Het betaald ouderschapsverlof vormt een belangrijke ondersteuning voor ouders die hun kind in de eerste jaren van de opvoeding willen beter kunnen verzorgen. Voor werknemers in het hoger beroepsonderwijs (HBO) is het ouderschapsverlof niet uniform geregeld, zoals dat wel het geval is in het primair en voortgezet onderwijs. In plaats daarvan hanteren hogescholen hun eigen regelingen, die grotendeels zijn gebaseerd op het bedrag dat jaarlijks beschikbaar is voor decentrale arbeidsvoorwaarden. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige regelingen, het aantal uren, de percentages loon die worden doorbetaald, en de mogelijke invloed van deze verlofregelingen op het werkgeversbeleid in het HBO.
Betaald ouderschapsverlof in het HBO: geen nationale regeling
Er is geen algemene, landelijke regeling voor ouderschapsverlof in het hoger beroepsonderwijs. In plaats daarvan wordt het ouderschapsverlof in het HBO geregeld op decentraal niveau door de individuele hogescholen. Iedere hogeschool heeft bepaalde middelen beschikbaar uit de decentrale arbeidsvoorwaarden, waarvan een deel kan worden gebruikt voor betaald ouderschapsverlof. Het percentage van het salaris dat wordt gebruikt voor het verlof en het aantal uren dat wordt betaald, is dus afhankelijk van de keuzes van de werkgever.
In de cao hbo wordt verwezen naar hoofdstuk K, waarin de regeling rond decentrale arbeidsvoorwaarden is vastgelegd. Deze hoofdstukken bevatten de voorwaarden voor onder andere betaald ouderschapsverlof. Eén voorbeeld uit de cao hbo is het betaald ouderschapsverlof, waarvoor een hogeschool een deel van het jaarinkomen kan inzetten. De cao hbo verplicht hogescholen om aanvullende arbeidsvoorwaarden te afspreken, waarbij ouderschapsverlof vaak een rol speelt. Bovendien moet de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof doorlopen, wat ook een belangrijke overweging is voor werknemers.
Het feit dat er geen uniforme regeling is voor ouderschapsverlof in het HBO betekent dat werknemers afhankelijk zijn van de regels die hun eigen werkgever heeft opgesteld. Daarom is het essent om duidelijke informatie te krijgen bij de afdeling personeelszaken van de hogeschool. Hier kan worden ingezoomd op de specifieke regels, zoals het percentage loon dat wordt doorbetaald, de duur van het verlof, en de eisen voor het opnemen van verlof.
Aantal uren ouderschapsverlof
Hoewel het aantal uren ouderschapsverlof in het HBO niet uniform is, is er wel sprake van een aantal richtlijnen. De Wet Arbeid en Zorg en de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO) leggen voor alle werknemers een minimumregeling vast. In het HBO geldt echter vaak een ruimere regeling, omdat de hogescholen hun eigen verlofregelingen kunnen opstellen.
In het HBO kunnen werknemers meestal 415 uren ouderschapsverlof opnemen die betaald worden. Dit betekent dat een medewerker ruim tien weken kan nemen in het eerste levensjaar van hun kind, als zij dit verlof volledig in het eerste jaar opnemen. In dat geval ontvangt de werknemer 75% van hun loon. Als het verlof later wordt genomen, bijvoorbeeld in het tweede of derde levensjaar van het kind, dan geldt een lagere doorbetaling, namelijk 55%. Deze regel geldt voor het betaalde deel van het verlof.
Naast het betaalde deel is er ook een onbetaald deel ouderschapsverlof mogelijk. In het HBO kan dit verlof worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is. Dit maakt het mogelijk om flexibel te werken, bijvoorbeeld tijdelijk minder uren aan te nemen, zonder dat dit direct leidt tot een inkomensverlies.
Percentage loon bij ouderschapsverlof
Het percentage loon dat wordt doorbetaald bij ouderschapsverlof in het HBO is afhankelijk van het moment waarop het verlof wordt genomen. Zoals eerder vermeld, geldt het hoogste percentage (75%) als het verlof volledig in het eerste levensjaar van het kind wordt genomen. Dit is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van oudere regelingen, waarbij het percentage vaak lager was.
De overheid stimuleert ouders om het verlof zo vroeg mogelijk op te nemen, omdat er bewijs is dat dit positief is voor de emotionele band tussen ouder en kind, en dat het ook gunstig is voor de ontwikkeling van het kind. Daarom is het percentage loon hoger in het eerste levensjaar.
Als het verlof later wordt genomen, bijvoorbeeld in het tweede of derde levensjaar van het kind, dan wordt 55% van het loon doorbetaald. Het onbetaalde deel kan worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is.
Het is ook mogelijk om het verlof in delen op te nemen. Bijvoorbeeld: een deel van het verlof in het eerste jaar en het resterende deel later. In dat geval gelden voor elk deel aparte regels voor de loonbetalingspercentages.
Vraag 1: Hoeveel uren ouderschapsverlof kan worden genomen?
In het HBO is het aantal uren ouderschapsverlof dat kan worden genomen meestal 415 uren betaald verlof. Dit is het deel dat wordt doorbetaald door de werkgever. Deze 415 uren kunnen worden opgenomen in de periode tot het kind acht jaar oud is. Het verlof kan worden gespreid over meerdere jaren, afhankelijk van de keuzes van de werknemer en de regels van de werkgever.
Het is mogelijk om alle 415 uren in het eerste levensjaar van het kind op te nemen. In dat geval ontvangt de werknemer 75% van hun loon. Als het verlof wordt opgenomen na het eerste levensjaar, bijvoorbeeld in het tweede of derde levensjaar van het kind, dan geldt een lagere doorbetaling (55%).
Vraag 2: Mag er meer verlof worden genomen dan de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO) toestaat?
Ja, in het HBO is het mogelijk om meer verlof te nemen dan wat de WBO toestaat. De WBO legt voor alle werknemers een minimumregeling vast, maar in het HBO kan de werkgever uitbreidingen aanbrengen. Dit betekent dat een hogeschool vrij is om meer verlof te bieden aan haar medewerkers, mits het binnen de beschikbare middelen voor decentrale arbeidsvoorwaarden valt.
In het HBO is het bijvoorbeeld mogelijk om in het eerste levensjaar van het kind meer uren ouderschapsverlof op te nemen dan wat de WBO voorschrijft. Dit maakt het mogelijk om extra tijd vrij te nemen voor de opvoeding van het kind, zonder dat dit direct leidt tot een inkomensverlies. De loonbetalingspercentages zijn in dat geval echter lager dan in het geval van het volledige opnemen van het verlof in het eerste levensjaar.
Vraag 3: Wat als er nog uren overblijven?
Als er nog uren ouderschapsverlof overblijven na het eerste levensjaar van het kind, dan kunnen deze uren worden opgenomen tot het kind vier jaar oud is. In dat geval geldt het percentage van 55% voor de doorbetaling van het loon. Het onbetaalde deel van het verlof kan worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is.
Het is mogelijk om het verlof in meerdere delen op te nemen, bijvoorbeeld een deel in het eerste jaar en een deel later. In dat geval gelden voor elk deel aparte regels voor de loonbetalingspercentages. Het is belangrijk om dit goed te plannen, omdat de doorbetaling van het loon afhankelijk is van het moment waarop het verlof wordt genomen.
De rol van de werkgever in het HBO
Aangezien er in het HBO geen uniforme regeling is voor ouderschapsverlof, speelt de werkgever een belangrijke rol in het bepalen van de voorwaarden. De afdeling personeelszaken van de hogeschool kan uitleg geven over de specifieke regels die gelden voor ouderschapsverlof. Dit is van groot belang, omdat de regels per hogeschool kunnen verschillen.
In veel gevallen is de regeling voor ouderschapsverlof beschikbaar via het intranet van de hogeschool. Werknemers kunnen hier terecht voor gedetailleerde informatie over het aantal uren, de loonbetalingspercentages, en de voorwaarden voor het opnemen van verlof. Het is ook mogelijk om contact op te nemen met collega’s van de afdeling personeelszaken of met de bond AOb voor advies.
Invloed van de nieuwe regels op het HBO
Hoewel in het HBO geen collectieve afspraken zijn gemaakt over ouderschapsverlof, zijn er wel aanpassingen gedaan in de recente cao’s van andere onderwijssectoren. Deze aanpassingen zijn gericht op meer duidelijkheid en vereenvoudiging van het ouderschapsverlof. De kern van de regeling blijft hetzelfde: ouders krijgen de mogelijkheid om verlof flexibel op te nemen tot hun kind acht jaar oud is, met een hoger percentage doorbetaling in het eerste levensjaar.
De nieuwe regels zijn vanaf 2 augustus 2025 van kracht. In bijna alle onderwijscao’s zijn de regelingen beter dan de Europese richtlijn. In het HBO zijn er geen collectieve afspraken gemaakt over ouderschapsverlof, maar is het wel mogelijk dat hogescholen hun regelingen aanpassen om in lijn te blijven met de nieuwe richtlijnen.
Conclusie
Het ouderschapsverlof in het hoger beroepsonderwijs (HBO) is een belangrijke ondersteuning voor ouders die hun kind in de eerste jaren van de opvoeding willen beter verzorgen. In tegenstelling tot andere onderwijssectoren is er in het HBO geen uniforme regeling voor ouderschapsverlof. In plaats daarvan hanteren hogescholen hun eigen regelingen, die grotendeels zijn gebaseerd op de middelen die beschikbaar zijn voor decentrale arbeidsvoorwaarden.
In het HBO kunnen werknemers meestal 415 uren ouderschapsverlof opnemen die betaald worden. Het percentage loon dat wordt doorbetaald is afhankelijk van het moment waarop het verlof wordt genomen. In het eerste levensjaar van het kind geldt een hoger percentage (75%), terwijl het percentage later lager is (55%). Het onbetaalde deel van het verlof kan worden opgenomen tot het kind acht jaar oud is.
Het is belangrijk om de regels van ouderschapsverlof goed te begrijpen, omdat deze per hogeschool kunnen verschillen. Werknemers kunnen terecht bij de afdeling personeelszaken van hun hogeschool voor gedetailleerde informatie. Ook is het mogelijk om contact op te nemen met de bond AOb voor advies.
De nieuwe regels voor ouderschapsverlof zijn vanaf 2 augustus 2025 van kracht. In bijna alle onderwijscao’s zijn de regelingen beter dan de Europese richtlijn. In het HBO zijn er geen collectieve afspraken gemaakt over ouderschapsverlof, maar is het wel mogelijk dat hogescholen hun regelingen aanpassen om in lijn te blijven met de nieuwe richtlijnen.