Kinderopvang is een essentiële voorziening voor veel ouders die werk en gezinsleven combineren. Echter, de aanwezigheid van een kinderdagverblijf of gastouderopvang kan soms leiden tot overlast voor omwonenden. Dit artikel beschrijft de relevante regelgeving en beleidsregels omtrent kinderopvang en de mogelijke overlast, gebaseerd op de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk en gemeentelijke beleidsregels.
Geluidsoverlast van Kinderopvang
Geluidsoverlast is een veelvoorkomende klacht bij gemeenten met betrekking tot kinderdagverblijven. Het geluid van spelende kinderen, met name op het schoolplein of in de buitenruimte, kan hinderlijk zijn voor omwonenden, vooral in stedelijke omgevingen waar geluid sneller kan weerkaatsen. De gemeente kan echter niet altijd handhavend optreden tegen deze vorm van overlast.
Volgens de gemeente is het gebruik van een kinderdagverblijf vaak passend binnen het geldende bestemmingsplan. Bovendien valt het geluid van spelende kinderen buiten de scope van artikel 2.18 lid 1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit artikel heeft betrekking op binnenterreinen, die in dit geval niet van toepassing zijn. Een plein bij een kinderdagverblijf wordt niet beschouwd als een binnenterrein als bedoeld in de Nota van Toelichting bij het Activiteitenbesluit, omdat het niet voldoende omsloten is door bebouwing om te spreken van een besloten ligging. De bebouwing bevindt zich vaak slechts aan één of twee zijden.
Grootschalige Kinderopvang en Woonomgevingen
De ontwikkeling van kinderopvang in woonbuurten vereist aandacht voor de omvang en schaal van de voorziening. Grootschalige kinderopvang past in principe niet in een woonomgeving vanwege de potentiële overlast. Deze overlast kan bestaan uit verkeersdrukte bij het brengen en halen van kinderen, maar vooral ook uit geluidsoverlast door spelende kinderen in de buitenruimte. Omwonenden hechten vaak veel waarde aan rust, met name in hun achtertuin.
Nieuwbouw voor grootschalige kinderopvang zal waarschijnlijk niet in bestaande woonwijken kunnen plaatsvinden, tenzij er sprake is van grootschalige sloop om ruimte te creëren. Gemeenten streven ernaar om middel- en grootschalige kinderopvang en buitenschoolse opvang (BSO) te faciliteren in scholen, wijkgebouwen of bedrijfsgebouwen, waar de scheiding van functies beter gewaarborgd is. Dubbelgebruik of ondergeschikt gebruik van sociaal-culturele centra, scholen, verenigings-, wijk- of kerkgebouwen is een goede mogelijkheid, vooral voor BSO. De overlast naar de woonomgeving zal hierbij waarschijnlijk beperkter zijn, maar dit dient per geval te worden beoordeeld.
Wet- en Regelgeving Kinderopvang
De rijksoverheid stuurt de kinderopvang aan via de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk. Deze wet regelt de kostenverdeling en de kwaliteit van de kinderopvang. De wet omvat dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk. Combinaties van deze vormen zijn mogelijk.
- Dagopvang: Opvang in een kinderdagverblijf voor kinderen van nul tot vier jaar, gedurende één of meer dagdelen per week, het hele jaar door.
- Buitenschoolse opvang: Opvang van kinderen in de basisschoolleeftijd vóór en/of na schooltijd, tijdens studiedagen van leraren en in de vakanties.
- Gastouderopvang: Opvang van kinderen in de woning van de gastouder of de vraagouder. Een gastouder mag maximaal zes kinderen (inclusief eigen kinderen) onder de hoede nemen. Alleen gastouders die zijn aangemeld bij een geregistreerd gastouderbureau vallen onder de Wet Kinderopvang.
- Peuterspeelzaalwerk: Opvang van peuters gericht op hun ontwikkeling.
Informeel opvang, zoals vrienden-/familiediensten, au-pairs of incidentele oppas, valt niet onder de Wet Kinderopvang.
Ruimtelijke Eisen voor Kinderopvang
Het Besluit Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen van mei 2012 stelt specifieke eisen aan de ruimtelijke inrichting van kinderopvanglocaties. Deze eisen zijn relevant voor gemeentelijke beleidsregels.
Ruimtelijke regels dagopvang:
- Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
- Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, inclusief ruimte voor spelactiviteiten buiten de groepsruimte.
- Er is ten minste 3 m2 bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
Locatie gastouderopvang:
- Gastouders mogen op meerdere locaties kinderen opvangen, zowel in hun eigen woning als in de woning van de vraagouder.
- Als opvang wordt aangeboden in de woning van een vraagouder, mogen daar kinderen van verschillende ouders worden opgevangen.
- Op het woonadres van een vraagouder kunnen meerdere gastouders werken, bijvoorbeeld door de opvang over de week te verdelen. Een gastouder mag niet werken op het woonadres van een andere gastouder.
- Bij kortdurende ziekte mag de gastouder zich laten vervangen door een andere gekwalificeerde gastouder op dezelfde locatie. Bij langere afwezigheid moet de opvang worden verplaatst naar de locatie waar de vervangende gastouder geregistreerd staat.
- Voor de opvang van kinderen tot 1,5 jaar is een aparte slaapruimte vereist.
- Er moeten binnen en buiten voldoende speelmogelijkheden zijn.
- Gastouders mogen niet op hetzelfde adres wonen als de ouders van het kind dat ze opvangen (bijvoorbeeld au pair situaties).
- Bij de opvang van vier of meer kinderen is een achterwacht nodig die telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn bij calamiteiten.
- De woning moet volledig rookvrij zijn en voorzien van goed functionerende rookmelders.
Preventie van Overlast
De praktijk leert dat gemeenten veel klachten ontvangen over geluidsoverlast van kinderdagverblijven. Het is daarom raadzaam om overlast te voorkomen door geen kinderdagverblijven met buitenruimte meer toe te staan in dichtbevolkte woonbuurten. Vaak wordt de buitenruimte aan de achterkant van het kinderdagverblijf gesitueerd, direct grenzend aan de tuinen van omwonenden, wat op lange termijn tot frustratie kan leiden bij zowel bewoners als exploitanten. Preventie is dus beter dan genezen.
Conclusie
De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk en gemeentelijke beleidsregels stellen eisen aan de kwaliteit en ruimtelijke inrichting van kinderopvang. Geluidsoverlast is een veelvoorkomend probleem, maar gemeenten kunnen niet altijd handhavend optreden. Het is belangrijk om bij de ontwikkeling van kinderopvang rekening te houden met de potentiële overlast voor omwonenden en om preventieve maatregelen te nemen, zoals het vermijden van locaties in dichtbevolkte woonbuurten en het zorgvuldig inrichten van buitenruimtes.