Ouderschapsverlof in de ambulancezorg: regelingen, voorwaarden en uitvoering

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de werkomstandigheden in de ambulancezorg. In dit artikel wordt ingegaan op de specifieke regelingen voor ouderschapsverlof binnen de sector, met aandacht voor zowel het wettelijk kader als de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor ambulancezorg. Op basis van de informatie uit de betreffende bronnen wordt een duidelijk overzicht gegeven van het aantal uren ouderschapsverlof, de voorwaarden voor gebruik, de vergoeding en de samenwerking tussen werknemer en werkgever.


Wat is ouderschapsverlof binnen de CAO ambulancezorg?

Ouderschapsverlof is geregeld in de CAO ambulancezorg en omvat zowel betaald als onbetaald verlof. In het kader van deze sector is een specifieke regeling opgenomen die afwijkt van de algemene regels in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO). Deze regeling biedt werknemers in de ambulancezorg de mogelijkheid om tijd vrij te nemen voor de opvoeding van hun kind, met specifieke aandacht voor het aantal uren verlof en de financiële vergoeding.

Het ouderschapsverlof is geregeld op basis van artikel 8.6 van de CAO ambulancezorg. Hierin is bepaald dat de werknemer recht heeft op een maximum van 830 uren ouderschapsverlof. Dit komt overeen met de helft van de jaarlijkse werkdagen, wat het mogelijk maakt om gedurende een bepaalde periode verantwoordelijkheden in het gezin op te nemen. Voor werknemers die werken op part-tijd, is dit aantal uren aan te passen, zolang het niet boven de 830 uur uitkomt.


Aanvraag en voorwaarden voor ouderschapsverlof

Aan de aanvraag van ouderschapsverlof zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die verder zijn uitgewerkt in de CAO. Een werknemer heeft recht op ouderschapsverlof op grond van deze regeling indien:

  • De werknemer in een familierechtelijke betrekking staat tot het kind, of op hetzelfde adres woont als het kind en duurzaam de verzorging en opvoeding op zich neemt.
  • Het dienstverband met de werkgever minstens één aaneengesloten periode van 12 maanden geduurt op de ingangsdatum van het ouderschapsverlof.
  • Het kind op de ingangsdatum van het ouderschapsverlof maximaal 2 jaar oud is.

Een werknemer kan ouderschapsverlof aanvragen in het kader van het eerste levensjaar van het kind. De regeling maakt een onderscheid tussen wettelijk betaald ouderschapsverlof en het betaald ouderschapsverlof dat wordt aangeboden via de CAO-regeling. De werknemer kan kiezen voor een gedeelte betaald en een gedeelte onbetaald ouderschapsverlof, mits het totaal aantal uren niet boven de 830 uur uitkomt.


Betaald ouderschapsverlof: hoe werkt de vergoeding?

Het betaald ouderschapsverlof is verdeeld in twee delen: wettelijk betaald ouderschapsverlof en CAO-betaald ouderschapsverlof. Voor het wettelijk betaald ouderschapsverlof gelden de voorwaarden uit de Wet Arbeid en Zorg. De werknemer ontvangt tijdens deze periode 70% van het loon, maar ten hoogste 70% van het maximaal mogelijke dagloon. De werkgever ontvangt deze vergoeding van UWV.

In de CAO-regeling is een aparte vergoeding opgenomen voor het betaald ouderschapsverlof dat na het wettelijk betaald ouderschapsverlof wordt opgenomen. Deze vergoeding bedraagt 40% van het salaris over maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang. De vergoeding wordt berekend op basis van het voltijd bruto salaris dat hoort bij schaal 7, periodiek 6. De duur van deze CAO-vergoeding is maximaal twaalf aaneengesloten maanden.

Het belangrijkste kenmerk van deze regeling is dat de CAO-vergoeding niet cumuleert met de wettelijke vergoeding uit de WAZO. Daarnaast wordt geen pensioen opgebouwd over deze CAO-vergoeding. Dit betekent dat werknemers bewust moeten kiezen welk deel van het ouderschapsverlof betaald zal zijn en welk deel onbetaald.


Onbetaald ouderschapsverlof en het maximum aantal uren

Het totale aantal uren ouderschapsverlof dat een werknemer kan opnemen, zowel betaald als onbetaald, mag niet boven de 830 uur uitkomen. Dit aantal is vastgesteld in de CAO-regeling en is in lijn met de regels uit de Wet Arbeid en Zorg. Het opnemen van betaald ouderschapsverlof heeft invloed op het aantal uren dat nog beschikbaar is voor onbetaald ouderschapsverlof. Als de werknemer bijvoorbeeld 400 uren betaald ouderschapsverlof neemt, kan hij of zij nog maximaal 430 uren onbetaald ouderschapsverlof nemen.

De werkgever is verplicht om de werknemer te informeren over deze regels en de mogelijkheden voor het opnemen van ouderschapsverlof. De werknemer kan een voorstel doen voor het aantal uren betaald en onbetaald ouderschapsverlof. De werkgever kan dit voorstel beoordelen, maar is verplicht om het recht op ouderschapsverlof toe te staan, mits de voorwaarden zijn vervuld.


Voortijdige beëindiging van ouderschapsverlof

In sommige gevallen kan een werknemer verzoeken om de betaald ouderschapsverlof te beëindigen voortijdig. Dit is mogelijk wanneer er omstandigheden zijn die het voortzetten van het ouderschapsverlof onpraktisch maken. De werknemer kan het verzoek indienen bij de werkgever, en de werkgever kan dit verzoek beoordelen. De werknemer heeft het recht om een uitleg te vragen over de mogelijkheid tot voortijdige beëindiging.


Wettelijke regelingen en CAO-regelingen: wat is het verschil?

Het ouderschapsverlof in de ambulancezorg is onderdeel van zowel de wettelijke regelingen als de CAO-regelingen. De wettelijke regelingen zijn vastgesteld in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO), die algemene regels bepaalt voor ouderschapsverlof in Nederland. De CAO-regelingen zijn specifieke afspraken die zijn gemaakt tussen werkgevers en werknemers in de ambulancezorg. Deze afspraken kunnen afwijken van de wettelijke regels, mits ze bovenwettelijk zijn en niet in tegenspraak staan met de wettelijke bepalingen.

In de CAO ambulancezorg is bijvoorbeeld bepaald dat het aantal ouderschapsverlofuren beperkt is tot 830 uur, wat overeenkomt met de helft van de jaarlijkse werkdagen. In de wettelijke regelingen is het aantal ouderschapsverlofuren berekend op basis van de arbeidsduur per week. In de CAO-regeling is gekozen voor het normjaartaakconcept, wat op hetzelfde neerkomt. Dit maakt het voor werknemers duidelijker welk aantal uren ouderschapsverlof beschikbaar is.


Praktische voorbeelden en toepassing

Om de regelingen voor ouderschapsverlof in de ambulancezorg duidelijker te maken, is het nuttig om een paar praktische voorbeelden te geven.

Voorbeeld 1: Voltijdwerker

Een voltijdwerker in de ambulancezorg heeft recht op maximaal 830 uren ouderschapsverlof. Hij of zij kan kiezen voor 400 uren wettelijk betaald ouderschapsverlof en 430 uren onbetaald ouderschapsverlof. Tijdens het wettelijk betaald ouderschapsverlof ontvangt hij of zij 70% van het loon van UWV. Tijdens het onbetaald ouderschapsverlof ontvangt hij of zij geen loon, maar kan hij of zij wel het verlof opnemen om bijvoorbeeld het kind te verzorgen of te werken op een ander baan.

Voorbeeld 2: Part-tijdwerker

Een part-tijdwerker in de ambulancezorg heeft recht op een gedeelte van de 830 uren ouderschapsverlof, afhankelijk van de arbeidsduur per week. Bijvoorbeeld: een werknemer die 20 uur per week werkt, heeft recht op 26 weken ouderschapsverlof. Dit komt overeen met 520 uren ouderschapsverlof. Hij of zij kan kiezen voor 200 uren wettelijk betaald ouderschapsverlof en 320 uren onbetaald ouderschapsverlof.


Samenwerking tussen werknemer en werkgever

Een belangrijk aspect van ouderschapsverlof is de samenwerking tussen werknemer en werkgever. De werkgever heeft de plicht om de werknemer te informeren over de mogelijkheden voor ouderschapsverlof en de voorwaarden voor gebruik. De werknemer kan een voorstel doen voor het aantal uren betaald en onbetaald ouderschapsverlof. De werkgever kan dit voorstel beoordelen, maar is verplicht om het recht op ouderschapsverlof toe te staan, mits de voorwaarden zijn vervuld.

In de praktijk is het belangrijk dat zowel werknemer als werkgever goed overleggen over de planning van ouderschapsverlof. Dit helpt om eventuele problemen in de werkdruk voor te gaan en zorgt ervoor dat de werknemer tijdig kan opnemen van ouderschapsverlof zonder dat het voor de werkgever problemen veroorzaakt.


Conclusie

Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de werkomstandigheden in de ambulancezorg. De regelingen binnen de CAO ambulancezorg bieden werknemers de mogelijkheid om tijd vrij te nemen voor de opvoeding van hun kind, met aandacht voor het aantal uren verlof, de vergoeding en de samenwerking tussen werknemer en werkgever. Het ouderschapsverlof is verdeeld in wettelijk betaald ouderschapsverlof en CAO-betaald ouderschapsverlof, met duidelijke voorwaarden voor gebruik.

De regelingen zijn ontworpen om werknemers de mogelijkheid te bieden om verantwoordelijkheden in het gezin op te nemen, zonder dat het voor de werkgever problemen veroorzaakt. Het is belangrijk dat zowel werknemer als werkgever goed overleggen over de planning van ouderschapsverlof, zodat eventuele problemen in de werkdruk voor kunnen worden gegaan.


Bronnen

  1. Vragen en antwoorden over regelingen in de ambulancezorg
  2. Arbeidsvoorwaarden in de ambulancezorg
  3. Vereenvoudiging vergoeding ouderschapsverlof vanaf 1 april 2025
  4. Regeling betaald en onbetaald ouderschapsverlof in de CAO ambulancezorg
  5. Informatie over CAO ambulancezorg

Gerelateerde berichten