Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de wettelijke rechten van werknemers in Nederland, met als doel dat jonge ouders de gelegenheid krijgen om zich intenser te kunnen richten op hun kind in de eerste levensjaren. Sinds 2022 is er ook sprake van gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof, waarbij werknemers 70% van hun salaris ontvangen, afhankelijk van de CAO-schaal. Echter, de regeling van ouderschapsverlof is niet zonder complicaties. Een van de belangrijkste aandachtspunten is de eventuele verplichting tot terugbetaling van het betaald ouderschapsverlof. Dit artikel geeft een overzicht van de regels, voorwaarden en praktische situaties waarin terugbetaling van ouderschapsverlof van toepassing kan zijn.
Wat is ouderschapsverlof en hoe wordt het betaald?
Ouderschapsverlof is een verlofperiode waarin een werknemer minder of helemaal niet werkt om zich te richten op het opvoeden van zijn of haar kind. Sinds 2 augustus 2022 is er een wettelijke regeling voor gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof. Dit betekent dat werknemers in loondienst een deel van hun salaris ontvangen tijdens hun ouderschapsverlof. Het UWV is verantwoordelijk voor de uitkering van 70% van het salaris, terwijl de werkgever eventueel een aanvulling kan doen, afhankelijk van de CAO-afspraken binnen de organisatie.
De CAO’s bepalen hoeveel percentage de werkgever in aanmerking neemt om het salaris aan te vullen. De volgende schalen zijn van toepassing:
| Salarisschaal | Doorbetalingspercentage |
|---|---|
| Schaal 1 | 90% |
| Schaal 2 | 85% |
| Schaal 3 | 80% |
| Schaal 4 | 70% |
| Schaal 5 | 60% |
| Schaal 6 en hoger | 50% |
Naast de doorbetaling door de werkgever, kunnen werknemers ook een fiscale tegemoetkoming aanvragen via de Belastingdienst, namelijk de ouderschapsverlofkorting. Deze korting dient als aanvulling op de uitkeringen die via UWV of de werkgever zijn gedaan.
Wat zijn de voorwaarden voor ouderschapsverlof?
Om ouderschapsverlof op te nemen, moet de werknemer in een wettelijke arbeidsverhouding staan en moet het verlof worden opgenomen binnen het eerste levensjaar van het kind. De duur van het ouderschapsverlof kan variëren, afhankelijk van de CAO-afspraken van de werkgever. In de meeste gevallen kan het ouderschapsverlof worden ingevuld in blokken van 1, 2 of 5 maanden. Echter, er zijn ook regels voor het splitsen van het verlof en het opnemen van gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof.
Het is ook belangrijk om te weten dat ouderschapsverlof een bepaalde impact kan hebben op toeslagen, zoals kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag en huurtoeslag. Een daling van het inkomen tijdens het ouderschapsverlof kan leiden tot wijzigingen in de hoogte van deze toeslagen. Wanneer het inkomen verandert, is het noodzakelijk om deze wijziging door te geven aan de Belastingdienst.
Wanneer is er sprake van terugbetaling van ouderschapsverlof?
Hoewel ouderschapsverlof bedoeld is om ouders extra ondersteuning te bieden, zijn er bepaalde situaties waarin terugbetaling van het betaald ouderschapsverlof verplicht kan zijn. Dit is niet altijd duidelijk, maar er zijn een aantal voorwaarden waarin een werknemer verplicht kan worden om een deel van het betaald ouderschapsverlof terug te betalen.
1. Verlaging van werktijdfactor binnen zes maanden na het einde van het ouderschapsverlof
Als een werknemer binnen zes maanden na het einde van het ouderschapsverlof een lagere werktijdfactor aanvraagt, moet het teveel genoten salaris worden terugbetaald. Dit betreft het verschil tussen de oude en nieuwe werktijdfactor. Deze regeling is van toepassing als het ouderschapsverlof in de periode van 9 weken is opgenomen.
Er is echter een uitzondering op deze regel. Het deel van het betaald ouderschapsverlof dat na 1 augustus 2022 is opgenomen en valt in het eerste levensjaar van het kind, hoeft niet terug te worden betaald. Deze uitzondering geldt ook wanneer de werknemer aansluitend aan het betaalde ouderschapsverlof gedurende meer dan drie maanden onbetaald ouderschapsverlof neemt.
2. Terugbetaling bij ontslag binnen een jaar na ouderschapsverlof
Als een werknemer binnen een jaar na het genieten van ouderschapsverlof ontslag neemt, moet het salaris dat op grond van de CAO is ontvangen in een periode van twee jaar voor het ontslag worden terugbetaald. Dit geldt ook bij ontslagen die plaatsvinden op grond van artikel 7:669 lid 1 en lid 3 sub e of sub i van het Burgerlijk Wetboek.
Een redelijke grond voor ontslag kan onder andere verwijtbaar handelen of het nalaten van handelen zijn. De terugbetalingsregeling is hierbij van toepassing, tenzij er sprake is van een zwaarwegend dienstbelang dat tegen inwilliging van het ontslag is gericht. In dat geval is de werkgever verplicht om te aantonen dat het ontslag noodzakelijk is.
3. Verandering in werkgever of verplaatsing van partner
Een verandering in werkgever of de verplaatsing van een partner kan ook invloed hebben op de terugbetalingsverplichting. Als een werknemer bij een andere gemeente gaat werken of zijn of haar partner volgt, die ergens anders in het land werkt, is er geen verplichting tot terugbetaling van het ouderschapsverlof. In deze gevallen kan het ouderschapsverlof worden opgenomen zonder dat er sprake is van terugbetalingsverplichtheid.
4. Onbetaald ouderschapsverlof aansluitend op betaald ouderschapsverlof
Een werknemer die aansluitend aan het betaalde ouderschapsverlof gedurende meer dan drie maanden onbetaald ouderschapsverlof neemt, is niet gehouden om het betaalde ouderschapsverlof terug te betalen. Deze regeling biedt ouders de mogelijkheid om hun verlofperiode te verdelen in een gedeelte dat betaald is en een gedeelte dat onbetaald is, zonder dat ze verplicht zijn om het betaalde deel terug te betalen.
Hoe wordt terugbetaling geregeld?
De regeling van terugbetaling van ouderschapsverlof hangt af van de CAO-afspraken van de werkgever. De werkgever is verantwoordelijk voor het aanvullen van de uitkering van UWV, afhankelijk van de schaal waarin de werknemer staat. Wanneer het ouderschapsverlof wordt terugbetaald, moet dit gebeuren binnen een bepaalde termijn, die vaak is vastgelegd in de CAO of in een individueel overleg met de werknemer.
Het is belangrijk om te weten dat de werkgever niet alleen verantwoordelijk is voor de terugbetaling, maar ook voor het informeren van de werknemer over de regels en voorwaarden van ouderschapsverlof. In de praktijk kan het nodig zijn om een terugbetalingsovereenkomst te sluiten of om het terugbetalingsbedrag in te schrijven op een loonstrook of via een aparte afspraak.
Wat zijn de gevolgen van het niet terugbetalen van ouderschapsverlof?
Als een werknemer niet voldoet aan de terugbetalingsverplichting van ouderschapsverlof, kan dit leiden tot juridische gevolgen. De werkgever kan een juridische procedure aangaan om het terugbetalingsbedrag te verhalen. In sommige gevallen kan dit leiden tot schadevergoedingen of andere juridische sancties.
Een belangrijk aspect is dat de regelgeving rondom ouderschapsverlof en terugbetaling vaak complex is en afhankelijk is van de CAO-afspraken van de werkgever. Het is daarom verstandig om in aanvang van het ouderschapsverlof een duidelijke afspraak te maken over de terugbetalingsverplichtheid, eventueel met hulp van een juridisch advies.
Hoe kan een werknemer de terugbetalingsverplichtheid voorkomen?
Er zijn een aantal maatregelen die een werknemer kan nemen om de terugbetalingsverplichtheid te voorkomen of te verminderen. Eén van de mogelijkheden is het opnemen van het betaalde ouderschapsverlof in de eerste maanden van het kind, zodat de uitzondering op de terugbetalingsregeling van toepassing is. Daarnaast kan het verstandig zijn om het ouderschapsverlof te splitsen in een gedeelte dat betaald is en een gedeelte dat onbetaald is, zodat de terugbetalingsverplichtheid niet volledig van toepassing is.
Een andere mogelijkheid is het afwachten van de uitkomst van eventuele wetgevende veranderingen. De regels rondom ouderschapsverlof zijn in de loop van de jaren veranderd en kunnen in de toekomst nog verder worden aangepast. Het is daarom verstandig om regelmatig op de hoogte te blijven van eventuele wijzigingen in de regeling.
Conclusie
Ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de wettelijke rechten van werknemers in Nederland, met als doel om jonge ouders de mogelijkheid te geven om zich intenser te richten op hun kind. Sinds 2022 is er sprake van gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof, wat betekent dat werknemers 70% van hun salaris ontvangen via UWV, afhankelijk van de CAO-schaal. Echter, de regeling van ouderschapsverlof is niet zonder complicaties. In bepaalde situaties kan er sprake zijn van terugbetaling van het betaald ouderschapsverlof, bijvoorbeeld wanneer de werknemer binnen zes maanden na het einde van het ouderschapsverlof een lagere werktijdfactor aanvraagt of wanneer het ontslag binnen een jaar na het ouderschapsverlof plaatsvindt. Het is belangrijk om zich bewust te zijn van de regels en voorwaarden van ouderschapsverlof, zowel voor werknemers als voor werkgevers. Door een duidelijke afspraak te maken over de terugbetalingsverplichtheid en eventueel juridisch advies in te winnen, kan worden voorkomen dat er juridische complicaties ontstaan.