Aanvullend ouderschapsverlof is in Nederland een onderdeel van de bredere regelingen rondom het ouderschap en de combinatie van werk en kind. Het is een wettelijk bepaald recht dat ouders biedt de mogelijkheid om tijd vrij te nemen in de eerste acht jaar van hun kind, waarbij het verlof gedeeltelijk uitbetaald kan worden. Sinds het begin van 2022 zijn er nieuwe regels en uitbreidingen ingevoerd, waaronder het betaald ouderschapsverlof voor de eerste negen weken van verlof. Deze artikelen zullen de wettelijke basis, de praktijkregels, en de betalingsmechanismen van aanvullend ouderschapsverlof gedetailleerd uitleggen, op basis van de beschikbare informatie.
Wat is aanvullend ouderschapsverlof?
Aanvullend ouderschapsverlof is een recht dat ouders in Nederland hebben om tijd vrij te nemen van hun werk om zich te richten op het opvoeden van hun kind. Het verlof mag worden opgenomen binnen de eerste acht jaar van het kind en telt in totaal 26 weken verlof per ouder. Dit betekent dat beide ouders, zolang ze in loondienst zijn, elk 26 weken ouderschapsverlof kunnen opnemen. Dit verlof is een wettelijk vastgelegd recht dat niet verplicht is, maar dat wel beschikbaar staat.
Sinds 1 januari 2019 is er een uitbreiding gekomen van het ouderschapsverlof. Het aanvullend ouderschapsverlof biedt ouders de mogelijkheid om tijd vrij te nemen, met een gedeeltelijke uitkering van het UWV. Voor de eerste negen weken van ouderschapsverlof ontvangt de werknemer 70% van het loon uit de uitkering van het UWV. Dit geldt echter alleen voor verlof dat binnen het eerste levensjaar van het kind wordt genomen.
De wettelijke basis
Het ouderschapsverlof is geregeld in de Arbeidstijdenwet en is verder uitgebreid via de Wet in Voering van Extra Geboorteverlof (WIEG), die in 2019 in werking is getreden. Deze wet breidde het ouderschapsverlof uit en introduceerde het betaald ouderschapsverlof. Ook de Wet Betaald Ouderschapsverlof, die in augustus 2022 in werking is getreden, speelt een rol in de huidige regeling.
Volgens deze wet kunnen ouders, zolang ze in loondienst zijn, ouderschapsverlof opnemen voor elk kind tot 8 jaar. Het ouderschapsverlof bestaat uit 26 weken verlof per ouder, waarvan de eerste negen weken gedeeltelijk uitbetaald kunnen worden. Het verlof moet binnen 12 maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen, en de uitkering door het UWV geldt alleen voor verlof dat binnen het eerste levensjaar van het kind is genomen.
Aanvullend ouderschapsverlof versus betaald ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof is onderverdeeld in twee soorten: aanvullend ouderschapsverlof en betaald ouderschapsverlof. Het aanvullend ouderschapsverlof is het totale verlof van 26 weken, terwijl het betaald ouderschapsverlof specifiek verwijst naar de eerste negen weken van verlof waarvoor een uitkering van het UWV is beschikbaar.
Het aanvullend ouderschapsverlof mag opgenomen worden binnen de eerste acht jaar van het kind en is in principe onbetaald. Echter, de eerste negen weken zijn een aparte categorie: tijdens deze periode kan de werknemer 70% van het loon ontvangen, voor zover deze verlofdagen binnen het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen. De uitkering wordt door het UWV uitgevoerd, en de werkgever dient deze uitkering aan te vragen.
Hoe werkt het aanvullend ouderschapsverlof in de praktijk?
Aanvullend ouderschapsverlof is een wettelijk bepaald recht dat ouders kunnen opnemen wanneer ze dat willen, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Het verlof mag worden opgenomen binnen de eerste acht jaar van het kind en kan op elk moment worden genomen, zolang het binnen deze tijdsperiode valt. Het verlof hoeft niet continu genomen te worden; ouders kunnen kiezen om het verlof verspreid over verschillende periodes in te roosteren.
De uitkering van het UWV voor de eerste negen weken ouderschapsverlof is alleen beschikbaar als de verlofdagen binnen het eerste levensjaar van het kind worden genomen. Dit betekent dat ouders die hun verlof pas ná het eerste levensjaar van het kind willen opnemen, niet in aanmerking komen voor de uitkering. Het verlof is dan in principe onbetaald.
Een andere belangrijke beperking is dat ouders alleen recht hebben op ouderschapsverlof als ze in loondienst zijn. Dit betekent dat zelfstandigen in principe geen recht hebben op ouderschapsverlof, tenzij in hun cao (collectieve arbeidsovereenkomst) andere afspraken zijn gemaakt. In sommige cao’s zijn er uitbreidingen op de wettelijke regelingen, waardoor ouders bijvoorbeeld langer verlof kunnen opnemen of een hogere uitkering kunnen ontvangen.
Voorwaarden voor ouderschapsverlof
Aanvullend ouderschapsverlof is niet automatisch beschikbaar voor alle ouders. Er zijn een aantal voorwaarden die moeten zijn vervuld om in aanmerking te komen voor ouderschapsverlof:
Werknemer in loondienst: Alleen ouders die in loondienst zijn hebben recht op ouderschapsverlof. Zelfstandigen zijn in principe niet onderworpen aan de wettelijke regelingen voor ouderschapsverlof, tenzij in hun cao andere afspraken zijn gemaakt.
Kind jonger dan 8 jaar: Aanvullend ouderschapsverlof mag alleen worden opgenomen voor kinderen die jonger zijn dan acht jaar. Dit betekent dat ouders pas opnieuw recht hebben op ouderschapsverlof als hun kind opnieuw jonger is dan acht jaar.
Verlof binnen de eerste acht jaar: Aanvullend ouderschapsverlof mag alleen binnen de eerste acht jaar van het kind worden genomen. Het verlof hoeft niet continu genomen te worden, maar moet wel binnen deze tijdsperiode worden ingeroosterd.
Werkgeverakkoord: De werkgever moet akkoord gaan met het ouderschapsverlof. In de meeste gevallen is dit geen probleem, aangezien ouderschapsverlof een wettelijk bepaald recht is. Echter, in bijzondere gevallen waarin sprake is van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, kan de werkgever het ouderschapsverlof anders inroosteren. Dit moet dan wel in overleg met de werknemer gebeuren.
Betaald ouderschapsverlof: Voor de eerste negen weken ouderschapsverlof is er een uitkering van het UWV beschikbaar, mits deze verlofdagen binnen het eerste levensjaar van het kind worden genomen. Deze uitkering is beperkt tot 70% van het loon. Werknemers kunnen kiezen om het loon aan te vullen tot 100%, maar dit is niet verplicht.
Betaald ouderschapsverlof in de praktijk
Sinds 1 augustus 2022 is het betaald ouderschapsverlof wettelijk vastgelegd. Ouders hebben nu het recht om de eerste negen weken ouderschapsverlof te nemen en een uitkering van het UWV te ontvangen. Deze uitkering is 70% van het loon, maar ouders kunnen kiezen om het loon aan te vullen tot 100% door hun werkgever. Dit is niet verplicht, maar het is een mogelijkheid die ouders kunnen overwegen.
Het betaald ouderschapsverlof is alleen beschikbaar voor verlofdagen die binnen het eerste levensjaar van het kind worden genomen. Dit betekent dat ouders die hun verlof pas na het eerste levensjaar van het kind willen opnemen, geen uitkering ontvangen. Het verlof is dan in principe onbetaald.
De uitkering van het UWV wordt uitgevoerd via de Verzuimmelder in het werkgeversportaal van het UWV. Werkgevers moeten de volgende gegevens van hun werknemer hebben:
- De geboortedatum van het kind
- Het aantal weken dat de werknemer verlof wil opnemen (1 t/m 9 weken)
- De ingangsdatum van het verlof
- Een verklaring dat de werknemer al het standaard geboorteverlof van 1 keer zijn werkweek heeft opgenomen
Werkgevers kunnen kiezen om de uitkering rechtstreeks aan de werknemer te betalen of aan het UWV te betalen. In beide gevallen is de werkgever verplicht om de volledige uitkering aan de werknemer te betalen.
Rol van de werkgever bij ouderschapsverlof
Werkgevers spelen een belangrijke rol bij ouderschapsverlof. Hoewel ouderschapsverlof een wettelijk bepaald recht is, is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om de uitkering aan te vragen bij het UWV en deze uit te betalen aan de werknemer. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat de juiste gegevens van de werknemer beschikbaar zijn en dat deze gegevens correct worden ingevuld in het werkgeversportaal van het UWV.
Het is belangrijk dat werkgevers ook rekening houden met eventuele afspraken in de cao. In sommige cao’s zijn er uitbreidingen op de wettelijke regelingen voor ouderschapsverlof. Deze afspraken kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het aantal weken ouderschapsverlof, de uitkering van het UWV, of de mogelijkheid om het ouderschapsverlof aan te vullen tot 100%.
Werkgevers moeten ook rekening houden met het zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In bijzondere gevallen kan een werkgever het ouderschapsverlof anders inroosteren, maar dit moet dan wel in overleg met de werknemer gebeuren. Het ouderschapsverlof is in principe een wettelijk bepaald recht, en werkgevers mogen dit recht niet onterecht beperken.
Aanvullend ouderschapsverlof en de cao
In Nederland is het ouderschapsverlof geregeld in de Arbeidstijdenwet, maar het kan ook worden uitgebreid via de cao (collectieve arbeidsovereenkomst). In sommige cao’s zijn er extra afspraken gemaakt over ouderschapsverlof, waardoor ouders bijvoorbeeld langer verlof kunnen opnemen of een hogere uitkering kunnen ontvangen.
De cao bevat vaak uitgebreidere regelingen dan de wettelijke regelingen. Ouders moeten daarom goed controleren wat in hun cao staat, omdat deze afspraken boven de wettelijke regelingen gaan. In sommige gevallen zijn er bijvoorbeeld afspraken over het aantal weken ouderschapsverlof, de uitkering van het UWV, of de mogelijkheid om het ouderschapsverlof aan te vullen tot 100%.
Het is belangrijk dat ouders weten wat in hun cao staat, omdat deze afspraken een invloed kunnen hebben op het ouderschapsverlof. Ouders kunnen bijvoorbeeld langer verlof opnemen of een hogere uitkering ontvangen dan in de wettelijke regelingen staat.
Praktische richtlijnen voor ouders
Aanvullend ouderschapsverlof is een waardevol recht voor ouders die tijd willen vrijmaken om zich te richten op het opvoeden van hun kind. Echter, het is belangrijk dat ouders goed weten hoe het ouderschapsverlof in de praktijk werkt en wat de voorwaarden zijn.
Ouders moeten ervoor zorgen dat ze in loondienst zijn, omdat alleen werknemers recht hebben op ouderschapsverlof. Zelfstandigen zijn in principe niet onderworpen aan de wettelijke regelingen, tenzij in hun cao andere afspraken zijn gemaakt. Ouders moeten ook ervoor zorgen dat hun kind jonger is dan acht jaar, omdat ouderschapsverlof alleen voor kinderen jonger dan acht jaar beschikbaar is.
Ouders moeten ook rekening houden met de tijdsperiode waarin het ouderschapsverlof kan worden opgenomen. Aanvullend ouderschapsverlof mag alleen binnen de eerste acht jaar van het kind worden genomen. Het verlof hoeft niet continu genomen te worden, maar moet wel binnen deze tijdsperiode worden ingeroosterd.
Voor de eerste negen weken ouderschapsverlof is er een uitkering van het UWV beschikbaar, mits deze verlofdagen binnen het eerste levensjaar van het kind worden genomen. Ouders moeten ervoor zorgen dat ze binnen deze periode hun verlof opnemen, omdat ze anders geen uitkering ontvangen. De uitkering is beperkt tot 70% van het loon, maar ouders kunnen kiezen om het loon aan te vullen tot 100% via hun werkgever.
Aanvullend ouderschapsverlof en de Belastingdienst
Aanvullend ouderschapsverlof kan ook invloed hebben op de belastingen en toeslagen die ouders ontvangen. Ouders die hun inkomsten verlagen door ouderschapsverlof te nemen, moeten ervoor zorgen dat ze deze veranderingen aan de Belastingdienst doorgeven. Dit is belangrijk, omdat de Belastingdienst gebruik maakt van deze informatie om toeslagen uit te keren en belastingen te berekenen.
Ouders kunnen bijvoorbeeld recht hebben op extra toeslagen als hun inkomsten lager zijn geworden door ouderschapsverlof. Aan de andere kant kunnen ouders ook minder belasting betalen als hun inkomsten lager zijn. Het is belangrijk dat ouders deze veranderingen tijdig aan de Belastingdienst doorgeven, zodat ze geen onverwachte aanslagen of verlies aan toeslagen ervaren.
Conclusie
Aanvullend ouderschapsverlof is een belangrijk recht dat ouders in Nederland hebben om tijd vrij te nemen van hun werk om zich te richten op het opvoeden van hun kind. Het ouderschapsverlof bestaat uit 26 weken verlof per ouder, waarvan de eerste negen weken gedeeltelijk uitbetaald kunnen worden via het UWV. De uitkering is beperkt tot 70% van het loon, maar ouders kunnen kiezen om het loon aan te vullen tot 100%.
Het ouderschapsverlof is geregeld in de Arbeidstijdenwet en kan worden uitgebreid via de cao. Het is belangrijk dat ouders weten wat in hun cao staat, omdat deze afspraken boven de wettelijke regelingen gaan. Werkgevers spelen een belangrijke rol bij ouderschapsverlof, omdat zij de uitkering aan moeten vragen bij het UWV en deze aan de werknemer moeten uitbetalen.
Aanvullend ouderschapsverlof is een waardevol recht voor ouders die tijd willen vrijmaken om zich te richten op het opvoeden van hun kind. Echter, ouders moeten ervoor zorgen dat ze voldoen aan de voorwaarden en dat ze de uitkering aanvragen bij het UWV. Het ouderschapsverlof is een wettelijk bepaald recht, maar het is belangrijk dat ouders goed weten hoe het ouderschapsverlof in de praktijk werkt.