Ouderschapsverlof is een wettelijk geregelde mogelijkheid waarmee ouders tijdelijk minder kunnen werken om meer tijd te besteden aan hun kind. Deze regeling is van toepassing op kinderen jonger dan acht jaar en biedt ouders flexibiliteit om hun werk- en gezinsleven beter te combineren. Sinds augustus 2022 is een deel van het ouderschapsverlof ook betaald, wat extra ondersteuning biedt aan gezinnen in de eerste maanden na de geboorte van een kind.
In dit artikel leggen we uit hoe ouderschapsverlof werkt, wat de regels zijn, hoe ouders dit verlof aanvragen en wat het verschil is tussen betaald en onbetaald verlof. Daarnaast geven we uitleg over de juridische kaders, de financiële aspecten en mogelijke situaties die zich kunnen voordoen tijdens het verlof.
Wat is ouderschapsverlof?
Ouderschapsverlof is een wettelijk geregelde regeling waarbij ouders tijdelijk minder kunnen werken om meer tijd te doorbrengen met hun kind. Deze regeling is bedoeld om ouders te ondersteunen in de opvoeding van hun kind en helpt hen bij het combineren van werk en gezinsleven.
De basisregel is dat ouders per kind recht hebben op 26 keer het aantal uren dat ze gemiddeld per week werken. Dit geldt voor elk kind tot de leeftijd van acht jaar en is van toepassing op biologische, adoptie-, stief- en pleegkinderen, zolang deze kinderen bij de ouder wonen.
Sinds augustus 2022 is een deel van het ouderschapsverlof betaald. Ouders kunnen tot negen weken verlof opnemen in het eerste levensjaar van hun kind. Dit betaalde verlof wordt uitgekeerd door het UWV en komt neer op 70% van het dagloon van de werknemer. De overige weken zijn onbetaald.
Wie heeft recht op ouderschapsverlof?
Ouderschapsverlof is beschikbaar voor alle ouders die in loondienst zijn. Dit betekent dat zowel vaders als moeders, en eventueel ook partners, recht hebben op ouderschapsverlof. Het maakt geen verschil of iemand het biologische kind is van de ouder of dat het gaat om een adoptiekind, stiefkind of pleegkind. Voor elk kind tot acht jaar is ouderschapsverlof beschikbaar, en het kan tegelijkertijd voor meerdere kinderen worden aangespannen.
Een voorwaarde is dat het kind bij de ouder wonen volgens de basisregistratie personen. Dit betekent dat het kind moet zijn ingeschreven op het adres van de ouder die het verlof aanvraagt.
Voor gezinnen met tweelingen of meervoudige geboortes geldt dat ouders recht hebben op ouderschapsverlof voor elk kind apart. Dit betekent dat in het geval van tweelingen, ouders twee keer ouderschapsverlof kunnen opnemen.
Hoeveel ouderschapsverlof mag je opnemen?
Het aantal ouderschapsverlofuren dat ouders kunnen opnemen hangt af van het aantal uren dat ze gemiddeld per week werken. De berekening is eenvoudig: ouders mogen 26 keer het aantal uren dat ze per week werken als verlof opnemen.
Bijvoorbeeld: als iemand gemiddeld 32 uur per week werkt, heeft hij of zij recht op 26 × 32 = 832 uren ouderschapsverlof. Dit is gelijk aan 26 weken ouderschapsverlof als het verlof continu wordt genomen. Ouders kunnen kiezen hoe ze het verlof willen indelen. Het kan bijvoorbeeld worden uitgespreid over een langere periode of als blok genomen worden.
Voor ouders met een flexibel of variabel werkrooster wordt het gemiddelde aantal uren uit de laatste drie maanden als uitgangspunt genomen. Dit zorgt ervoor dat ouders die niet vaste werkuren hebben toch het juiste aantal verlofuren kunnen berekenen.
Betaald en onbetaald ouderschapsverlof
Sinds augustus 2022 is een deel van het ouderschapsverlof betaald. Ouders kunnen tot negen weken ouderschapsverlof opnemen in het eerste levensjaar van hun kind. Tijdens deze periode ontvangen ouders 70% van hun dagloon uitbetaald door het UWV. Dit is een belangrijke ondersteuning, vooral voor gezinnen die het niet voor zichzelf kunnen nemen om minder te werken.
Het betaalde ouderschapsverlof is echter beperkt tot negen weken en moet binnen het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen. De overige weken ouderschapsverlof zijn onbetaald. Hierbij wordt geen uitkering verstrekt, maar ouders mogen deze weken opnemen tot hun kind acht jaar is.
Het UWV berekent de uitkering voor het betaalde verlof op basis van het sociale verzekeringsloon (sv-loon) van de werknemer. Dit loon wordt gedeeld door het gemiddelde aantal werkdagen per jaar (261) om het dagloon te berekenen. De maximumdagloon is vastgesteld op € 297,82. Dit betekent dat ouders boven deze drempel niet de volledige 70% van hun dagloon ontvangen, maar dat de uitkering maximaal € 297,82 per dag is.
Hoe aanvragen voor ouderschapsverlof
Aanvragen voor ouderschapsverlof is mogelijk zodra de ouder in dienst is. Het is niet nodig om te wachten tot de geboorte of adoptie van het kind. Ouders kunnen het verlof aanvragen op elk moment, zolang het kind jonger is dan acht jaar.
Het verlof kan worden ingedeeld in blokken of verdeeld over een langere periode. Ouders kunnen zelf bepalen hoe ze het verlof willen inzetten. De werkgever moet het verlof toestaan, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dat geval mag de werkgever het verlof anders inroosteren. Dit geldt voor het hele ouderschapsverlof en niet alleen voor een gedeelte ervan.
Ouderschapsverlof en vakantie
Ouderschapsverlof heeft ook gevolgen voor de opbouw van vakantiedagen. Als ouders tijdens het ouderschapsverlof blijven werken voor een gedeelte van hun normale werktijd, dan bouwen ze ook gedeeltelijk vakantiedagen op. Bijvoorbeeld: als iemand 80% van hun normale werkuren blijft werken tijdens het ouderschapsverlof, heeft hij of zij recht op 80% van de vakantiedagen.
Het opbouwen van vakantiedagen gaat dus meestal door tijdens ouderschapsverlof, maar het aantal vakantiedagen hangt af van het aantal uren dat daadwerkelijk wordt gewerkt. Dit is belangrijk om te weten bij het plannen van vakantie na het ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof en pensioen
Tijdens ouderschapsverlof loopt de opbouw van dienstjaren en pensioenrechten meestal gewoon door. Ouders die ouderschapsverlof opnemen, behouden hun functie en hun arbeidsovereenkomst. Het verlof heeft dus geen directe gevolgen voor de pensioenrechten, tenzij de ouders tijdens het verlof werkloos raken.
Als een ouder tijdens het ouderschapsverlof werkloos wordt, stopt het ouderschapsverlof automatisch. In dat geval ontvangt de ouder een WW-uitkering op basis van het salaris van voor het ouderschapsverlof. Voor deze uitkering is een voorwaarde: de ouder moet beschikbaar zijn voor nieuw werk voor een aantal uren dat gelijk is aan het aantal uren dat hij of zij gemiddeld per week werkte in de 26 weken voor het ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof en werkgever
De werkgever heeft bepaalde verplichtingen bij ouderschapsverlof. Het ouderschapsverlof moet worden toegestaan, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dat geval mag de werkgever het verlof anders inroosteren. Dit betreft het hele ouderschapsverlof en niet alleen een deel ervan.
De werkgever moet bewijzen dat de werknemer zijn of haar functie niet meer kan uitoefenen. Als de ouderschapsverlof wordt ingeroosterd op een andere manier, dan wordt dit voor het gehele verlof van toepassing. De werkgever moet ook zorgen dat de werknemer zijn of haar functie na het verlof weer kan uitoefenen. Als dit niet mogelijk is, moeten werkgever en werknemer samen naar andere oplossingen zoeken.
Ouderschapsverlof en vakantie tijdens verlof
Ouderschapsverlof heeft ook gevolgen voor de opbouw van vakantiedagen. Als ouders tijdens het ouderschapsverlof blijven werken voor een gedeelte van hun normale werktijd, dan bouwen ze ook gedeeltelijk vakantiedagen op. Bijvoorbeeld: als iemand 80% van hun normale werkuren blijft werken tijdens het ouderschapsverlof, heeft hij of zij recht op 80% van de vakantiedagen.
Het opbouwen van vakantiedagen gaat dus meestal door tijdens ouderschapsverlof, maar het aantal vakantiedagen hangt af van het aantal uren dat daadwerkelijk wordt gewerkt. Dit is belangrijk om te weten bij het plannen van vakantie na het ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof en pensioen
Tijdens ouderschapsverlof loopt de opbouw van dienstjaren en pensioenrechten meestal gewoon door. Ouders die ouderschapsverlof opnemen, behouden hun functie en hun arbeidsovereenkomst. Het verlof heeft dus geen directe gevolgen voor de pensioenrechten, tenzij de ouders tijdens het verlof werkloos raken.
Als een ouder tijdens het ouderschapsverlof werkloos wordt, stopt het ouderschapsverlof automatisch. In dat geval ontvangt de ouder een WW-uitkering op basis van het salaris van voor het ouderschapsverlof. Voor deze uitkering is een voorwaarde: de ouder moet beschikbaar zijn voor nieuw werk voor een aantal uren dat gelijk is aan het aantal uren dat hij of zij gemiddeld per week werkte in de 26 weken voor het ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof en werkgever
De werkgever heeft bepaalde verplichtingen bij ouderschapsverlof. Het ouderschapsverlof moet worden toegestaan, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dat geval mag de werkgever het verlof anders inroosteren. Dit betreft het hele ouderschapsverlof en niet alleen een deel ervan.
De werkgever moet bewijzen dat de werknemer zijn of haar functie niet meer kan uitoefenen. Als de ouderschapsverlof wordt ingeroosterd op een andere manier, dan wordt dit voor het gehele verlof van toepassing. De werkgever moet ook zorgen dat de werknemer zijn of haar functie na het verlof weer kan uitoefenen. Als dit niet mogelijk is, moeten werkgever en werknemer samen naar andere oplossingen zoeken.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijke regeling die ouders ondersteunt bij het combineren van werk en gezinsleven. Het biedt ouders de mogelijkheid om tijdelijk minder te werken en meer tijd te besteden aan hun kind. Sinds augustus 2022 is een deel van het ouderschapsverlof ook betaald, wat extra ondersteuning biedt aan gezinnen in de eerste maanden na de geboorte van een kind.
Het aantal ouderschapsverlofuren dat ouders kunnen opnemen hangt af van het aantal uren dat ze gemiddeld per week werken. Het verlof kan worden ingedeeld in blokken of verdeeld over een langere periode. Het verlof kan tot acht jaar worden opgenomen en is beschikbaar voor biologische, adoptie-, stief- en pleegkinderen.
Aanvragen voor ouderschapsverlof is mogelijk zodra de ouder in dienst is. Ouders kunnen het verlof aanvragen op elk moment, zolang het kind jonger is dan acht jaar. Het verlof kan worden ingeroosterd door de werkgever in het geval van een zwaarwegend dienstbelang. De werkgever moet zorgen dat de werknemer zijn of haar functie na het verlof weer kan uitoefenen.
Het ouderschapsverlof heeft ook gevolgen voor de opbouw van vakantiedagen en pensioenrechten. De werkgever heeft bepaalde verplichtingen bij ouderschapsverlof. Het verlof moet worden toegestaan, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dat geval mag de werkgever het verlof anders inroosteren.
Ouderschapsverlof is een waardevolle regeling die ouders helpt bij het combineren van werk en gezinsleven. Het biedt flexibiliteit, ondersteuning en juridische bescherming. Ouders die ouderschapsverlof opnemen, behouden hun functie en hun arbeidsovereenkomst. Het verlof heeft geen directe gevolgen voor de pensioenrechten, tenzij de ouders tijdens het verlof werkloos raken.