Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De inzet van zelfstandige pedagogisch medewerkers (PM’ers), vaak aangeduid als zzp’ers, in de kinderopvang is de afgelopen tijd aanzienlijk afgenomen. Deze ontwikkeling is voornamelijk te wijten aan strengere handhaving van regels rondom schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst, voortkomend uit de wet DBA die sinds 1 januari 2025 van kracht is. Dit artikel beschrijft de huidige situatie, de redenen achter de verschuiving en de mogelijkheden die nog bestaan voor zzp’ers in de kinderopvangsector.
Uit onderzoek van ABN AMRO blijkt dat de inzet van zzp’ers in de dagopvang en buitenschoolse opvang (bso) met 70 procent is afgenomen. De meeste voormalige zzp’ers zijn nu in loondienst, direct bij kinderopvangorganisaties of via uitzendbureaus en detacheerders. In 2024 werd nog ongeveer 10 procent van de kinderopvang verzorgd door circa 17.000 zzp’ers, wat neerkomt op ongeveer 6 miljoen kinderopvanguren per maand voor 90.000 kinderen. In 2025 is dit beeld drastisch veranderd, waarbij organisaties zoals Babilou Family aangeven geen zzp’ers meer in te zetten.
Het risico op schijnzelfstandigheid is groot in de kinderopvang, met name voor PM’ers die direct met kinderen werken. De Belastingdienst hanteert de criteria uit het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad uit 2023, waarbij negen gezichtspunten worden gebruikt om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (werknemer) of een opdrachtovereenkomst (zzp’er). Een hoge mate van inbedding en aansturing binnen de organisatie wijst vaak op een werknemersrelatie, waardoor de zzp-constructie niet houdbaar is.
De wet DBA, die sinds 1 januari 2025 strenger wordt gehandhaafd, is de belangrijkste oorzaak van de verschuiving. De wet is bedoeld om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en werknemersrechten te beschermen. Kinderopvangorganisaties zijn voorzichtig geworden met het inschakelen van zzp’ers, omdat het risico op boetes en naheffingen door de Belastingdienst groot is.
Hoewel de mogelijkheden in de dagopvang en bso zijn afgenomen, blijven er nog wel kansen voor zzp’ers in de kinderopvangsector. Met name in de gastouderopvang, waar relatief veel zelfstandige gastouders actief zijn (ongeveer 7.500), is er minder risico op schijnzelfstandigheid. Ook in specialistische diensten, zoals muziekles of sportles, en bij invaldiensten met spoed kan zzp-werk nog steeds mogelijk zijn.
Tadaah, een onlineplatform voor zzp-bemiddeling in de kinderopvang, heeft dertien specifieke zelfstandigheidscriteria opgesteld, gebaseerd op de negen gezichtspunten van de Hoge Raad. Volgens Steven Lenderink, algemeen directeur van Tadaah, kunnen PM’ers nog steeds als zzp’er werken als aan deze criteria wordt voldaan, bijvoorbeeld bij spoed of invaldiensten die kort van tevoren worden aangekondigd. Tadaah ziet ook een trend waarbij mensen een loondienstverband combineren met ondernemerschap via het platform, waardoor ze de zekerheid van een baan combineren met de autonomie van een zelfstandige.
Voor PM’ers die overwegen om in loondienst te gaan werken, zijn er verschillende voordelen. Deze omvatten financiële zekerheid door een vast salaris, recht op secundaire arbeidsvoorwaarden zoals doorbetaling bij ziekte, vakantiegeld en pensioenopbouw, een stabiele werkrelatie en mogelijkheden voor scholing en ontwikkeling. CNV benadrukt deze voordelen en wijst op de stabiliteit die loondienst biedt.
De afname van zzp’ers in de kinderopvang gaat vooral over de dagopvang en bso. Het aantal zzp’ers in de gastouderopvang neemt ook af, maar dit komt deels doordat de gastouderopvang de laatste vijf jaar sterk is gekrompen (met 40 procent), terwijl de dagopvang en bso zijn gegroeid. De wet DBA speelt hier een minder grote rol.
Voor zzp’ers in de regio Den Haag biedt Kids and Carrots een oplossing in de vorm van een regionale flexpool. Dit biedt de vrijheid om zelf te bepalen waar en wanneer gewerkt wordt, terwijl er toch een relatie met een werkgever bestaat. PM’ers in de flexpool werken voor Kids and Carrots en zusterorganisaties in de regio, waarbij de werklocaties in overleg worden bepaald.
De verschuiving van zzp naar loondienst in de kinderopvang is een ingrijpende verandering. Kinderopvangorganisaties proberen zzp’ers over te halen met flexibele arbeidscontracten. Het is belangrijk voor zzp’ers om zich te informeren over de nieuwe regels en te bepalen of ze nog als zelfstandige kunnen blijven werken of dat loondienst een betere optie is. De publicaties "Wanneer is sprake van loondienst?" en "Arbeidsrelaties: zzp - ja of nee?" van de Belastingdienst kunnen hierbij behulpzaam zijn.
De kinderopvangsector ondergaat een significante verandering als gevolg van de strengere handhaving van de wet DBA en het risico op schijnzelfstandigheid. De inzet van zzp’ers in de dagopvang en bso is sterk afgenomen, en de meeste voormalige zzp’ers zijn nu in loondienst. Hoewel er nog mogelijkheden blijven voor zzp’ers in de gastouderopvang en specialistische diensten, is het belangrijk voor PM’ers om zich goed te informeren over de nieuwe regels en hun positie in de veranderende arbeidsmarkt. De verschuiving naar loondienst biedt voordelen zoals financiële zekerheid en secundaire arbeidsvoorwaarden, maar vereist ook een aanpassing aan een meer gestructureerde werkomgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet