeling aangeboden. Het is mogelijk om onbetaald verlof in te nemen tot het kind acht jaar oud is.

Tabel: Onbetaald ouderschapsverlof in het onderwijs

Sector Onbetaald ouderschapsverlof Duur (uren of weken) Geldig tot het kind...
Primair onderwijs Ja 625 uur 8 jaar
Secundair onderwijs Ja 415 uur 8 jaar
Mbo In overleg 415 uur 8 jaar
Wetenschappelijk onderwijs Ja 13 weken 8 jaar

In het mbo en wo is het onbetaalde verlof meestal afhankelijk van de interne regeling van de school. Het is daarom belangrijk om hierbij duidelijkheid te krijgen bij personeelszaken.


Opsplitsen en uitstellen van ouderschapsverlof

Een belangrijk aspect van ouderschapsverlof in het onderwijs is de mogelijkheid om verlof te splitsen of uit te stellen. Medewerkers kunnen kiezen om ouderschapsverlof in blokken in te nemen of te spreiden over meerdere jaren.

Bijvoorbeeld, in het wetenschappelijk onderwijs (wo) mag ouderschapsverlof worden opgesplitst of uitgesteld, mits het binnen het eerste levensjaar van het kind wordt ingevoerd. Als het verlof niet in het eerste jaar wordt opgenomen, kan het opgenomen worden tot het kind acht jaar oud is, maar dan gelden de oude voorwaarden (zoals 62,5% van het loon).


Gelijkheid tussen ouders en toegankelijkheid van regelingen

Een van de trends in het ouderschapsverlof in 2025 is het sterkere accent op gelijkheid tussen vader en moeder. Door de regelingen te verduidelijken en de doorbetaalpercentages te verhogen, wordt het makkelijker om ouderschapsverlof op te nemen voor beide ouders.

In het wetenschappelijk onderwijs is de regeling in 2025 vergelijkbaar met die van 2024. Medewerkers hebben recht op 26 weken ouderschapsverlof, waarvan 13 weken betaald. In het eerste levensjaar van het kind ontvangt de werknemer 70% van het salaris, wat een aanzet is ten opzichte van de oude regeling (62,5%).


Ouderschapsverlof voor adoptieouders en pleegouders

Adoptieouders en pleegouders kunnen ook rekenen op ouderschapsverlof. In tegenstelling tot biologische ouders, wordt de looptijd van ouderschapsverlof voor adoptieouders en pleegouders berekend vanaf de datum van adoptie of plaatsing. Dit betekent dat adoptieouders en pleegouders in het eerste jaar na de adoptie of plaatsing rekenen op een vergelijkbare regeling als biologische ouders.


Aanvullende regelingen en decentrale arbeidsvoorwaarden

Aangezien er geen landelijke regeling voor ouderschapsverlof in het hbo is, worden aanvullende regelingen gemaakt op basis van decentrale arbeidsvoorwaarden. Deze regelingen zijn vaak beschikbaar via het intranet of de afdeling personeelszaken. AOb-sectorbestuurder Roelf van der Ploeg benadrukt dat de meeste hogescholen aanvullende regelingen hebben voor ouderschapsverlof, die betaald worden uit de middelen voor decentrale arbeidsvoorwaarden.


Tips voor medewerkers

  1. Informatie zoeken: Informeer bij personeelszaken over de specifieke regelingen voor ouderschapsverlof op jouw hogeschool.
  2. Vooruit plannen: Ouderschapsverlof is meestal binnen het eerste levensjaar van het kind in te nemen voor het volledige percentage van het salaris.
  3. Gesprek met werkgever: Overleg met je werkgever hoe ouderschapsverlof in te nemen is, met aandacht voor de mogelijkheid tot splitsen of uitstellen.
  4. Pensioenopbouw: Zorg dat de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof doorgaat. Dit is vaak standaard, maar het is verstandig om dit te bevestigen bij personeelszaken.

Samenvatting van belangrijke aandachtspunten

  • Ouderschapsverlof is onderdeel van decentrale arbeidsvoorwaarden in het hbo.
  • Er is geen landelijke regeling; regelingen variëren per hogeschool.
  • Betaald ouderschapsverlof is meestal binnen het eerste levensjaar van het kind in te nemen.
  • Onbetaald ouderschapsverlof is mogelijk tot het kind acht jaar oud is.
  • Adoptieouders en pleegouders hebben ook rechten op ouderschapsverlof.
  • Ouderschapsverlof kan worden opgesplitst, uitgesteld of aaneengesloten genomen.

Conclusie

Ouderschapsverlof op hogescholen biedt medewerkers een belangrijk hulpmiddel om werk en gezin te combineren. De regelingen variëren per instituut, maar er zijn meestal aanvullende regelingen beschikbaar die boven op de wettelijke regelingen komen. Medewerkers kunnen rekenen op betaald en onbetaald ouderschapsverlof, met aandacht voor gelijkheid tussen ouders en flexibiliteit in het inzetten van verlof. Het is verstandig om informatie te zoeken bij personeelszaken en vooruit te plannen om het meeste te halen uit ouderschapsverlof.


Bronnen

  1. Afas: Ouderschapsverlof onderwijs overheid
  2. De Rechten Advocaten: Ouderschapsverlof onderwijs
  3. AOB: Nieuwe regels ouderschapsverlof
  4. Ambtenaren Salaris: Verlofregelingen HBO

Gerelateerde berichten