Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van het balanceren tussen werk en gezin. Het biedt ouders de mogelijkheid om tijd met hun kind door te brengen en tegelijkertijd hun arbeidsgemeenschap te behouden. Voor zowel moeders als vaders, adoptieouders, pleegouders en stiefouders gelden duidelijke regels op het gebied van recht, duur, financiering en administratie. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste aspecten van ouderschapsverlof, inclusief hoeveel verlof mag worden opgenomen, hoe dit betaald kan worden, en welke regels gelden in het kader van zorgverlof of bij een zwaarwegend dienstbelang.
Wat is ouderschapsverlof?
Ouderschapsverlof is een vorm van verlof waarmee ouders tijdelijk minder werken om extra tijd te kunnen doorbrengen met hun kind. Ouders kunnen per kind recht op tot 26 keer het aantal uren dat ze per week werken, zolang het kind jonger is dan acht jaar. Dit geldt voor beide ouders, en ze kunnen het verlof opnemen tot het kind acht jaar is. Het verlof is niet alleen beschikbaar voor biologische ouders, maar ook voor adoptieouders, pleegouders, stiefouders en in sommige gevallen ook voor familielid die op het kind wonen en het opvoeden.
Het ouderschapsverlof kan verspreid worden genomen over een periode van 26 werkweken. Dit betekent dat ouders niet verplicht zijn om het verlof in één keer op te nemen, maar het kunnen verdelen in kleinere blokken. De werkgever mag het ouderschapsverlof niet weigeren, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, zoals het verlies van belangrijke contracten of het ontbreken van een vervangende werknemer. In dat geval kan de werkgever vragen om het verlof anders in te roosteren, maar dit rooster geldt dan voor het gehele ouderschapsverlof.
Betaald ouderschapsverlof
Sinds 2 augustus 2022 is een deel van het ouderschapsverlof betaald. Ouders kunnen maximaal 9 weken betaald ouderschapsverlof opnemen in het eerste levensjaar van hun kind. Dit betaalde verlof wordt bekendgesteld als de WAZO-uitkering. Deze uitkering is 70% van het dagloon van de werknemer. Het betaalde ouderschapsverlof moet binnen het eerste levensjaar van het kind of binnen het eerste jaar na de adoptie worden opgenomen.
De overige 17 werkweken van het ouderschapsverlof zijn onbetaald. Ouders kunnen deze 17 weken echter flexibel opnemen, bijvoorbeeld verspreid over meerdere maanden of jaren, zolang het kind jonger is dan acht jaar. In sommige collectieve arbeidsovereenkomsten of individuele arbeidsovereenkomsten kan het betaald ouderschapsverlof extra worden aangevuld door de werkgever.
Ouderschapsverlof bij meerdere banen
Ouders die meerdere werkgevers hebben, hebben bij elke baan recht op het volledige ouderschapsverlof en de uitkering. Elke werkgever moet de uitkering apart aanvragen bij UWV. Dit betekent dat ouders bijvoorbeeld 9 weken betaald ouderschapsverlof kunnen opnemen bij één werkgever en de resterende weken bij een andere werkgever. Het is belangrijk om bij elke werkgever apart de verlofplannen te bespreken en te bevestigen.
Ouderschapsverlof en vakantiegeld
Ouderschapsverlof heeft ook gevolgen voor vakantiegeld en vakantiedagen. De opgenomen verlofuren tellen mee voor het opbouwen van vakantiegeld en vakantiedagen. Dit betekent dat ouders na het opnemen van ouderschapsverlof in de toekomst nog steeds recht hebben op het normale vakantiegeld en vakantiedagen, op basis van hun gewone werkdagen en verlofuren.
Ouderschapsverlof en zorgverlof
Naast ouderschapsverlof is er ook kortdurend zorgverlof beschikbaar. Dit is een vorm van verlof waarmee werknemers tijdelijk afwezig kunnen zijn van hun werk om iemand die ziek is of hulp nodig heeft te verzorgen. Het verlof is beperkt tot vier weken per kalenderjaar, en de werknemer moet de enige zijn die deze zorg kan geven. Het zorgverlof is niet te combineren met ouderschapsverlof in dezelfde periode.
Ouderschapsverlof en het kind in het ziekenhuis
Als het kind tijdens het ouderschapsverlof langer dan zeven dagen in het ziekenhuis is opgenomen, heeft de werknemer recht op maximaal 10 weken extra ouderschapsverlof. Dit geldt voor zowel moeders als vaders. Het extra verlof is niet betaald, tenzij het binnen het kader van betaald ouderschapsverlof is opgenomen. In dat geval is het extra verlof mogelijk wel gedeeltelijk betaald, afhankelijk van de regels van de werkgever en eventuele cao.
Ouderschapsverlof en geboorteverlof voor partner
Ouderschapsverlof is niet het enige verlof dat beschikbaar is voor partners van een nieuwgeboorde moeder. Vaders, of partners van de moeder, hebben recht op 1 werkweek geboorteverlof, ook wel bekend als kraamverlof of vaderschapsverlof. Dit verlof kan worden opgenomen in de eerste vier weken na de geboorte van het kind. Tijdens deze week moet de werkgever 100% van het salaris doorgaan te betalen. Dit verlof is apart van ouderschapsverlof en kan er bovenop worden genomen.
Daarnaast kunnen partners ook aanvullend geboorteverlof opnemen. Dit is maximaal 5 werkweken en kan worden genomen in de eerste 6 maanden na de geboorte. Tijdens deze 5 weken ontvangt de werknemer 70% van het loon. Het aangevulde geboorteverlof moet minimaal 4 weken voor aanvang bij de werkgever worden gemeld met een brief of e-mail.
Ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof voor moeder
Moeders hebben in het kader van ouderschapsverlof ook recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dit verlof bestaat uit 16 weken volledig betaald verlof, beginnend 4 weken voor de geboorte en eindigend 12 weken daarna. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof is apart van ouderschapsverlof en kan er bovenop worden genomen. Ouders kunnen dus 16 weken zwangerschapsverlof opnemen en daarna 26 keer het aantal uren ouderschapsverlof, waarvan 9 weken gedeeltelijk betaald zijn.
Bij een te vroeg of te laat geboren baby kan het totale verlof langer zijn dan 16 weken. Bijvoorbeeld als de baby later dan de uitgerekende datum wordt geboren, kan het zwangerschapsverlof langer duren en het bevallingsverlof van ten minste 10 weken begint dan na de geboorte. Als het kind voor het zwangerschapsverlof wordt geboren, gaat het totale verlof van ten minste 16 weken in.
Ouderschapsverlof en feestdagen
Als ouderschapsverlof samenvalt met een feestdag, geldt die dag gewoon als ouderschapsverlof. Er is dan geen extra vergoeding voor die dag. Ouders kunnen dus het verlof opnemen, ook als het in de periode van een feestdag valt, maar ze ontvangen geen extra uitkering voor die feestdag.
Ouderschapsverlof en zwaarwegend dienstbelang
Hoewel ouderschapsverlof in de meeste gevallen zonder problemen kan worden opgenomen, kan de werkgever in sommige gevallen vragen om het verlof anders in te roosteren. Dit is alleen toegestaan bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, zoals bijvoorbeeld het verlies van belangrijke contracten of het ontbreken van een vervangende werknemer. In dat geval kan de werkgever een nieuw rooster stellen, maar dit rooster geldt dan voor het gehele ouderschapsverlof.
Ouderschapsverlof en de basisregistratie personen
Om ouderschapsverlof aan te vragen, moet het kind ingeschreven staan bij de ouder in de basisregistratie personen. Dit betekent dat het kind op het adres van de ouder moet wonen en dat de ouder in het kader van de wet op de persoonsgegevens als wettelijke ouder of verzorgingsouder is aangemeld. Voor adoptiekinderen, pleegkinderen, stiefkinderen en aspirant-adoptiekinderen gelden dezelfde regels, zolang ze in het kader van de basisregistratie personen als kind van de ouder zijn ingeschreven.
Ouderschapsverlof en administratie
Ouders die ouderschapsverlof willen opnemen, moeten dit tijdig aanvragen bij hun werkgever. De werkgever kan dan de WAZO-uitkering aanvragen bij UWV voor de eerste 9 weken betaald ouderschapsverlof. Voor het aanvragen van deze uitkering is het noodzakelijk om het verlofplanningdocument te verstrekken, waarin het aantal uren ouderschapsverlof en de gewenste verlofperiode zijn opgenomen.
In sommige gevallen kan ouderschapsverlof ook worden aangevuld door de werkgever, afhankelijk van de regels in de cao of arbeidsovereenkomst. Het is daarom belangrijk om de regels van de werkgever en eventuele cao goed te kennen en te bespreken.
Ouderschapsverlof en financiële gevolgen
Hoewel ouderschapsverlof een belangrijke kans biedt om tijd met het kind door te brengen, kan het ook financiële gevolgen hebben. De eerste 9 weken ouderschapsverlof zijn gedeeltelijk betaald, met een uitkering van 70% van het dagloon. De overige 17 weken zijn onbetaald, wat betekent dat ouders gedurende die periode geen inkomen ontvangen. Het is daarom belangrijk om tijdig te plannen en bijvoorbeeld opslag van spaargeld of andere financiële middelen in overweging te nemen.
Voor ouders die meerdere kinderen hebben, geldt het ouderschapsverlof per kind. Dit betekent dat ouders voor elk kind apart verlof kunnen opnemen. Bij een tweeling hebben ouders recht op 2 keer ouderschapsverlof, wat betekent dat ze 26 keer het aantal uren ouderschapsverlof kunnen opnemen voor elk kind.
Ouderschapsverlof en het opbouwen van een band met het kind
Hoewel ouderschapsverlof financiële gevolgen kan hebben, geven veel ouders aan dat de tijd die ze met hun kind doorbrengen onbetaalbaar is. Ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid om een sterke band met het kind op te bouwen en een betere balans tussen werk en privé te creëren. De meeste ouders geven aan dat de tijd die ze met hun kind doorbrengen belangrijk is voor de ontwikkeling van het kind en voor de gezinssfeer.
Het is daarom belangrijk om ouders goed te informeren over hun rechten en mogelijkheden. Door tijdig te plannen en gebruik te maken van de beschikbare verlofvormen en uitkeringen, kunnen ouders optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die ouderschapsverlof biedt.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van het balanceren tussen werk en gezin. Het biedt ouders de mogelijkheid om tijd met hun kind door te brengen en tegelijkertijd hun arbeidsgemeenschap te behouden. Ouders kunnen per kind recht op tot 26 keer het aantal uren dat ze per week werken, zolang het kind jonger is dan acht jaar. Het verlof is beschikbaar voor beide ouders, adoptieouders, pleegouders en stiefouders.
Een deel van het ouderschapsverlof is betaald, namelijk de eerste 9 weken in het eerste levensjaar van het kind. Deze uitkering is 70% van het dagloon van de werknemer en wordt bekendgesteld als de WAZO-uitkering. De overige 17 weken zijn onbetaald, maar kunnen flexibel worden opgenomen. Ouders kunnen het ouderschapsverlof opnemen tot het kind acht jaar is.
Bij meerdere banen heeft de ouder recht op het ouderschapsverlof bij elke baan. De werkgever kan het ouderschapsverlof niet weigeren, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. In dat geval kan het verlof anders worden ingeroosterd, maar dit geldt dan voor het gehele ouderschapsverlof.
Het ouderschapsverlof heeft ook gevolgen voor vakantiegeld en vakantiedagen. De opgenomen verlofuren tellen mee voor het opbouwen van vakantiegeld en vakantiedagen. Ouders kunnen ook extra verlof opnemen als het kind in het ziekenhuis is opgenomen of als er sprake is van zwangerschaps- of bevallingsverlof.
Het is belangrijk om tijdig te plannen en gebruik te maken van de beschikbare verlofvormen en uitkeringen. Door goed te informeren over de rechten en mogelijkheden, kunnen ouders optimaal gebruik maken van ouderschapsverlof.