Cao GGZ: Ouderschapsverlof en betaalregelingen in het geestelijke gezondheidswezen

Het ouderschapsverlof is een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden binnen het geestelijke gezondheidswezen (GGZ). De CAO GGZ legt uitgebreide regels vast die betrekking hebben op het ouderschapsverlof, inclusief betaalregelingen, pensioenopbouw en andere werkgevende voorwaarden. Deze regels zijn onderdeel van een bredere aanpak binnen de CAO GGZ, die gericht is op het ondersteunen van werknemers bij belangrijke levensgebeurtenissen zoals het krijgen van een kind.

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste regels die in de CAO GGZ gelden op het gebied van ouderschapsverlof en de daarbij behorende vergoedingen. Daarnaast worden de wijzigingen en vereenvoudigingen in de regelingen besproken, zoals afgesproken in het akkoord van 2023. Deze informatie is van betekenis voor zowel werknemers als werkgevers in het GGZ, om de regels volledig te begrijpen en te kunnen toepassen.

Wettelijk en CAO-regelingen voor ouderschapsverlof

De CAO GGZ stelt uitgebreide bepalingen vast voor het ouderschapsverlof, die werknemers in het geestelijke gezondheidswezen kunnen gebruiken. Deze bepalingen zijn geregeld in hoofdstuk 5.11 van de CAO GGZ en vormen een aanvulling op de wettelijke regelingen zoals bepaald in de Wet Arbeid en Zorg. Deze aanvullende regelingen zijn bedoeld om de wettelijke regels aan te vullen of te vereenvoudigen, zodat ze beter aansluiten op de praktijk.

Een belangrijk verschil tussen de wettelijke regeling en de CAO-regeling is dat het ouderschapsverlof volgens de CAO GGZ betaalbaar kan zijn, onder bepaalde voorwaarden. In het eerste levensjaar van het kind heeft de werknemer het recht op wettelijk betaald ouderschapsverlof voor een maximale omvang van 9 keer de wekelijkse arbeidsomvang. Dit betekent dat de werknemer 9 weken verlof kan nemen waarin het salaris volledig wordt aangevuld tot 100%. Na deze 9 weken kan de werknemer nog verder onbetaald ouderschapsverlof nemen tot het kind 8 jaar oud is. De totale verlofsduur bedraagt maximaal 26 keer de wekelijkse arbeidsomvang.

De CAO GGZ bepaalt ook dat de werknemer tijdens het ouderschapsverlof geen pensioen opbouwt over de uren die hij of zij gebruikt voor ouderschapsverlof. Echter, de werknemer kan kiezen voor een vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof. In dat geval betaalt de werkgever het werkgeversdeel van de pensioenpremie gedurende een periode van maximaal twaalf maanden per kind waarvoor ouderschapsverlof wordt genomen.

Betaalregeling voor ouderschapsverlof

De betaalregeling voor ouderschapsverlof in de CAO GGZ is onderzocht en vereenvoudigd in het akkoord van 2023. Deze vereenvoudiging is bedoeld om de regeling makkelijker toepasbaar te maken voor zowel werknemers als werkgevers. De nieuwe regeling is ingevoerd per 1 april 2025 en is opgenomen onder artikel 5.11 B1 van de CAO GGZ.

De regeling bepaalt dat de werknemer tijdens het ouderschapsverlof een vergoeding ontvangt, onder bepaalde voorwaarden. Deze vergoeding bedraagt 40% van het salaris over maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang. De vergoeding wordt berekend op basis van het voltijd bruto salaris dat hoort bij schaal 7, periodiek 6. De duur van deze vergoeding is maximaal twaalf aaneengesloten maanden vanaf de start van de vergoeding uit de CAO.

Het belangrijkste aspect van deze regeling is dat de vergoeding niet cumuleert met de uitkering op grond van het wettelijk betaalde ouderschapsverlof. Dit betekent dat de werknemer ofwel de wettelijke uitkering ontvangt, ofwel de CAO-vergoeding, maar niet beide tegelijk. De CAO-vergoeding is een aanvullende regeling die wordt ingezet als de wettelijke regeling niet van toepassing is. In dat geval ontstaat het recht op CAO-vergoeding onmiddellijk.

De CAO GGZ verduidelijkt ook dat de vergoeding voor ouderschapsverlof geen pensioen opbouwt. Echter, zoals eerder genoemd, is het mogelijk voor de werknemer om vrijwillig de pensioenopbouw voort te zetten tijdens ouderschapsverlof. In dat geval betaalt de werkgever het werkgeversdeel van de pensioenpremie gedurende maximaal twaalf maanden per kind.

Ouderschapsverlof en vakantietoeslag

De CAO GGZ bepaalt dat de vergoeding voor ouderschapsverlof meegenomen wordt bij de berekening van de vakantietoeslag. Dit betekent dat de vakantietoeslag berekend wordt op basis van het totaal salaris, inclusief de CAO-vergoeding. De vakantietoeslag wordt verhoogd van 8% naar 8,33% per 1 mei 2025. Deze wijziging is doorgevoerd in Payroll Gemal en kan direct worden uitbetaald bij de salarisbetaling van mei 2025.

De CAO GGZ legt ook vast dat de vergoeding voor ouderschapsverlof meegenomen wordt bij de berekening van de eindejaarsuitkering. Dit betekent dat de werknemer een hogere eindejaarsuitkering ontvangt, aangevuld met de CAO-vergoeding. Deze regeling is van toepassing op alle werknemers die ouderschapsverlof gebruiken volgens de regels van de CAO GGZ.

Ouderschapsverlof en verlofspaarregeling

In de CAO GGZ is ook een verlofspaarregeling opgenomen, die werknemers in staat stelt om verlof te sparen voor later gebruik. Het maximum saldo voor gespaard verlof is verhoogd van 50 weken naar 100 weken. Daarnaast is het maximaal aantal verlofuren dat per jaar kan worden gespaard verhoogd van 35 uren naar 72 uren. Deze regeling is bedoeld om werknemers te ondersteunen bij de balans tussen werk en privé, bijvoorbeeld in combinatie met ouderschapsverlof.

De verlofspaarregeling is opgenomen in hoofdstuk 5.7 A en B van de CAO GGZ. Werknemers kunnen verlof sparen uit bijvoorbeeld vakantie, ziekteverlof of andere vormen van verlof. De spaarregeling is bedoeld om flexibiliteit te bieden op het gebied van verlofgebruik, bijvoorbeeld om ouderschapsverlof te combineren met verlof uit de spaarregeling.

Ouderschapsverlof en pensioenopbouw

De CAO GGZ bepaalt dat tijdens het ouderschapsverlof geen pensioen opgebouwd wordt over de uren die de werknemer gebruikt voor ouderschapsverlof. Dit betekent dat de pensioenopbouw onderbroken is gedurende deze periode. Echter, de werknemer kan kiezen voor een vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof. In dat geval betaalt de werkgever het werkgeversdeel van de pensioenpremie gedurende maximaal twaalf maanden per kind waarvoor ouderschapsverlof wordt genomen.

De CAO GGZ stelt ook vast dat de vergoeding voor ouderschapsverlof niet meegenomen wordt in de berekening van de vakantieopbouw. Dit betekent dat de werknemer geen vakantieverlof opbouwt gedurende de periode van ouderschapsverlof. Echter, de CAO GGZ bepaalt dat de werknemer wel vitaliteitsuren opbouwt gedurende deze periode, indien van toepassing.

Ouderschapsverlof en einde van de arbeidsrelatie

De CAO GGZ bepaalt dat een werknemer die zijn of haar arbeidsrelatie eindigt tijdens of binnen zes maanden na het einde van ouderschapsverlof, de ontvangen vergoeding over het opgenomen ouderschapsverlof aan de werkgever terugbetaalt. Deze regeling geldt niet wanneer de werknemer ontslag neemt nadat de werkgever zijn of haar verzoek om de arbeidsduur aan te passen aan de arbeidsduur tijdens het ouderschapsverlof heeft geweigerd.

De CAO GGZ stelt verder vast dat de vergoeding voor ouderschapsverlof meegenomen wordt bij de berekening van de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. Dit betekent dat de werknemer een hogere eindejaarsuitkering ontvangt, aangevuld met de CAO-vergoeding.

Wijzigingen in de CAO GGZ

In het akkoord van 2023 is besloten om de regelingen voor ouderschapsverlof in de CAO GGZ te vereenvoudigen. Deze vereenvoudiging is bedoeld om de regelingen makkelijker toepasbaar te maken voor zowel werknemers als werkgevers. De nieuwe regelingen zijn ingevoerd per 1 april 2025 en zijn opgenomen onder artikel 5.11 B1 van de CAO GGZ.

De wijzigingen in de CAO GGZ omvatten onder andere:

  • De regeling voor ouderschapsverlof is vereenvoudigd en gericht op het wettelijk betaalde ouderschapsverlof.
  • De CAO-vergoeding voor ouderschapsverlof is beperkt tot 40% van het salaris over maximaal de helft van de gemiddelde arbeidsomvang.
  • De duur van de CAO-vergoeding is beperkt tot twaalf aaneengesloten maanden.
  • De vergoeding cumuleert niet met de uitkering op grond van het wettelijk betaalde ouderschapsverlof.

De CAO GGZ bepaalt ook dat de regelingen voor ouderschapsverlof in de toekomst verder kunnen worden geëvalueerd en aangepast. Cao-partijen hebben afgesproken dat een studie wordt uitgevoerd om de bovenwettelijke regeling te vereenvoudigen, zodat deze eenvoudiger en makkelijker toepasbaar wordt zonder afbreuk te doen aan de huidige afspraken.

Ouderschapsverlof en salarisschalen

De CAO GGZ legt uitgebreide regels vast op het gebied van salarisschalen en loon. Werkgevers bepalen het loon van werknemers op basis van de salarisschalen die zijn vastgesteld in de CAO. Deze schalen zijn gericht op de functionele indeling van werknemers en zijn bedoeld om het loon in lijn te brengen met de functie en het salarisniveau van de werknemer.

De CAO GGZ bepaalt dat de loonregelingen voor ouderschapsverlof en andere vormen van verlof worden vastgesteld op basis van de salarisschalen. De CAO GGZ verduidelijkt ook dat de vergoeding voor ouderschapsverlof berekend wordt op basis van het voltijd bruto salaris dat hoort bij schaal 7, periodiek 6. Deze schaal is bedoeld om de vergoeding in lijn te brengen met het salarisniveau van voltijdwerende werknemers.

Ouderschapsverlof en balansbudget

De CAO GGZ bepaalt dat werknemers in het geestelijke gezondheidswezen recht hebben op een balansbudget. Dit budget is bedoeld om de balans tussen werk en privé te ondersteunen en kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld verlof, trainingen of andere vormen van werkgevende voorzieningen. Het balansbudget is verhoogd van € 500 naar € 1.000 op voltijdbasis, en bij inzet voor opleiding is het verhoogd naar € 1.400.

De CAO GGZ bepaalt dat het balansbudget meegenomen wordt bij de berekening van de vergoeding voor ouderschapsverlof. Dit betekent dat de werknemer het balansbudget kan gebruiken om ouderschapsverlof te combineren met andere vormen van verlof of werkgevende voorzieningen. Deze regeling is bedoeld om de werknemer meer flexibiliteit te bieden op het gebied van verlofgebruik.

Ouderschapsverlof en bijzondere verlofregelingen

De CAO GGZ bepaalt ook regels voor bijzondere verlofregelingen. Werknemers hebben recht op verlof in bijzondere situaties zoals verhuizing, huwelijk, overlijden van een familielid of andere levensgebeurtenissen. Deze regelingen zijn bedoeld om werknemers te ondersteunen in tijden van stress of nood.

De CAO GGZ bepaalt dat bijzonder verlof verleend wordt in de volgende situaties:

  • Verhuizing werknemer in opdracht van werkgever: 2 vrije dagen
  • Huwelijk/geregistreerd partnerschap van een gezinslid: 1 vrije dag
  • 25- en 40-jarig huwelijk/geregistreerd partnerschap werknemer: 1 vrije dag
  • 25- en 40-jarig priesterjubileum van de werknemer die lid is van een religieuze communiteit: 1 vrije dag
  • Huwelijk/geregistreerd partnerschap van bloedverwanten in de jaren in de 1ste en 2de graag van werknemer of partner: 1 vrije dag
  • 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijk/geregistreerd partnerschap van (pleeg)ouders van werknemer of partner: 1 vrije dag
  • Overlijden partner, (pleeg)kinderen, (pleeg)ouders van de werknemer of partner: De dag van overlijden t/m de dag van de uitvaart
  • Overlijden bloed- en aanverwanten in de tweede graad van de werknemer of partner: 1 vrije dag
  • 25- of 40-jarig dienstverband van de werknemer: 1 vrije dag

Deze regelingen zijn bedoeld om werknemers te ondersteunen in tijden van stress of nood en zijn een aanvulling op de regelingen voor ouderschapsverlof. Werknemers kunnen deze regelingen gebruiken om ouderschapsverlof te combineren met bijzondere verlofregelingen.

Conclusie

De CAO GGZ stelt uitgebreide regels vast op het gebied van ouderschapsverlof en de daarbij behorende vergoedingen. Deze regels zijn bedoeld om werknemers in het geestelijke gezondheidswezen te ondersteunen bij belangrijke levensgebeurtenissen zoals het krijgen van een kind. De regelingen zijn onderzocht en vereenvoudigd in het akkoord van 2023 en zijn ingevoerd per 1 april 2025.

De CAO GGZ bepaalt dat werknemers recht hebben op wettelijk betaald ouderschapsverlof voor een maximale omvang van 9 keer de wekelijkse arbeidsomvang. Na deze 9 weken kan de werknemer nog verder onbetaald ouderschapsverlof nemen tot het kind 8 jaar oud is. De CAO GGZ legt ook uitgebreide regels vast op het gebied van betaalregelingen, pensioenopbouw, vakantietoeslag, verlofspaarregeling, bijzondere verlofregelingen en balansbudget.

De CAO GGZ bepaalt dat de regelingen voor ouderschapsverlof in de toekomst verder kunnen worden geëvalueerd en aangepast. Cao-partijen hebben afgesproken dat een studie wordt uitgevoerd om de bovenwettelijke regeling te vereenvoudigen, zodat deze eenvoudiger en makkelijker toepasbaar wordt zonder afbreuk te doen aan de huidige afspraken.

Bronnen

  1. FBZ - Cao GGZ - Geestelijke gezondheidszorg
  2. Sociaalwerk-werkt - Vereenvoudiging vergoeding ouderschapsverlof 1 april 2025
  3. Visma Community - CAO GGZ - Definitief akkoord

Gerelateerde berichten