Ouderschapsverlof biedt werknemers in loondienst de mogelijkheid om tijdelijk minder te werken om meer tijd met hun kind door te brengen. Deze wettelijke regeling is bedoeld om ouders te ondersteunen in de belangrijke fase na de geboorte of adoptie van een kind. Het ouderschapsverlof kan worden opgenomen tot het kind acht jaar is, en is verdeeld in een deel dat gedeeltelijk betaald wordt en een deel dat onbetaald is. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op hoe lang ouderschapsverlof opgenomen kan worden, wat de voorwaarden zijn en hoe het verlof in de praktijk wordt toegepast.
Wat is ouderschapsverlof en hoe lang kun je er recht op hebben?
Ouderschapsverlof is een wettelijk geregelde vorm van verlof waarmee ouders tijdelijk minder kunnen werken om zich meer met hun kind te kunnen bezighouden. De lengte van het ouderschapsverlof is afhankelijk van het aantal uren dat een werknemer normaal gesproken per week werkt. In totaal heeft een ouder recht op 26 keer het aantal werkuren dat in de arbeidsovereenkomst staat. Dit geldt tot het kind acht jaar oud is.
Bijvoorbeeld: Een ouder die normaal 40 uur per week werkt, heeft recht op 26 × 40 = 1.040 uur ouderschapsverlof. Dit komt neer op ongeveer 130 werkdagen. De verdeling van deze uren kan flexibel worden geregeld in overleg met de werkgever. Zo kan het verlof bijvoorbeeld in blokken van volledige werkweken worden genomen of verspreid over een langere periode, met bijvoorbeeld minder uren per dag of week.
Betaald ouderschapsverlof: 9 weken in het eerste levensjaar van het kind
Een belangrijk aspect van ouderschapsverlof is dat het deels betaald kan zijn. Werknemers hebben recht op 9 weken ouderschapsverlof waarbij 70% van het dagloon wordt uitbetaald. Dit betaalde deel moet binnen het eerste levensjaar van het kind worden ingezet. De uitkering wordt door het UWV geregeld en is gebaseerd op het maximumdagloon, met eventuele aanvullingen door de werkgever zoals aangegeven in een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO).
Het aantal uren in het betaalde deel van ouderschapsverlof is gelijk aan het aantal uren dat normaal per week wordt gewerkt. Bijvoorbeeld: een werknemer die 32 uur per week werkt, heeft recht op 9 × 32 = 288 uren betaald ouderschapsverlof. Deze uren kunnen worden genomen in blokken van een volledige werkweek of in kleinere stukjes.
Het is mogelijk om het betaalde ouderschapsverlof te combineren met het zwangerschaps- en bevallingsverlof voor moeders of het geboorteverlof voor vaders. Dit maakt het mogelijk om een langere periode te nemen zonder te veel af te dingen op het inkomen.
Onbetaald ouderschapsverlof: 17 weken na het betaalde deel
Naast de 9 weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof, is er nog een periode van 17 weken onbetaald ouderschapsverlof beschikbaar. Deze 17 weken kunnen worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is. Het onbetaalde deel is net zoals het betaalde deel flexibel inzetbaar en kan worden verspreid over meerdere perioden of in blokken genomen.
Ouders kunnen kiezen hoe ze het ouderschapsverlof willen indelen. Bijvoorbeeld: een ouder die 40 uur per week werkt, kan kiezen voor 17 weken onbetaald verlof in de vorm van een halve dag per week gedurendende 34 weken. Dit maakt het mogelijk om geleidelijk aan terug te keren naar een volledige werkweek terwijl er toch voldoende tijd is voor het kind.
Het onbetaalde ouderschapsverlof is een waardevolle mogelijkheid voor ouders die willen blijven werken, maar tegelijkertijd ook ruimte willen maken voor de opvoeding van hun kind. Het is ook een manier om verantwoord en geleidelijk de werkweek te verkleinen of uit te breiden, afhankelijk van de situatie van het gezin.
Hoe werkt de inzet van ouderschapsverlof in de praktijk?
De inzet van ouderschapsverlof verloopt in overleg met de werkgever. Ouders moeten aangeven hoe ze het verlof willen indelen, wanneer ze het willen opnemen en welk aantal uren per week of per dag ze willen werken. De werkgever mag het ouderschapsverlof niet weigeren, maar kan in sommige gevallen vragen of het verlof anders wordt ingezet als dit van belang is voor het bedrijf.
De verdeling van het ouderschapsverlof kan bijvoorbeeld zijn:
- 9 weken betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind.
- 17 weken onbetaald ouderschapsverlof verspreid over de eerste 8 jaar van het kind.
De werkgever en de ouder bepalen samen hoe de uren worden ingezet. Dit kan bijvoorbeeld zijn:
- Een halve dag per week gedurende 26 weken.
- Een volledige werkweek gedurende 13 weken.
- Verspreid over meerdere perioden, zoals een paar weken in het eerste levensjaar en meer weken later.
Het is ook mogelijk om het ouderschapsverlof later opnieuw op te nemen als het kind ouder wordt. Ouders kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een halve werkweek gedurendende 26 weken als het kind bijvoorbeeld vijf jaar is. Dit maakt het ouderschapsverlof flexibel en aansluitend bij de wisselende behoeften van het gezin.
Voorwaarden voor ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof is beschikbaar voor alle werknemers in loondienst, maar er zijn wel bepaalde voorwaarden. Deze zijn als volgt:
- Het kind moet jonger zijn dan acht jaar.
- Het kind moet op het adres van de ouder zijn ingeschreven.
- De ouder moet de vaste verzorger van het kind zijn.
- De ouder moet werknemer zijn in loondienst.
Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg (Wazo). Ouderschapsverlof is dus een wettelijke regeling die voor alle werknemers in loondienst geldt. Het verlof is beschikbaar voor alle ouders, adoptieouders, pleegouders, stiefouders en verzorgers.
Ziek tijdens ouderschapsverlof
Als een ouder ziek wordt tijdens het ouderschapsverlof, loopt het verlof en de uitkering gewoon door. In dat geval kan er worden afgesproken dat het ouderschapsverlof later opnieuw wordt opgenomen, bijvoorbeeld als de ouder weer gedeeltelijk kan werken.
Ouderschapsverlof en meerdere werkgevers
Als een ouder meerdere werkgevers heeft, geldt het ouderschapsverlof per werkgever. Dat betekent dat de ouder per werkgever recht heeft op 26 keer het aantal werkuren dat in de arbeidsovereenkomst staat. De verdeling van het ouderschapsverlof per werkgever kan apart worden geregeld.
Ouderschapsverlof onderbreken of stoppen
Ouderschapsverlof kan worden onderbroken of opgezegd. In dat geval wordt het overige ouderschapsverlof opnieuw beschikbaar. Het is mogelijk om het ouderschapsverlof te stoppen of onder te breken, maar dit moet in overleg met de werkgever worden geregeld.
Vakantie opbouwen tijdens ouderschapsverlof
Tijdens ouderschapsverlof bouwt een werknemer vakantie op over de uren die worden genomen. Dit geldt zowel voor betaald als voor onbetaald ouderschapsverlof. De opgebouwde vakantie kan later worden ingezet als normale vakantie.
Samenwerking met de werkgever
Het opnemen van ouderschapsverlof vereist samenwerking met de werkgever. Het is belangrijk om vroegtijdig in overleg te gaan om de verdeling van het ouderschapsverlof te bespreken. De werkgever en de ouder bepalen samen hoe de uren worden ingezet. Dit maakt het ouderschapsverlof flexibel en aansluitend bij de wisselende behoeften van het gezin.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een waardevolle regeling die ouders ondersteunt in de belangrijke fase na de geboorte of adoptie van een kind. Het ouderschapsverlof kan worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is en is verdeeld in een deel dat gedeeltelijk betaald wordt en een deel dat onbetaald is. In totaal heeft een ouder recht op 26 keer het aantal werkuren dat in de arbeidsovereenkomst staat. De verdeling van het ouderschapsverlof is flexibel en kan worden aangepast aan de wisselende behoeften van het gezin.
Het opnemen van ouderschapsverlof is een manier om meer tijd met het kind door te brengen en tegelijkertijd te blijven werken. Het is een wettelijke regeling die beschikbaar is voor alle werknemers in loondienst en die kan worden ingezet tot het kind acht jaar oud is. Het ouderschapsverlof is een belangrijk instrument om werk en gezin te combineren en om ouders te ondersteunen in de opvoeding van hun kind.