De Nederlandse wetgeving heeft in de afgelopen jaren verschillende stappen genomen om ouders meer flexibiliteit en ondersteuning te bieden in de balans tussen werk en gezin. Een van de belangrijkste maatregelen is het betaald ouderschapsverlof, dat officieel op 2 augustus 2022 van kracht werd. Deze wet is een uitwerking van de Europese richtlijn voor een betere werk-privébalans, en biedt ouders de mogelijkheid om 9 weken ouderschapsverlof door te krijgen, bij voorkeur in het eerste levensjaar van hun kind. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige regeling, de voorwaarden, de financiële ondersteuning en de verwachtingen die met deze wet gepaard gaan.
Inleiding
Sinds 2015 heeft elke ouder in Nederland het recht om ouderschapsverlof aan te vragen voor hun kind tot het achtste levensjaar. Echter, ouderschapsverlof was in principe onbetaald, tenzij werkgever en werknemers hierover andere afspraken maakten in een cao of individueel. In de praktijk betekende dit dat slechts ongeveer een derde van de ouders het ouderschapsverlof daadwerkelijk opnam. Deze lage opnamegraad leidde tot kritische blikken vanuit maatschappelijke organisaties en politieke partijen.
De wet op het betaald ouderschapsverlof is ontworpen om deze situatie te veranderen. In het kader van de Europese richtlijn en met het oog op een gelijkwaardige opvoedverantwoordelijkheid voor beide ouders, is besloten om de eerste 9 weken ouderschapsverlof door te betalen. Deze regeling is bedoeld om ouders te stimuleren om het verlof op te nemen, zonder dat het financieel nadelig is voor hun inkomen. De invoering van deze wet is in 2022 voltooid, na goedkeuring door zowel de Tweede als de Eerste Kamer.
De wettelijke regeling
De Wet betaald ouderschapsverlof is aangenomen door de Eerste Kamer op 12 oktober 2021 en heeft per 2 augustus 2022 deel uitgemaakt van de Nederlandse wetgeving. Deze wet biedt ouders de mogelijkheid om 9 weken ouderschapsverlof op te nemen in het eerste levensjaar van hun kind. Tijdens deze 9 weken ontvangt de ouder een uitkering van het UWV, ter hoogte van 50% van hun dagloon, of maximaal 50% van het maximum dagloon, wat op dat moment € 225,57 bedroeg.
De regeling geldt niet alleen voor kinderen die na de invoering zijn geboren, maar ook voor kinderen die al geboren zijn, mits ze nog in het eerste levensjaar zijn en er nog recht op ouderschapsverlof bestaat. Dit betekent dat ouders die hun kind al eerder hebben gekregen, maar nog binnen het eerste levensjaar zijn, ook in aanmerking komen voor de uitkering.
De invoering en de Europese richtlijn
De invoering van het betaald ouderschapsverlof is een directe uitwerking van de Europese richtlijn over werk-privébalans. Nederland was verplicht om deze richtlijn in de nationale wetgeving te verwerken vóór 2 augustus 2022. Dit was een belangrijke motivatie achter de haast waarmee de wet is doorgevoerd. De Europese richtlijn streeft naar een gelijke opvoedverantwoordelijkheid van beide ouders en wil de balans tussen werk en gezin verbeteren.
De regeling die in Nederland is opgevat, is een compromis tussen de Europese verplichtingen en de huidige Nederlandse situatie. In tegenstelling tot sommige andere Europese landen, waar ouderschapsverlof volledig of grotendeels doorbetaald is, is de Nederlandse regeling beperkt tot 9 weken en met een uitkering ter hoogte van 50%. In de Eerste Kamer is er wel een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om de uitkering te verhogen naar 70%, zoals later ook in het Coalitieakkoord van 2021-2025 is genoemd.
De werking van de regeling
Het betaald ouderschapsverlof is bedoeld om ouders de mogelijkheid te bieden om tijd te nemen voor hun pasgeboren kind, zonder dat dit leidt tot een aanzienlijke inkomensvermindering. De uitkering wordt betaald door het UWV, wat betekent dat de werkgever geen directe betaling hoeft te doen. In plaats daarvan vult de werkgever een aanvraag in bij het UWV, die dan de uitkering regelt.
De uitkering is geen loon, maar een vorm van ondersteuning die gericht is op de zorgtaken rondom het kind. Daarom is het bedrag gebaseerd op het dagloon, niet op het brutoloon. Het maximumbedrag dat uitgekeerd kan worden, is 50% van het maximum dagloon, wat momenteel € 112,79 bedraagt. Dit betekent dat ouders met hogere inkomens eveneens profiteren van de regeling, maar niet in dezelfde mate als ouders met een lager inkomen.
De duur en de verdeling van ouderschapsverlof
De regeling is niet alleen gericht op moeders, maar ook op vaders en andere ouders, zoals adoptieouders of pleegouders. Beide ouders kunnen het ouderschapsverlof opnemen, op voorwaarde dat ze het doen binnen het eerste levensjaar van het kind. Dit is een belangrijke stap in de richting van een gelijkwaardige zorgverdeling tussen ouders.
Momenteel is het mogelijk om 26 weken ouderschapsverlof op te nemen in de eerste acht levensjaren van het kind. Deze 26 weken zijn in principe onbetaald, tenzij er afspraken zijn gemaakt in een cao of individueel. De nieuwe regeling betreft daarom slechts 9 weken van deze 26, wat betekent dat ouders ook verder kunnen kiezen of ze het verlof willen opnemen, ook na het eerste levensjaar van het kind.
De impact van de regeling
De invoering van het betaald ouderschapsverlof wordt gezien als een positieve stap in de richting van een gelijkwaardige zorgverdeling tussen ouders. Door de uitkering te bieden, wordt het aantrekkelijker voor ouders om het verlof op te nemen, ook voor vaders. In het verleden was het ouderschapsverlof vooral een verlof voor moeders, omdat het financieel nadelig was voor de inkomsten. Nu is het voor beide ouders gelijk toegankelijk.
Het betaald ouderschapsverlof kan ook leiden tot meer gelijkheid op de arbeidsmarkt. Meer ouders, vooral vrouwen, zouden opnieuw in de arbeidsmarkt kunnen treden, omdat de zorgtaken niet langer volledig op hun schouders rusten. Dit is een van de doelstellingen van de regering, die hoopt dat deze maatregel bijdraagt aan een diversere werkl蓄.
De toekomstige plannen
Hoewel de huidige regeling reeds van kracht is, zijn er plannen voor verdere uitbreiding. In de Eerste Kamer is er een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om de uitkering te verhogen naar 70% van het dagloon. In het Coalitieakkoord van 2021-2025 is deze verhogingsdoelstelling ook verwerkt. Dit betekent dat de uitkering in de toekomst mogelijk verder zal stijgen, afhankelijk van de bereidheid van het kabinet en de Eerste Kamer.
Daarnaast is er ook een algemeen verzoek om de mogelijkheid van ouderschapsverlof verder uit te breiden, bijvoorbeeld door het aantal doorbetaalde weken te verhogen of de uitkering verder te verhogen. Deze plannen zijn echter nog niet opgenomen in de huidige wet en zullen pas van kracht worden indien er daartoe een wet is aangenomen.
Conclusie
Het betaald ouderschapsverlof is een belangrijke wettelijke ontwikkeling in Nederland, die is ontworpen om ouders de mogelijkheid te bieden om tijd te nemen voor hun pasgeboren kind, zonder dat dit leidt tot een aanzienlijke inkomensvermindering. De regeling is aangenomen in het kader van de Europese richtlijn over werk-privébalans en biedt ouders het recht om 9 weken ouderschapsverlof op te nemen in het eerste levensjaar van hun kind, met een uitkering ter hoogte van 50% van hun dagloon.
De regeling is bedoeld om ouders te stimuleren om het verlof op te nemen, ongeacht of het een moeder of vader betreft. Dit is een belangrijke stap in de richting van een gelijkwaardige zorgverdeling tussen ouders en kan leiden tot meer gelijkheid op de arbeidsmarkt. De toekomstige plannen voor een verhogingspercentage naar 70% zijn ook een positief signaal voor ouders die hopen op meer ondersteuning bij het combineren van werk en gezin.
Door de invoering van deze wet is Nederland een stap verder in de richting van een maatschappij waarin ouders gelijkwaardig worden ondersteund bij de zorg voor hun kind. Het betaald ouderschapsverlof is dus niet alleen een wettelijke maatregel, maar ook een maatschappelijke keuze die gericht is op een betere balans tussen werk en gezin.