Ouderschapsverlof in de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de arbeidsovereenkomsten in Nederland, met name in sectoren waar de werknemers vaak langdurig van huis zijn, zoals het beroepsgoederenvervoer. De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer (2017–2019) bevat regels rondom ouderschapsverlof, die zowel betrekking hebben op het betaald en het onbetaald verlof. In dit artikel wordt ingegaan op de relevante regelingen die van toepassing zijn binnen deze CAO, met een nadruk op de regels voor ouderschapsverlof, aanvullend geboorteverlof en eventuele uitzonderingen. De informatie is gebaseerd op de beschikbare tekst en documentatie van de CAO en gerelateerde bronnen.

Ouderschapsverlof en betaalregelingen

Ouderschapsverlof geeft werknemers de mogelijkheid om tijd vrij te nemen voor hun kind in de eerste levensjaren. In de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019 is sprake van een specifieke regeling voor ouderschapsverlof, waarin zowel betaald als onbetaald verlof wordt behandeld. Werknemers kunnen in totaal maximaal 830 uren ouderschapsverlof opnemen per kind, verdeeld over betaald en onbetaald verlof.

Het recht op betaald ouderschapsverlof is geregeld in artikel 1 van de regeling. Werknemers kunnen dit verlof opnemen in het eerste levensjaar van hun kind, conform artikel 6:3 van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO). De CAO-regeling voegt hierbij specifieke voorwaarden en uitvoering aan toe. De betaalregeling voor ouderschapsverlof wordt bepaald door artikel 1a t/m 7 van de regeling, die de details opleveren over de financiering en het opnemen van het verlof.

Het opgenomen betaald ouderschapsverlof telt als minderende factor voor het totaal aan beschikbare onbetaald ouderschapsverlof. Dit betekent dat de werknemer het totaal van 830 uren niet overschrijdt, ongeacht of het verlof betaald of onbetaald is. De CAO-regeling wijkt op sommige punten af van de wettelijke minimumnormen, vooral vanwege het bovenwettelijke karakter van de CAO. Hierdoor is het belangrijk om te onthouden dat de CAO-regeling niet alleen wettelijke verplichtingen omvat, maar ook aanvullende afspraken die specifiek voor de sector gelden.

Aanvullend geboorteverlof en de CAO

Een aparte regeling binnen de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer betreft het aanvullend geboorteverlof. Dit verlof is een extra mogelijkheid voor ouders om tijd vrij te nemen rondom de geboorte van hun kind. Het aanvullend geboorteverlof is in de CAO niet standaard verplicht voor werkgevers, wat betekent dat werkgevers niet verplicht zijn om loon uit te betalen tijdens dit verlof. Hieruit volgt dat de pensioenopbouw tijdens dit verlof niet verplicht is, zoals ook vermeld in bron [2].

Hoewel ouderschapsverlof en geboorteverlof wettelijk zijn verankerd in de Wet Arbeid en Zorg, is het aanvullend geboorteverlof niet automatisch onderdeel van de pensioenregeling. Werkgevers die ervoor kiezen om aanvullend geboorteverlof te verlenen, doen dit op eigen voorwaarden. Dit betekent dat de CAO-partijen voor het Beroepsgoederenvervoer geen bindende afspraken hebben gemaakt over de financiering of pensioenopbouw tijdens dit verlof. Werkgevers en werknemers moeten dit dan ook afzonderlijk afhandelen, waarbij de werkgever via het werkgeversportaal moet doorgeven of verlof van invloed is op de pensioenopbouw.

Werkgeverplichtingen en verwerking van verlof

Voor werkgevers die werknemers in het beroepsgoederenvervoer in dienst hebben, is het van belang om verlofcorrecties in het werkgeversportaal door te geven. Dit geldt zowel voor ouderschapsverlof als voor eventueel aanvullend geboorteverlof. Werkgevers zijn verplicht om aan te geven of tijdens verlof pensioen opgebouwd wordt. Voor ouderschapsverlof en geboorteverlof is dit in de meeste gevallen het geval, aangezien de pensioenopbouw doorgaat op basis van de pensioengrondslag van het moment dat de werknemer met verlof ging.

Als een werknemer aanvullend geboorteverlof opneemt, is het aan de werkgever om te beslissen of deze periode wordt verwerkt in de pensioenopbouw. Dit is geen wettelijke verplichting, en daarom hoeft een werkgever dit verlof niet per se aan het pensioenfonds door te geven. Werkgevers moeten dit dan ook expliciet bepalen in overleg met de werknemer.

Loon- en toeslagenregelingen tijdens verlof

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019 bevat ook regels over loon- en toeslagenregelingen tijdens verlof. Tijdens ouderschapsverlof is het loon volgens de CAO bepaald, wat in detail is uitgewerkt in de regeling betaald ouderschapsverlof. De loonverhogingen en toeslagen zijn per 1 januari en 1 juli verhoogd in de looptijd van de CAO, zoals vermeld in bron [1]. De loontreden zijn uitgebreid, en het loongebouw is aangepast, zodat de werknemers op langere termijn van het ouderschapsverlof ook loonaanpassingen kunnen verwachten.

Tijdens ouderschapsverlof is er een specifieke regeling voor de chauffeurs, die boven op het loon een chauffeurstoeslag krijgen. Deze toeslag is verhoogd in de loop van de CAO-periode, maar tegelijkertijd is de overwerktoeslag voor chauffeurs verlaagd. De regeling maakt het mogelijk dat werknemers hun verlof in combinatie met andere toeslagen en loonaanpassingen kunnen afwegen.

Inspraak op arbeidstijden en verlof

Een belangrijk aspect van de CAO is de uitbreiding van de werknemersrechten met betrekking tot inspraak op arbeidstijden. Werknemers hebben vanaf 1 januari 2018 het recht om een jaarmaximum voor het aantal werktuinen te kiezen. Deze regeling is van belang voor werknemers die ouderschapsverlof opnemen, omdat ze op basis van hun eigen voorkeur kunnen bepalen hoeveel werkuren ze per jaar willen behalen.

Bij ouderschapsverlof is het dan ook mogelijk om dit rechtsinstrument te gebruiken om de werk- en privébalans te behouden. Werknemers kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een lager werkniveau of voor een flexibelere werktijd, om te zorgen dat de opgenomen verlof niet negatief invloed heeft op hun verdere carrière.

Persoonlijk keuzebudget

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019 bevat ook een regeling over een persoonlijk keuzebudget (PKB). Vanaf 1 januari 2018 is het PKB ingevoerd, wat betekent dat werknemers bepaalde voordelen kunnen kiezen die aansluiten bij hun persoonlijke situatie. Voor ouders die ouderschapsverlof opnemen, is het PKB een extra hulpmiddel om hun verlof te combineren met andere voordelen zoals zorgverzekeringen, pretprijzen of andere werknemersvoordelen.

De regeling van het PKB is ontworpen om flexibiliteit te bieden, zodat werknemers zelf kunnen bepalen hoe ze hun verlof willen combineren met andere werk- en levensaspecten. Dit is vooral van belang in sectoren waar werknemers vaak langdurig van huis zijn, zoals bij chauffeurs die langdurig in het buitenland werken.

Onderhandelingsresultaten en aanpassingen in de CAO

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019 is het resultaat van meerdere onderhandelingsrondes tussen werkgevers en werknemers. De tekst van de CAO is meerdere keren aangepast, zoals vermeld in bron [4] en [3]. De belangrijkste aanpassingen betreffen het loongebouw, de toeslagenregelingen en de regelingen rondom ouderschapsverlof en betaald verlof.

De CAO is op 1 januari 2017 in werking getreden en loopt tot 31 december 2019. Tijdens deze looptijd zijn meerdere wijzigingen doorgevoerd, zoals de loonaanpassingen, de uitbreiding van de loontreden en de invoering van het persoonlijk keuzebudget. Ook is de regeling voor ouderschapsverlof meerdere keren herzien, zoals vermeld in de onderhandelingsresultaten van 2017, 2018 en 2019.

De CAO is een belangrijk instrument voor de arbeidspartijen in de transportsector. Het bevat niet alleen regels over loon en toeslagen, maar ook over verlof, arbeidstijden en andere werknemersrechten. De regeling voor ouderschapsverlof is daarvan een belangrijk onderdeel, omdat het helpt om de werknemers te steunen bij de balans tussen werk en gezin.

Aanvullende regelingen en toekomstige ontwikkelingen

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer is een dynamisch document dat meerdere keren is aangepast sinds de ingangsdatum. De CAO is onderdeel van een bredere trend in de Nederlandse arbeidsmarkt, waarbij werknemersrechten en verlofrechten steeds vaker centraal staan. De regelingen rondom ouderschapsverlof zijn een voorbeeld van deze trend, omdat ze gericht zijn op het verbeteren van de werknemerssituatie in een sector waar werknemers vaak langdurig van huis zijn.

Toekomstige ontwikkelingen binnen de CAO zullen waarschijnlijk ook meer aandacht besteden aan verlofrechten en werknemerssituaties. De actuele CAO is slechts een van de meerdere CAO’s die zijn afgesloten in de transportsector. Andere CAO’s, zoals de CAO voor het orgelbouwbedrijf of de visdetailhandel, tonen een vergelijkbare ontwikkeling, waarbij ouderschapsverlof en andere verlofrechten steeds meer in het zicht komen.

Conclusie

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer 2017–2019 bevat een uitgebreide regeling rondom ouderschapsverlof. Werknemers kunnen maximaal 830 uren ouderschapsverlof opnemen per kind, verdeeld over betaald en onbetaald verlof. De regeling is geregeld in artikel 1 van de CAO, waarin ook de financiering en uitvoering van het verlof worden bepaald. Aanvullend geboorteverlof is geen wettelijke verplichting, en de pensioenopbouw tijdens dit verlof is niet verplicht.

Werkgevers zijn verplicht om verlofcorrecties in het werkgeversportaal door te geven, zodat de pensioenopbouw correct kan worden verwerkt. De CAO bevat ook regelingen over loon- en toeslagenverhogingen, inspraak op arbeidstijden en een persoonlijk keuzebudget, die werknemers kunnen gebruiken om hun verlof te combineren met andere voordelen.

De CAO voor het Beroepsgoederenvervoer is een belangrijk instrument voor de arbeidspartijen in de transportsector. Het helpt om werknemers te ondersteunen bij de balans tussen werk en gezin, en bevat specifieke regelingen die aansluiten bij de situatie van werknemers in deze sector.

Bronnen

  1. Eindbod werkgevers CAO beroepsgoederenvervoer 2017 - 2019
  2. In veel gevallen blijft uw werknemer tijdens een verlof pensioen opbouwen
  3. CAO Beroepsgoederenvervoer 2017-2019
  4. Tekst CAO beroepsgoederenvervoer 2017 - 2019 beschikbaar
  5. Bijlage E: Regeling betaald en onbetaald ouderschapsverlof

Gerelateerde berichten