De regelingen rond ouderschapsverlof in het onderwijs zijn in de afgelopen jaren onderhevig aan aanpassingen en verfijningen. Voor werkende ouders in de onderwijssector is het belangrijk om te weten hoe ouderschapsverlof geregeld wordt, hoeveel verlofuren beschikbaar zijn, en hoe de vergoeding ervoor werkt. Deze artikelen geven een overzicht van de huidige situatie, gebaseerd op de wettelijke regels en de cao-afspraken in verschillende onderwijssectoren.
Ouderschapsverlof is verlof dat een werknemer op kan nemen om tijd te maken voor de zorg van een kind jonger dan acht jaar. Beide ouders kunnen voor ieder kind eenmalig ouderschapsverlof opnemen. Het aantal uren waarop men recht heeft, is afhankelijk van de werkweek: 26 keer het aantal uren dat een persoon per week werkt. Daarnaast is een deel van dit ouderschapsverlof betaald, en het percentage dat wordt doorbetaald, varieert afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen.
De wettelijke regelgeving sinds 2 augustus 2022 biedt een basisregeling waarbij ieder ouder recht heeft op negen weken betaald ouderschapsverlof binnen het eerste levensjaar van het kind. Deze regeling is geregeld in de Wet betaald ouderschapsverlof. Het betaalde deel is gebaseerd op 70 procent van het dagloon, tot een maximum van 70 procent van het maximum dagloon. Daarnaast zijn er in de cao-afspraken voor het onderwijs sectorespecifieke regelingen die in veel gevallen gunstiger zijn dan de wettelijke minimumregels.
In het onderwijssector zijn er verschillende niveaus van onderwijs: primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs (mbo), en wetenschappelijk onderwijs (wo). In elk van deze sectoren zijn er aparte afspraken gemaakt in de cao’s over hoe ouderschapsverlof verlof en vergoeding werken. Deze afspraken zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke minimumregels, en bieden ouders in de onderwijssector dus extra voordelen.
Deze artikelen geven een gedetailleerd overzicht van de wettelijke regels en cao-afspraken in de verschillende onderwijssectoren. Het artikel legt uit hoe ouderschapsverlof geregeld wordt, hoeveel verlofuren beschikbaar zijn, en hoe de vergoeding ervoor werkt. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de aanpassingen die sinds 2025 zijn doorgevoerd en wat dit betekent voor ouders in de onderwijssector.
Wettelijke regels voor ouderschapsverlof
De wettelijke regels voor ouderschapsverlof zijn sinds 2 augustus 2022 in werking. Deze regeling is opgenomen in de Wet betaald ouderschapsverlof en biedt een basisregeling voor alle werkenden in Nederland. Ieder ouder heeft recht op negen weken betaald ouderschapsverlof binnen het eerste levensjaar van het kind. Het betaalde deel is gebaseerd op 70 procent van het dagloon, tot een maximum van 70 procent van het maximum dagloon. Het overige ouderschapsverlof valt onder de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) en is daarom onbetaald.
Binnen de wettelijke regels geldt dat ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind verlof opgenomen kan worden. Het betaalde deel is dus vooral gericht op deze periode, waarin ouders het meest in het voeden en zorgen voor hun kind betrokken zijn. Na het eerste levensjaar kan ouderschapsverlof nog steeds genomen worden, maar dan tegen een lager percentage loondoorbetaling. Dit is om aan te moedigen om het betaalde deel van het ouderschapsverlof in de belangrijkste fase van het kind op te nemen.
Het totale ouderschapsverlof dat een ouder kan opnemen, is niet beperkt tot de negen weken betaald ouderschapsverlof. Het totale ouderschapsverlof kan tot het achtste levensjaar van het kind worden genomen. Dit betekent dat ouders naast het betaalde deel ook onbetaald verlof kunnen opnemen, mits de werkgever daarmee akkoord gaat. De regeling is dus bedoeld om ouders de flexibiliteit te bieden om werk en gezin te combineren.
Het wettelijke kader voor ouderschapsverlof is dus gericht op het aanbod van betaald verlof in de eerste levensmaanden van het kind en het aanbod van onbetaald verlof daarna. Deze regelgeving is bedoeld om ouders te ondersteunen in de belangrijkste fase van de opvoeding en te zorgen dat het verlof zowel betaald als onbetaald kan worden gecombineerd.
Cao-afspraken in het primair onderwijs
In het primair onderwijs geldt een cao-afsprakenregeling die aansluit bij de wettelijke regelgeving, maar in veel gevallen voordeliger is voor de werknemers. In de cao voor het primair onderwijs is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 1.040 uur ouderschapsverlof per kind. Deze uren zijn te verdelen over de periode tot het kind acht jaar is. Van deze uren zijn er 415 betaald, wat neerkomt op ruim tien weken.
Het betaalde deel van ouderschapsverlof in het primair onderwijs is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 75 procent van het dagloon. Dit is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de wettelijke regels, waarin het percentage 70 procent is. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 55 procent.
Het aantal uren dat betaald ouderschapsverlof kan worden opgenomen, is afhankelijk van de werkweek. Bij een voltijd dienstverband (40 uur per week) is er sprake van 1.040 uur ouderschapsverlof. Werkt een medewerker minder dan fulltime, dan is het aantal uren evenredig aan het dienstverband. Bijvoorbeeld: bij een werkweek van 24 uur per week is het totale ouderschapsverlof 624 uur, waarvan 415 uur betaald.
De cao voor het primair onderwijs bevat ook specifieke regels over hoe ouderschapsverlof geregeld is. Deze regels zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke regels en bieden ouders in het primair onderwijs dus extra voordelen. Het is belangrijk om deze cao-afspraken te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt.
Cao-afspraken in het voortgezet onderwijs
In het voortgezet onderwijs geldt een cao-afsprakenregeling die gelijk is aan die van het primair onderwijs. Ook hier is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 1.040 uur ouderschapsverlof per kind. Deze uren zijn te verdelen over de periode tot het kind acht jaar is. Van deze uren zijn er 415 betaald, wat neerkomt op ruim tien weken.
Het betaalde deel van ouderschapsverlof in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 75 procent van het dagloon. Dit is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de wettelijke regels, waarin het percentage 70 procent is. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 55 procent.
Het aantal uren dat betaald ouderschapsverlof kan worden opgenomen, is afhankelijk van de werkweek. Bij een voltijd dienstverband (40 uur per week) is er sprake van 1.040 uur ouderschapsverlof. Werkt een medewerker minder dan fulltime, dan is het aantal uren evenredig aan het dienstverband. Bijvoorbeeld: bij een werkweek van 24 uur per week is het totale ouderschapsverlof 624 uur, waarvan 415 uur betaald.
De cao voor het voortgezet onderwijs bevat ook specifieke regels over hoe ouderschapsverlof geregeld is. Deze regels zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke regels en bieden ouders in het voortgezet onderwijs dus extra voordelen. Het is belangrijk om deze cao-afspraken te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt.
Cao-afspraken in het mbo
In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) geldt een cao-afsprakenregeling die gelijk is aan die van het primair en voortgezet onderwijs. Ook hier is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 1.040 uur ouderschapsverlof per kind. Deze uren zijn te verdelen over de periode tot het kind acht jaar is. Van deze uren zijn er 415 betaald, wat neerkomt op ruim tien weken.
Het betaalde deel van ouderschapsverlof in het mbo is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 75 procent van het dagloon. Dit is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de wettelijke regels, waarin het percentage 70 procent is. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 55 procent.
Het aantal uren dat betaald ouderschapsverlof kan worden opgenomen, is afhankelijk van de werkweek. Bij een voltijd dienstverband (40 uur per week) is er sprake van 1.040 uur ouderschapsverlof. Werkt een medewerker minder dan fulltime, dan is het aantal uren evenredig aan het dienstverband. Bijvoorbeeld: bij een werkweek van 24 uur per week is het totale ouderschapsverlof 624 uur, waarvan 415 uur betaald.
De cao voor het mbo bevat ook specifieke regels over hoe ouderschapsverlof geregeld is. Deze regels zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke regels en bieden ouders in het mbo dus extra voordelen. Het is belangrijk om deze cao-afspraken te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt.
Cao-afspraken in het wetenschappelijk onderwijs
In het wetenschappelijk onderwijs (wo) geldt een cao-afsprakenregeling die iets anders is dan die van het primair, voortgezet en mbo. In de cao voor het wetenschappelijk onderwijs is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 26 weken ouderschapsverlof per kind. Van deze uren zijn er 13 betaald, wat neerkomt op 13 weken.
Het betaalde deel van ouderschapsverlof in het wetenschappelijk onderwijs is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 70 procent van het dagloon. Dit is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de wettelijke regels, waarin het percentage 70 procent is. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 62,5 procent.
Het aantal uren dat betaald ouderschapsverlof kan worden opgenomen, is afhankelijk van de werkweek. Bij een voltijd dienstverband (40 uur per week) is er sprake van 26 weken ouderschapsverlof. Werkt een medewerker minder dan fulltime, dan is het aantal uren evenredig aan het dienstverband. Bijvoorbeeld: bij een werkweek van 24 uur per week is het totale ouderschapsverlof 13 weken, waarvan 6,5 weken betaald.
De cao voor het wetenschappelijk onderwijs bevat ook specifieke regels over hoe ouderschapsverlof geregeld is. Deze regels zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke regels en bieden ouders in het wetenschappelijk onderwijs dus extra voordelen. Het is belangrijk om deze cao-afspraken te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt.
Aanpassingen in 2025
Sinds 1 april 2025 zijn er nieuwe cao-afspraken gemaakt voor ouderschapsverlof in de onderwijssector. Deze aanpassingen zijn bedoeld om het ouderschapsverlof flexibeler en duidelijker te maken. In veel gevallen is het percentage dat wordt doorbetaald, verhoogd. Dit is een positieve ontwikkeling voor ouders in de onderwijssector, omdat het betekent dat er meer geld beschikbaar is voor het ouderschapsverlof.
De aanpassingen in 2025 zijn gericht op het aanbod van meer flexibiliteit in het ouderschapsverlof. Het is bijvoorbeeld makkelijker geworden om betaald en onbetaald verlof te combineren. Ook is het duidelijker gemaakt hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt. Deze aanpassingen zijn bedoeld om ouders te ondersteunen in de opvoeding van hun kind en om werk en gezin te combineren.
De aanpassingen in 2025 zijn van toepassing op alle onderwijssectoren, behalve het hoger beroepsonderwijs (hbo). In de andere sectoren is er sprake van een regeling die gunstiger is dan de wettelijke regels. Dit betekent dat ouders in de onderwijssector nu extra voordelen hebben bij het ouderschapsverlof.
De aanpassingen in 2025 zijn ook gericht op het aanbod van meer gelijkheid tussen ouders. In de cao-afspraken is aandacht besteed aan het aanbod van gelijke regels voor vaders en moeders. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat het betekent dat beide ouders het ouderschapsverlof kunnen opnemen en dat er geen discriminatie is tussen vaders en moeders.
De aanpassingen in 2025 zijn dus een positieve ontwikkeling voor ouders in de onderwijssector. Ze bieden extra voordelen en meer flexibiliteit bij het ouderschapsverlof. Het is belangrijk om deze aanpassingen te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijk instrument voor ouders die willen combineren werk en gezin. De wettelijke regels en cao-afspraken in de onderwijssector bieden ouders in de onderwijssector extra voordelen bij het ouderschapsverlof. Deze regels en afspraken zijn doorgaans gunstiger dan de wettelijke regels en bieden ouders in de onderwijssector dus extra voordelen.
In het primair, voortgezet en mbo onderwijs is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 1.040 uur ouderschapsverlof per kind. Van deze uren zijn er 415 betaald, wat neerkomt op ruim tien weken. Het betaalde deel van ouderschapsverlof is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 75 procent van het dagloon. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 55 procent.
In het wetenschappelijk onderwijs (wo) is sprake van een regeling waarbij een medewerker recht heeft op 26 weken ouderschapsverlof per kind. Van deze uren zijn er 13 betaald, wat neerkomt op 13 weken. Het betaalde deel van ouderschapsverlof is afhankelijk van wanneer het verlof wordt genomen. Als het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen, ontvangt de werknemer 70 procent van het dagloon. Als het verlof daarna wordt genomen, is het percentage loondoorbetaling lager: 62,5 procent.
Sinds 1 april 2025 zijn er nieuwe cao-afspraken gemaakt voor ouderschapsverlof in de onderwijssector. Deze aanpassingen zijn bedoeld om het ouderschapsverlof flexibeler en duidelijker te maken. In veel gevallen is het percentage dat wordt doorbetaald, verhoogd. Deze aanpassingen zijn een positieve ontwikkeling voor ouders in de onderwijssector, omdat het betekent dat er meer geld beschikbaar is voor het ouderschapsverlof.
Het is belangrijk om de regels en afspraken voor ouderschapsverlof te kennen, omdat ze bepalen hoe ouderschapsverlof geregeld is en hoe de vergoeding werkt. Ouders in de onderwijssector kunnen van deze regels en afspraken profiteren en zo hun kinderen beter ondersteunen in de opvoeding. Het ouderschapsverlof is dus een belangrijk instrument voor ouders die willen combineren werk en gezin.