Ouderschapsverlof is een essentieel onderdeel van het wettelijk kader voor werknemers in Nederland. Voor gemeentelijke medewerkers, zoals die werkzaam bij de gemeente Amsterdam, zijn er specifieke regels opgenomen in de CAO Gemeenten of in collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) van veiligheidsregio’s. Deze regels reguleren zowel het wettelijk betaald ouderschapsverlof als eventuele aanvullende regelingen via CAO’s. Sinds 2023 zijn deze regels gewijzigd en is er een duidelijk kader voor hoe ouderschapsverlof in de praktijk kan worden genomen. In dit artikel geven we een overzicht van de wettelijke regels, de aanvullende regelingen via CAO’s, en hoe ouderschapsverlof in de praktijk werkt voor gemeentelijke medewerkers.
Ouderschapsverlof: algemene regels
Ouderschapsverlof is een wettelijk recht dat toelaat dat ouders van jonge kinderen verlof nemen van hun werk. Dit verlof kan zowel betaald als onbetaald zijn, afhankelijk van de omstandigheden en de regels van de CAO of individuele arbeidsovereenkomst. Ouderschapsverlof is bedoeld om ouders de mogelijkheid te geven om zich meer op hun kind te concentreren, vooral in de belangrijke vroege jaren van een kind.
Aantal verlofuren
Volgens de Wet betaald ouderschapsverlof (WBAV) heeft een ouder recht op maximaal 26 werkweken ouderschapsverlof, berekend op basis van de weektijdsbesteding. Bijvoorbeeld: een medewerker die 32 uur per week werkt, heeft recht op 26 x 32 = 832 uren ouderschapsverlof. Hiervan zijn de eerste negen werkweken betaald ouderschapsverlof, waarbij de ouder 70% van het dagloon ontvangt van UWV. Het verlof kan worden opgenomen in het eerste levensjaar van het kind.
Deze regels zijn geldig voor alle werknemers, inclusief die in de openbare sector. Voor gemeentelijke medewerkers gelden echter aanvullende regels via de CAO Gemeenten, die het betaald ouderschapsverlof verder uitbreiden.
Betaald ouderschapsverlof: wettelijke regeling
De wettelijke regeling voor betaald ouderschapsverlof werd in 2022 gewijzigd. Ouders krijgen nu 9 weken betaald ouderschapsverlof, waarbij zij 70% van hun dagloon ontvangen. Dit geldt voor elke ouder of verzorger, inclusief adoptieouders, pleegouders en stiefouders. Het verlof kan worden opgenomen binnen het eerste levensjaar van het kind, en de uitkering wordt gestart door de werkgever aan UWV.
De werkgever heeft de keuze om het loon direct door te betalen of te wachten tot UWV de uitkering heeft gedaan. Dit duurt meestal ongeveer vier weken vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend. Het verlof kan in één keer of verdeeld over meerdere periodes worden genomen, afhankelijk van de wensen van de ouder en de mogelijkheden van de werkgever.
Voorwaarden voor wettelijk betaald ouderschapsverlof
De volgende voorwaarden moeten zijn vervuld om recht te hebben op het wettelijk betaald ouderschapsverlof: - De ouder is in loondienst; - Het kind is jonger dan acht jaar; - Het verlof wordt opgenomen binnen het eerste levensjaar van het kind.
Bij tweelingen of meerlingen geldt het verlof per kind. Een ouder van een tweeling heeft dan recht op twee keer 9 weken ouderschapsverlof.
Betaald ouderschapsverlof: CAO Gemeenten
Naast de wettelijke regeling is er ook een aanvullende regeling voor ouderschapsverlof via de CAO Gemeenten. Deze regeling is geldig per 31 december 2023 en vervangt de oude regeling. Medewerkers van gemeenten en veiligheidsregio’s kunnen nu 13 werkweken ouderschapsverlof opnemen, waarbij een deel van het salaris doorbetaald wordt. Deze 13 weken zijn opgebouwd uit de formele arbeidsduur per week. Bijvoorbeeld: een medewerker die 36 uur per week werkt, heeft recht op 13 x 36 = 468 uren ouderschapsverlof.
Hoeveel wordt er betaald?
Het percentage loon dat wordt doorbetaald, hangt af van het salarisniveau van de medewerker: - Als het salaris niet hoger is dan het maximum van schaal 2, wordt 80% van het salaris doorbetaald; - Als het salaris hoger is dan het maximum van schaal 2, maar lager dan het maximum van schaal 4, wordt 70% van het salaris doorbetaald.
De medewerker kan zelf bepalen welke weken en hoeveel uren betaald ouderschapsverlof genomen wordt. De spreiding en duur van het verlof zijn vrijblijvend, zolang het binnen de 13 werkweken valt.
Kombinatie van wettelijke en CAO-regeling
Een medewerker kan kiezen om het wettelijk betaald ouderschapsverlof van 9 weken te combineren met de aanvullende regeling via de CAO Gemeenten. Als het wettelijk verlof volledig doorbetaald wordt, blijft er nog 4 weken ouderschapsverlof over die volgens de CAO-regeling kunnen worden genomen. Dit betekent dat een medewerker in totaal 13 weken ouderschapsverlof kan opnemen, waarvan 9 weken volledig doorbetaald.
Als een medewerker kiest voor minder dan 9 weken wettelijk betaald ouderschapsverlof, kan hij of zij de resterende weken aanvullen via de CAO-regeling. Bijvoorbeeld: als 5 weken wettelijk verlof volledig doorbetaald worden, blijven er nog 8 weken over die via de CAO kunnen worden genomen.
Regels voor meerlingen
Voor ouders van tweelingen of meerlingen geldt een afwijkende regel. Een ouder heeft in dit geval recht op één keer 13 werkweken ouderschapsverlof. Als de ouder later nog een kind krijgt, is er opnieuw recht op ouderschapsverlof voor dat kind.
Praktijkgerichte regels en aanvraagprocedure
Het ouderschapsverlof moet worden aangevraagd bij de werkgever. Voor gemeentelijke medewerkers geldt dat het verlof moet worden aangevraagd via een self-serviceplatform of direct bij de HR-afdeling. De aanvraag moet worden ingediend minstens 2 maanden voor de gewenste startdatum van het verlof.
Bij de aanvraag moet de medewerker aangeven: - Wanneer het verlof moet beginnen; - Hoe lang het verlof duurt; - Hoeveel uren per week het verlof genomen wordt; - De gewenste spreiding van de uren over de werkweek.
Het ouderschapsverlof kan doorlopen bij ziekte, tenzij er onvoorziene omstandigheden zijn. In dat geval kan het verlof tussentijds worden onderbroken, en het restant kan op een later moment worden opgenomen.
Het ouderschapsverlof kan ook worden opgedeeld in meerdere periodes. Dit kan handig zijn als ouders willen werken met een flexibele werkscheduiling.
Aanvullende regelingen voor adoptie- en pleegouders
Ouderschapsverlof is niet alleen toegestaan voor biologische ouders, maar ook voor adoptieouders en pleegouders. Voor adoptieouders geldt dat ze het wettelijk betaald ouderschapsverlof kunnen opnemen voor elk kind dat is aangenomen. Voor pleegouders is er één keer recht op 9 weken ouderschapsverlof, ongeacht het aantal pleegkinderen.
Stiefouders hebben ook recht op ouderschapsverlof, maar het is beperkt tot één keer 9 weken per kind.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijk recht voor werknemers in de openbare sector, zoals medewerkers van de gemeente Amsterdam. Het wettelijke kader biedt garantie op 26 werkweken ouderschapsverlof, waarvan de eerste 9 weken betaald zijn. Voor gemeentelijke medewerkers is er bovendien een aanvullende regeling via de CAO Gemeenten, die het betaald ouderschapsverlof uitbreidt tot 13 werkweken.
Deze regelingen zijn bedoeld om ouders de mogelijkheid te geven om zich te concentreren op het opvoeden van hun kind in de vroege jaren. Het ouderschapsverlof kan zowel in het eerste levensjaar van het kind genomen worden als later, afhankelijk van de wensen van de ouder. De aanvraagprocedure is eenvoudig en moet worden ingediend minstens 2 maanden voor de gewenste startdatum.
Voor ouders van tweelingen of meerlingen, adoptieouders en pleegouders zijn er specifieke regels die van toepassing zijn. Deze regels zijn bedoeld om te zorgen dat alle ouders gelijke rechten hebben bij het opnemen van ouderschapsverlof.
In samenvatting is ouderschapsverlof een essentieel onderdeel van de werknemersrechten in de openbare sector. Het biedt ouders de flexibiliteit om te kiezen wanneer en hoe lang ze verlof nemen, terwijl het hun inkomsten beveiligt via een combinatie van wettelijke regelingen en CAO’s.