Ouderschapsverlof: Regels, Aanvragen en Uitkering in Nederland

Ouderschapsverlof is een essentieel onderdeel van de balans tussen werk en gezin in Nederland. Het biedt ouders de mogelijkheid om tijd met hun kind door te brengen, wat van belang is voor de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de wettelijke regels rond ouderschapsverlof, inclusief het betaald ouderschapsverlof, de voorwaarden, de manier van aanvragen en uitkering. De informatie is gebaseerd op actuele regelingen en verwerkt in samenwerking met relevante instanties als UWV en de Rijksoverheid. Hierbij wordt ook ingegaan op de rol van cao’s en het verschil tussen betaald en onbetaald ouderschapsverlof.

Wat is ouderschapsverlof?

Ouderschapsverlof is een wettelijk bepaald verlof dat ouders het recht geeft om tijd met hun kind door te brengen. Het verlof is toegestaan voor kinderen tot een leeftijd van 8 jaar en mag worden opgenomen voor elk kind, inclusief adoptie- en pleegkinderen. De wettelijke regels stellen dat ouders maximaal 26 weken ouderschapsverlof kunnen opnemen. Hiervan zijn 9 weken betaald, waarbij de ouder 70% van het normale salaris ontvangt. De overige 17 weken zijn onbetaald.

Het ouderschapsverlof mag worden opgenomen binnen het eerste levensjaar van het kind. Bij adoptie of pleegzorg moet dit binnen 1 jaar na opname in het gezin gebeuren. Het verlof kan zowel continu als verdeeld worden, afhankelijk van de voorkeur van de ouder. De werkgever mag ouderschapsverlof niet weigeren, maar kan in uitzonderlijke gevallen, bij zwaarwegend dienstbelang, vragen om het verlof anders in te roosteren. In dergelijke gevallen geldt het aangepaste rooster voor het hele ouderschapsverlof.

Betaald ouderschapsverlof

Sinds augustus 2022 is er een wet in werking getreden die het betaald ouderschapsverlof introduceert. Ouders kunnen nu 9 weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof opnemen, waarbij ze 70% van hun salaris ontvangen. Dit betaald verlof moet worden genomen in het eerste levensjaar van het kind. Als het verlof daarna wordt genomen, is het onbetaald. De betaald ouderschapsverlofregeling komt bovenop de bestaande zwangerschaps- en geboorteverlofregelingen. Voor de moeder is er een zestien weken zwangerschaps- en bevallingsverlof, terwijl de partner recht heeft op zes weken geboorteverlof.

Het betaald ouderschapsverlof wordt uitgekeerd door UWV, via de werkgever. De werkgever moet de uitkering aanvragen via het werkgeversportaal of Digipoort. De uitkering gaat alleen voor hele werkweken. Dit betekent dat het verlof in blokken van een volledige werkweek moet worden opgenomen. Bijvoorbeeld: een werknemer die 32 uur per week werkt, krijgt 9 keer 32 uur betaald ouderschapsverlof. De uitkering duurt minimaal één en maximaal negen werkweken.

De werkgever kan ervoor kiezen om het loon tijdens het verlof door te betalen of te wachten tot UWV de uitkering heeft uitbetaald. Dit proces duurt ongeveer vier weken vanaf het moment dat de aanvraag is gedaan. Ouders kunnen het betaald verlof opnemen in één keer of flexibel, bijvoorbeeld door het verlof over meerdere weken te spreiden. De keuze hangt af van de voorkeuren van de ouder en de afspraken met de werkgever.

Onderscheid tussen betaald en onbetaald ouderschapsverlof

Het onbetaald ouderschapsverlof is een aanvullend verlof dat na het betaald ouderschapsverlof genomen kan worden. In totaal mogen ouders 26 weken ouderschapsverlof opnemen: 9 weken betaald en 17 weken onbetaald. Het onbetaald ouderschapsverlof kan worden genomen tot het kind 8 jaar is. Tijdens dit verlof ontvangt de ouder geen uitkering van UWV, maar heeft de werkgever wettelijk gezien geen recht om het verlof te weigeren.

Het onbetaald ouderschapsverlof is een uitbreiding die in de cao’s kan worden geregeld. Soms zijn er in de cao’s andere afspraken gemaakt over de leeftijd van het kind of de manier van opnemen van het verlof. Het is daarom belangrijk om de cao te raadplegen om te zien welke regels van toepassing zijn. Voor ouders die werken in een bedrijf waarin de cao extra regelingen bevat, kan het onbetaald ouderschapsverlof gunstiger zijn dan het wettelijke minimum.

Aanvragen en uitkering van betaald ouderschapsverlof

De aanvraagprocedure voor betaald ouderschapsverlof verloopt via de werkgever of via Mijn UWV. Werkgevers kunnen de uitkering aanvragen via het werkgeversportaal of Digipoort. De aanvraag moet worden gedaan nadat de ouder minstens één keer de werkweek verlof heeft genomen. De werkgever of een dga/alfahulp kan de aanvraag doen binnen 1 jaar en 3 maanden na de eerste verlofdag. Alleen dan kan het hele bedrag worden uitgekeerd. De aanvraag is het eerste betaalverzoek voor de uitkering.

Voor mensen die voor minder dan 4 dagen per week werken als hulp in de huishouding of zorgverleners, moet de aanvraag telefonisch worden gedaan bij UWV. Deze groepen kunnen de uitkering niet digitaal aanvragen. Het is belangrijk om hierop te letten bij het plannen van het ouderschapsverlof.

Na aanvraag door de werkgever of dga/alfahulp ontvangt UWV de uitkering aan de werkgever of direct aan de ouder. De uitkering wordt uitgevoerd op basis van het aantal uren dat de ouder per week werkt. Het betaald ouderschapsverlof geldt dus voor het aantal uren dat normaal per week wordt gewerkt, vermenigvuldigd met het aantal verlofweken. Dit betekent dat de uitkering afhankelijk is van het werkrooster en de werktijden van de ouder.

Ouders kunnen ook kiezen om het betaald ouderschapsverlof later op te nemen, maar dan is het onbetaald. Als het verlof niet volledig wordt opgenomen, kunnen de overige uren nog steeds onbetaald worden genomen. Dit biedt ouders meer flexibiliteit in het plannen van hun tijd met hun kind.

Aanvullende regels en situaties

Er zijn verschillende situaties waarin de regels rond ouderschapsverlof kunnen variëren. Bijvoorbeeld bij het opnemen van ouderschapsverlof voor tweelingen of meervoudige geboortes. In dergelijke gevallen heeft de ouder recht op meerdere perioden ouderschapsverlof, een voor elk kind. Het betaald ouderschapsverlof kan bijvoorbeeld 2 keer 9 weken zijn, afhankelijk van de regels in de cao en de wettelijke bepalingen.

Ook bij adoptie en pleegzorg zijn er specifieke regels. Voor adoptie- of erkende kinderen is het ouderschapsverlof toegestaan voor elk kind en mag het verlof worden genomen binnen 1 jaar na adoptie of opname in het gezin. Bij pleeg- of stiefkinderen is het ouderschapsverlof slechts 1 keer 9 weken mogelijk, ongeacht het aantal kinderen. Hierbij moet het kind bij de ouder wonen volgens de basisregistratie personen.

Het ouderschapsverlof mag niet worden opgenomen voor kinderen die tijdelijk in crisisopvang wonen. Dit betekent dat ouders in dergelijke situaties geen recht hebben op ouderschapsverlof voor die kinderen. Buiten deze uitzonderingen gelden de regels over ouderschapsverlof wettelijk voor alle kinderen tot 8 jaar.

Flexibiliteit in het ouderschapsverlof

Een belangrijk aspect van ouderschapsverlof is de flexibiliteit die ouders hebben bij het opnemen van het verlof. Het verlof kan zowel aaneengesloten als verdeeld worden genomen. Ouders kunnen kiezen om het verlof op te delen in meerdere blokken, bijvoorbeeld een paar weken verlof, en daarna weer een paar weken aan het werk. Deze flexibiliteit is gunstig voor ouders die willen werken en tegelijkertijd tijd met hun kind door willen brengen.

De keuze hoe het ouderschapsverlof genomen wordt, hangt af van de afspraken tussen de ouder en de werkgever. Het is belangrijk om deze afspraken vroegtijdig te maken, zodat er voldoende ruimte is voor het plannen van het verlof. De ouder dient het verlof minstens 2 maanden voor de eerste verlofdag met de werkgever te bespreken. Dit zorgt ervoor dat de werkgever het rooster kan aanpassen en de verantwoordelijkheden op het werk kunnen worden gedekt.

De flexibiliteit van ouderschapsverlof is ook van invloed op vakantiedagen. Tijdens ouderschapsverlof kan worden opgebouwd aan vakantiedagen, maar niet aan pensioen. Dit betekent dat ouders die langdurig verlof nemen, geen pensioenrecht krijgen tijdens die periode. Hierover kunnen aanvullende afspraken in de cao staan.

Ouderschapsverlof en werkloosheid

Als een ouder tijdens het ouderschapsverlof werkloos raakt, stopt het betaald ouderschapsverlof op de eerste dag van de werkloosheid. Dit betekent dat de uitkering van UWV wordt beëindigd. Ouders kunnen het onbetaald ouderschapsverlof wel voortzetten, mits de werkgever akkoord gaat. In dergelijke gevallen kan het verlof worden opgenomen tot het kind 8 jaar is.

Ouderschapsverlof tijdens een re-integratieproces is wettelijk mogelijk, maar kan problemen opleveren. Het verlof kan worden opgenomen als de ouder gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, maar het verlof kan beïnvloeden op de re-integratieplannen. Het is daarom belangrijk om in overleg te treden met de werkgever en eventueel UWV om te bepalen of het verlof verantwoord kan worden genomen.

Ouderschapsverlof en fiscaal aspecten

Het opnemen van ouderschapsverlof heeft ook fiscale gevolgen. Bijvoorbeeld, ouders die minder inkomsten hebben tijdens het verlof, kunnen recht hebben op extra toeslagen of betalen minder belasting. Het is belangrijk om deze gegevens op tijd door te geven aan de Belastingdienst. Dit zorgt ervoor dat er geen administratieve problemen ontstaan met de uitkering van toeslagen of de berekening van de belasting.

Conclusie

Ouderschapsverlof is een essentieel onderdeel van de balans tussen werk en gezin in Nederland. Het biedt ouders de mogelijkheid om tijd met hun kind door te brengen, wat gunstig is voor de emotionele en sociale ontwikkeling van het kind. Het ouderschapsverlof bestaat uit 26 weken, waarvan 9 weken betaald en 17 weken onbetaald. De betaald ouderschapsverlofregeling is ingevoerd sinds 2022 en is bedoeld om ouders financiële ondersteuning te bieden tijdens de eerste maanden na de geboorte of adoptie van hun kind.

De aanvraagprocedure verloopt via de werkgever of via Mijn UWV. Het verlof kan zowel aaneengesloten als verdeeld worden genomen, afhankelijk van de afspraken met de werkgever. Het ouderschapsverlof mag worden genomen voor kinderen tot 8 jaar, inclusief adoptie- en pleegkinderen. De regels kunnen variëren afhankelijk van de cao, waarin extra regelingen kunnen staan. Het is belangrijk om de cao te raadplegen om te zien welke regels van toepassing zijn.

Ouderschapsverlof heeft ook fiscale gevolgen, zoals het recht op extra toeslagen of het betalen van minder belasting. Het opnemen van ouderschapsverlof kan ook beïnvloeden op vakantiedagen en pensioenrecht. Het is daarom belangrijk om vroegtijdig afspraken te maken met de werkgever en eventueel UWV om te bepalen hoe het verlof kan worden genomen.

Het ouderschapsverlof is wettelijk verankerd en mag niet worden weigerd door de werkgever. De werkgever kan in uitzonderlijke gevallen, bij zwaarwegend dienstbelang, vragen om het verlof anders in te roosteren. In dergelijke gevallen geldt het aangepaste rooster voor het hele ouderschapsverlof. Het ouderschapsverlof is dus een recht dat ouders hebben om tijd met hun kind door te brengen en is een onderdeel van de wettelijke regelingen rondom werk en gezin.

Bronnen

  1. Rijksoverheid.nl: Wanneer heb ik recht op betaald ouderschapsverlof?
  2. FNV.nl: Ouderschapsverlof
  3. UWV.nl: Betaald ouderschapsverlof aanvragen
  4. Rijksoverheid.nl: Recht op ouderschapsverlof
  5. UWV.nl: Betaald ouderschapsverlof opnemen

Gerelateerde berichten