Inleiding
Het ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de arbeidsovereenkomst, vooral in de sectoren waarin flexibiliteit en balans tussen werk en gezin belangrijk zijn. In de CAO’s van de metaal- en technieksector is het ouderschapsverlof regelmatig onderwerp van overleg en aanpassing, zowel op wettelijk als op bovenwettelijk niveau. In de afgelopen jaren zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd, waaronder de invoering van betaald ouderschapsverlof en de vereenvoudiging van de regelingen. Deze artikkel biedt een overzicht van de huidige situatie rond betaald ouderschapsverlof in de CAO metaal en techniek, met aandacht voor de wettelijke kaders, de CAO-afspraken en de praktische toepassing.
Betaald ouderschapsverlof: wettelijke kaders
De wet betaald ouderschapsverlof (WBAV), die op 1 augustus 2022 in werking is getreden, stelt dat ouders het recht hebben op betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van hun kind. Volgens deze wet kunnen ouders maximaal negen keer de arbeidsomvang (in uren) betaald ouderschapsverlof opnemen. Gedurende deze periode ontvangt de werknemer 70% van het salaris uitkering van het UWV.
De CAO metaal en techniek bevat een aanvullende regeling op de wet, waardoor er sprake kan zijn van dubbele of overlappende regels. De wettelijke regeling is van toepassing op alle werknemers, ongeacht de CAO waarin ze werken. De CAO-regeling kan bovenop de wettelijke regels komen, maar is dan vaak ingewikkelder om te toepassen, vooral voor werkgevers en werknemers die meerdere regels moeten combineren.
CAO-regelingen voor ouderschapsverlof
In de CAO metaal en techniek zijn verschillende artikelen gericht op ouderschapsverlof. Deze regelingen zijn bedoeld om de balans tussen werk en gezin te versterken en het ouderschap te ondersteunen. Een belangrijk artikel in de CAO is artikel 8.6, dat het recht op ouderschapsverlof regelt. Volgens deze regeling heeft de werknemer het recht op 830 uren ouderschapsverlof, wat overeenkomt met de helft van de jaarlijkse arbeidsomvang. Deze regeling geldt binnen de Wet Arbeid en Zorg (WAZO), die op nationaal niveau de basis legt voor ouderschapsverlof.
Betaald ouderschapsverlof in de CAO
In de CAO-regeling is sprake van zowel betaald als onbetaald ouderschapsverlof. De werknemer kan kiezen voor een combinatie van beide, mits het totaal aantal uren ouderschapsverlof niet hoger is dan 830 uren. Wanneer de werknemer gebruik maakt van betaald ouderschapsverlof, wordt dit in mindering gebracht op het aantal uren dat hij of zij mag opnemen van het onbetaald ouderschapsverlof.
De CAO-regeling voor betaald ouderschapsverlof is ingewikkelder dan de wettelijke regeling. Zo kan de werknemer een vergoeding ontvangen van 40% van het salaris over maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang. Deze vergoeding wordt gedurende maximaal twaalf aaneengesloten maanden betaald, zolang de werknemer het wettelijk betaald ouderschapsverlof heeft opgenomen. Als er geen recht op wettelijk betaald ouderschapsverlof bestaat, ontstaat het recht op deze vergoeding direct.
Een belangrijk aspect van deze regeling is dat de vergoeding niet cumuleert met de uitkering van het wettelijk betaald ouderschapsverlof. Bovendien wordt er geen pensioen opgebouwd over de ontvangen vergoeding. Deze regels zijn bedoeld om de regeling te verduidelijken en te voorkomen dat werknemers dubbel profiteren.
Onderbreking van de regeling per 1 april 2025
In 2023 is er een akkoord bereikt in de CAO-sector om de regeling rond ouderschapsverlof te vereenvoudigen. De regeling in de CAO’s wordt op 1 april 2025 vervangen door een nieuwe regeling die beter aansluit bij de wettelijke regels. De nieuwe regeling houdt rekening met het feit dat het wettelijk betaald ouderschapsverlof nu al een rol speelt in het eerste levensjaar van het kind.
Vanaf 1 april 2025 geldt de volgende regeling: de werknemer kan voor 9 werkweken betaald ouderschapsverlof opnemen in het eerste levensjaar van het kind. Gedurende deze periode ontvangt de werknemer 100% van het salaris, aangevuld door het UWV (70% uitkering). De werkgever ontvangt de uitkering van het UWV en doorbetaalt deze volledig aan de werknemer.
Na deze periode is er tot het achtste levensjaar van het kind ook nog onbetaald ouderschapsverlof mogelijk. De nieuwe regeling zorgt voor meer duidelijkheid en vereenvoudiging, zowel voor de werknemer als voor de werkgever. Alleen de afspraken die voor 1 april 2025 zijn gemaakt, blijven in hun oude vorm gelden.
Praktische toepassing van ouderschapsverlof
De toepassing van ouderschapsverlof is in de praktijk vaak afhankelijk van de specifieke situatie van de werknemer en de werkgever. Een aantal voorbeelden uit de CAO’s maakt het duidelijk hoe ouderschapsverlof in werking treedt.
Voorbeeld 1: Verlof rond de bevalling van de partner
In de CAO metaal en techniek is ook een aparte regeling voor verlof rond de bevalling van de partner. Wanneer de bevalling op een werkdag plaatsvindt, heeft de werknemer recht op maximaal één verlofdag (8 uren). Voor parttime werknemers wordt dit aantal uren naar verhouding berekend. Als de bevalling op een zondag of op een dag dat de werknemer al vrij is plaatsvindt, is er geen recht op verlof.
Na de geboorte heeft de werknemer recht op doorbetaald geboorteverlof. Dit verlof bedraagt voor een voltijdwerker 38 uur, voor een parttimer naar verhouding. Het geboorteverlof moet binnen vier weken na de geboorte worden opgenomen.
Voorbeeld 2: Aanvraag en afhandeling van ouderschapsverlof
De werknemer moet ouderschapsverlof aanvragen bij de werkgever. De aanvraag moet vooraf worden ingediend, zodat de werkgever de regeling kan afhandelen. De aanvraag moet duidelijk zijn over het aantal uren, de duur van het verlof en de wensen van de werknemer (betaald of onbetaald verlof).
In de CAO is verder bepaald dat ouderschapsverlof niet cumuleert met andere vormen van verlof of met pensioen. De regeling is bedoeld om ouders in staat te stellen meer tijd met hun kind door te brengen, zonder dat dit extra financiële lasten met zich meebrengt.
Veranderingen en toekomstige ontwikkelingen
De regeling rond ouderschapsverlof in de CAO metaal en techniek is in de afgelopen jaren sterk veranderd. De invoering van het wettelijk betaald ouderschapsverlof in 2022 had directe gevolgen voor de CAO-regelingen. De CAO-sector heeft daarop reageerd door de regelingen te aanpassen en te vereenvoudigen.
Op 1 april 2025 treedt een nieuwe regeling in werking die het ouderschapsverlof verder vereenvoudigt. Deze regeling is bedoeld om het gebruik van ouderschapsverlof voor werknemers en werkgevers eenvoudiger te maken. De nieuwe regeling houdt rekening met het feit dat ouders in het eerste levensjaar van hun kind al recht hebben op wettelijk betaald ouderschapsverlof.
De nieuwe regeling zorgt voor duidelijkheid en voorkomt dubbelwerk. De werkgever ontvangt de uitkering van het UWV en doorbetaalt deze volledig aan de werknemer. De werknemer kan dus 100% van zijn of haar salaris ontvangen gedurende de opname van ouderschapsverlof.
Conclusie
Het betaald ouderschapsverlof in de CAO metaal en techniek is in de afgelopen jaren sterk veranderd. De invoering van het wettelijk betaald ouderschapsverlof heeft geleid tot een herziening van de CAO-regelingen. In 2023 is een akkoord bereikt om de regelingen te vereenvoudigen, met ingang van 1 april 2025.
De nieuwe regeling zorgt voor duidelijkheid en maakt het ouderschapsverlof voor werknemers en werkgevers eenvoudiger te hanteren. De werkgever ontvangt de uitkering van het UWV en doorbetaalt deze volledig aan de werknemer. De werknemer ontvangt 100% van het salaris gedurende de opname van ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind. Daarna is er nog onbetaald ouderschapsverlof beschikbaar tot het achtste levensjaar van het kind.
Het ouderschapsverlof is een belangrijk instrument om ouders in staat te stellen meer tijd met hun kind door te brengen. De regelingen in de CAO metaal en techniek zijn daarom van groot belang voor het ondersteunen van ouders in hun werk en gezin.