Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kwaliteit van kinderopvang is een belangrijk aandachtspunt voor gemeenten en houders van kinderopvangvoorzieningen. Verschillende regelingen en beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving van de Wet kinderopvang (Wko) en de bijbehorende regelgeving. Dit artikel geeft een overzicht van de relevante aspecten, gebaseerd op beschikbare documenten.
Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid voor het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van kinderopvang. Deze verantwoordelijkheid is gebaseerd op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en specifieke artikelen binnen de Wet kinderopvang, zoals artikel 1.61, lid 1, 1.65, lid 1 en 4, 1.66 en 1.72 lid 1 (bron 2). De wettelijke grondslag voor gemeentelijke regelingen kan ook worden gevonden in artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Awb (bron 3).
Kinderopvang kan verschillende vormen aannemen, waaronder een kinderdagverblijf, een centrum voor buitenschoolse opvang (bso) of een gastouderbureau (bron 1). Het is essentieel dat alle vormen van kinderopvang voldoen aan de eisen die de overheid stelt aan de kwaliteit van de geboden zorg (bron 1).
De gemeente Leiden heeft beleidsregels vastgesteld omtrent handhaving van de Wet kinderopvang (bron 2). Het handhavingsbeleid is gericht op herstellend handhaven, wat betekent dat de gemeente in eerste instantie probeert om overtredingen te herstellen door overleg en gesprek met de kinderopvanghouders (bron 2). De termijnen voor het herstellen van overtredingen zijn verkort naar maximaal twee weken, twee maanden of zes maanden, afhankelijk van de aard van de overtreding (bron 2).
Het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang wordt in de gemeente Leiden namens het college uitgevoerd door de directeur publieke gezondheid van de GGD Hollands Midden (bron 2). De toezichthouder onderzoekt de naleving van de kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport (bron 2).
De kwaliteitseisen voor kinderopvang zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang en de bijbehorende regelgeving (bron 2). Houders van kinderopvangvoorzieningen zijn verplicht deze eisen na te leven (bron 2). Peuterspeelzalen vallen sinds 2018 onder dezelfde kwaliteitseisen als andere kinderopvangorganisaties (bron 2).
Voor de handhaving van de kwaliteitseisen is een afwegingskader opgesteld, waarin de kwaliteitseisen per domein zijn geclusterd, samen met de bijbehorende hersteltermijnen en de hoogte van de bestuurlijke boetes (bron 2). Dit kader biedt een gestructureerde aanpak voor het beoordelen van overtredingen en het bepalen van passende sancties.
Houders van kinderopvangvoorzieningen hebben verschillende verplichtingen, waaronder:
In bepaalde gevallen kunnen ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag vanwege sociaal-medische redenen. Voor deze gezinssituaties is de Regeling Kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI) beschikbaar (bron 3). Het doel van deze regeling is om kinderen te ondersteunen die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen, door een financiële tegemoetkoming te bieden voor tijdelijke kinderopvang (bron 3).
Bij de handhaving van de Wet kinderopvang heeft het college van burgemeester en wethouders verschillende mogelijkheden:
De hoogte van de bestuurlijke boetes varieert afhankelijk van de overtreding en het domein (bron 2). Voorbeelden van boetes zijn €500,- tot €1000,- voor het niet informeren van ouders over beleid of inspectierapporten (bron 2).
Om de interpretatie van de regelgeving te vergemakkelijken, bevatten de beleidsregels een begrippenlijst met definities van termen zoals:
De handhaving van de Wet kinderopvang is een complexe taak die een zorgvuldige aanpak vereist. Gemeenten spelen een cruciale rol in het toezicht op de kwaliteit van kinderopvangvoorzieningen en het handhaven van de geldende regelgeving. Het is van belang dat houders van kinderopvangvoorzieningen op de hoogte zijn van hun verplichtingen en de mogelijke sancties bij overtredingen. De beschikbare documenten benadrukken het belang van herstellend handhaven en het streven naar een hoge kwaliteit van kinderopvang voor alle kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet