Salarisschalen en Periodieke Verhogingen in de Kinderopvang: Een Overzicht voor 2025
september 7, 2025
De kinderopvangsector kent verschillende regelingen om de kwaliteit en veiligheid van de opvang te waarborgen. Een belangrijke van deze regelingen is de driesturensregeling, die betrekking heeft op de inzet van pedagogisch medewerkers gedurende de dag. Deze regeling maakt het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van de bezettingsnormen, met als doel flexibiliteit te bieden aan kinderopvangorganisaties. Dit artikel biedt een gedetailleerde uitleg van de driesturensregeling, de voorwaarden waaronder deze van toepassing is, en de implicaties voor de dagelijkse praktijk van de kinderopvang.
Voordat de driesturensregeling wordt besproken, is het belangrijk om het vaste gezichtenprincipe te begrijpen. Dit principe is een regel die erop gericht is om kinderen een vaste en vertrouwde persoon te bieden, waardoor zij zich veilig en vertrouwd voelen. In de dagopvang is het vaste gezichtenprincipe verplicht. Een kind krijgt doorgaans twee vaste gezichten toegewezen, waarvan ten minste één tijdens de opvang aanwezig moet zijn. Uitzonderingen op deze regel zijn mogelijk, bijvoorbeeld bij verlof of ziekte van een vaste medewerker. Voor de buitenschoolse opvang is het vaste gezichtenprincipe niet verplicht, hoewel veel organisaties toch streven naar vaste gezichten voor de kinderen, omdat dit positief wordt beoordeeld voor hun ontwikkeling.
De driesturensregeling is gerelateerd aan de bezettingsnormen, ook wel bekend als de BKR (bezettingseisen kinderopvang). De BKR stelt eisen aan het aantal pedagogisch medewerkers dat aanwezig moet zijn in relatie tot het aantal kinderen. De driesturensregeling biedt de mogelijkheid om gedurende een bepaald aantal uren af te wijken van deze normen.
De driesturensregeling geldt voor kinderopvanglocaties die ten minste tien uur per dag geopend zijn. Dit betekent dat wanneer een kinderopvangorganisatie een dag heeft met een opvangduur van tien uur of langer, er gedurende drie uur minder pedagogisch medewerkers ingezet mogen worden dan vereist volgens de BKR. De voorwaarde hierbij is wel dat er ten minste de helft van het vereiste aantal pedagogisch medewerkers aanwezig moet zijn.
Een voorbeeld ter illustratie: een kinderopvanglocatie is geopend van 07:30 uur tot 18:30 uur, wat neerkomt op een totale opvangduur van elf uur. In dit geval mag er gedurende drie uur worden afgeweken van de BKR. Stel dat er normaal gesproken vier pedagogisch medewerkers nodig zijn, dan mag er gedurende die drie uur met twee pedagogisch medewerkers worden gewerkt.
Het is van belang dat deze afwijkende uren expliciet zijn vastgelegd in het pedagogisch beleidsplan van de kinderopvangorganisatie. Daarnaast dient de organisatie de ouders op de hoogte te stellen van de tijden waarop er wordt afgeweken van de BKR, zodat zij hiervan op de hoogte zijn. Wanneer deze tijden niet zijn vastgelegd in het pedagogisch beleid, mag er niet worden afgeweken van de BKR.
De driesturensregeling kent verschillende toepassingen voor dagopvang en buitenschoolse opvang (BSO). Zoals eerder vermeld, geldt de driesturensregeling voor dagopvang bij een opvangduur van ten minste tien uur per dag. Voor de BSO gelden andere regels.
Voor de BSO geldt dat er voor en na schooltijd, en op vrije middagen, maximaal een half uur per dag minder pedagogisch medewerkers ingezet mogen worden, met dezelfde voorwaarde dat er ten minste de helft van het vereiste aantal pedagogisch medewerkers aanwezig moet zijn. Daarnaast is de driesturensregeling van toepassing op schoolsluitingsdagen (bijvoorbeeld studiedagen) en tijdens de vakanties, mits er ten minste tien uur aaneengesloten kinderopvang wordt geboden.
Een belangrijk verschil is dat het vierogenprincipe niet van toepassing is op de BSO. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker op de BSO in zijn eentje op een groep mag werken. Echter, wanneer een medewerker alleen werkt, moet er altijd een andere collega van de organisatie bereikbaar zijn in de nabijheid (binnen 15 minuten). Deze collega kan werken op een andere locatie of in de regio en kan snel ter plaatse zijn in geval van nood.
Om de regelingen rondom kinderopvang te begrijpen, is het belangrijk om enkele definities en termen te kennen. Zo wordt onder een kindercentrum verstaan een locatie waar verschillende vormen van kinderopvang plaatsvinden, zoals hele- of halve dagopvang, 24-uurs opvang, buitenschools kinderverblijf, peuterspeelzaal, gastouderopvang en gastouderbureau.
Een functionaris is een persoon die werkzaam is in een kindercentrum of gastouderbureau en over de benodigde opleiding en kwalificaties beschikt. Een gastouder is een persoon die gastouderopvang biedt in een gezinssituatie, en een gastouderbureau regelt de bemiddeling tussen gastouders en ouders/verzorgers.
De communicatie met ouders over de driesturensregeling is essentieel. Ouders moeten op de hoogte zijn van de tijden waarop er wordt afgeweken van de BKR en de redenen hiervoor. Dit kan bijvoorbeeld via het pedagogisch beleidsplan, informatieavonden of individuele gesprekken. Het is belangrijk om transparant te zijn en ouders de mogelijkheid te geven om vragen te stellen.
De vernieuwde driesturensregeling, waarbij kinderopvangorganisaties exact moeten aangeven welke uren er minder pedagogisch medewerkers worden ingezet, kan tot verwarring leiden. Daarom is het belangrijk dat organisaties duidelijk communiceren over de regeling en de praktische implicaties ervan.
De driesturensregeling is een belangrijke regeling binnen de kinderopvang die flexibiliteit biedt aan organisaties om af te wijken van de bezettingsnormen onder bepaalde voorwaarden. Het is essentieel dat organisaties de regeling correct toepassen, de afwijkende uren vastleggen in het pedagogisch beleidsplan en de ouders hierover informeren. De regeling verschilt tussen dagopvang en buitenschoolse opvang, waarbij de BSO specifieke regels kent met betrekking tot het vierogenprincipe en de bereikbaarheid van collega's. Door een duidelijke communicatie en correcte toepassing van de regeling kan de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang worden gewaarborgd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet