Salarisschalen en Periodieke Verhogingen in de Kinderopvang: Een Overzicht voor 2025
september 7, 2025
De gezondheid en veiligheid van kinderen in de kinderopvang is van groot belang. Dit artikel geeft een overzicht van de richtlijnen met betrekking tot ziekte, koorts en de omgang daarmee binnen de kinderopvang, gebaseerd op beschikbare informatie. De focus ligt op de procedures rondom koorts, COVID-19 en de bijbehorende maatregelen.
Een veelvoorkomende reden voor ouders om contact op te nemen met de kinderopvang is koorts bij hun kind. Uit informatie blijkt dat een kind met 39 graden Celsius koorts doorgaans wordt opgehaald. Echter, de regels omtrent de terugkeer naar de kinderopvang na een periode van koorts zijn specifiek: kinderen moeten minimaal 24 uur koortsvrij zijn voordat ze weer toegelaten worden. Dit beleid is erop gericht de verspreiding van ziekten binnen de groep te voorkomen. Eén ouder meldt dat ondanks het feit dat het kind geen koorts meer heeft, de toegang tot de kinderopvang toch wordt geweigerd, wat vragen oproept over de interpretatie van het beleid.
De COVID-19 pandemie heeft geleid tot specifieke richtlijnen voor de kinderopvang. Deze richtlijnen zijn in de loop van de tijd aangepast op basis van nieuwe inzichten en de epidemiologische situatie.
Wanneer ouders of gezinsleden waarmee het kind in contact staat een COVID-19 test moeten ondergaan, mogen de ouders het kind in eerste instantie niet naar de kinderopvang brengen. Er is echter een uitzondering: het kind mag wel worden gebracht door iemand anders die geen contact heeft gehad met de ouders of gezinsleden die getest worden. Pas na een negatieve testuitslag mogen de ouders het kind weer zelf brengen.
Indien een van de ouders of directe gezinsleden positief test op COVID-19, mag het kind 10 dagen niet naar de kinderopvang komen. Ook wanneer een van de ouders of directe gezinsleden koorts of verhoging heeft, is het niet toegestaan het kind naar de kinderopvang te brengen, totdat de ouder of gezinslid 24 uur koortsvrij is.
Reizen naar landen of gebieden met een code rood of oranje kan ook leiden tot een tijdelijke uitsluiting van de kinderopvang. In dergelijke gevallen mag het kind 10 dagen niet komen.
Tot en met eind maart 2021 werden kinderen gebracht en gehaald via de tuin, waarbij ouders niet naar binnen mochten. Deze maatregel is inmiddels aangepast, maar illustreert de strengheid van de genomen maatregelen in de beginfase van de pandemie.
Dagen dat een kind thuis moet blijven vanwege ziekte van ouders, huisgenoten, quarantaine of eigen ziekte worden niet gecompenseerd door de kinderopvang.
Naast de specifieke COVID-19 maatregelen, zijn algemene hygiënemaatregelen van belang om de verspreiding van ziekten te voorkomen. Deze omvatten:
Onderzoek toont aan dat herinfectie met SARS-CoV-2 mogelijk is, maar het risico hierop is laag. De beschermende werking van natuurlijke infectie houdt aan, en wordt verlengd door vaccinatie. Vooral bij ouderen is het risico op herinfectie groter, terwijl kinderen tot eind 2021 een lager risico hadden.
De Gezondheidsraad heeft in maart 2024 geadviseerd om COVID-19-vaccinaties niet meer standaard aan te bieden aan zwangeren, omdat de toegevoegde waarde in de huidige situatie te beperkt is. Vaccinatie tijdens de zwangerschap blijft echter aangeraden bij zwangeren met een medische indicatie, bijvoorbeeld bij medische risicogroepen en zorgmedewerkers.
Er bestaat geen meldingsplicht meer voor COVID-19 sinds 1 juli 2023. Echter, als er in een instelling meerdere personen met klachten en symptomen passend bij COVID-19 zijn, kan er sprake zijn van een meldingsplicht op basis van artikel 26 van de Wet publieke gezondheid. De GGD’en hoeven deze meldingen niet meer aan het RIVM door te geven, maar bijzondere clusters worden wel gemeld.
De richtlijnen zijn ontwikkeld voor zorgprofessionals werkzaam binnen de infectieziektebestrijding, met als primaire doelgroep GGD- en LCI-professionals. Deze richtlijnen bevatten adviezen, taken en verantwoordelijkheden en vormen een basis voor het nemen van geïnformeerde beslissingen en het maken van beleid.
Onderzoek naar de langdurige effecten van COVID-19 (long COVID) is nog gaande. Studies suggereren dat long COVID een breed scala aan symptomen kan veroorzaken en dat risicofactoren voor het ontwikkelen van long COVID onder meer leeftijd, geslacht en pre-existente aandoeningen omvatten.
Recent onderzoek toont aan dat SARS-CoV-2 infectie langdurige plasmacellen in het beenmerg kan induceren, wat kan bijdragen aan de immunologische geheugenrespons.
De monitoring van SARS-CoV-2 varianten is van belang om de effectiviteit van vaccins en andere preventieve maatregelen te beoordelen.
Het is mogelijk om asymptomatisch geïnfecteerd te raken met SARS-CoV-2, wat de verspreiding van het virus bemoeilijkt.
De richtlijnen rondom ziekte en koorts in de kinderopvang zijn erop gericht de gezondheid en veiligheid van kinderen en personeel te waarborgen. Specifieke aandacht is besteed aan de maatregelen rondom COVID-19, die in de loop van de tijd zijn aangepast op basis van nieuwe inzichten. Het naleven van hygiënemaatregelen en het volgen van de richtlijnen van de GGD en het RIVM zijn essentieel om de verspreiding van ziekten te voorkomen. De informatie benadrukt het belang van 24 uur koortsvrij zijn als criterium voor terugkeer naar de kinderopvang en de specifieke procedures bij COVID-19 gerelateerde situaties.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet