Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De organisatie van kinderopvang verschilt aanzienlijk tussen Nederland en Zweden. In Zweden is kinderopvang een belangrijk onderdeel van het maatschappelijk beleid, gericht op het mogelijk maken van werk en gezin voor alle ouders. Dit artikel beschrijft de kenmerken van de Zweedse kinderopvang, de kosten, de pedagogische aanpak en vergelijkt deze met de situatie in Nederland, gebaseerd op beschikbare informatie.
In Zweden gaan bijna alle kinderen vanaf 1,5 jaar oud naar de förskola, de Zweedse vorm van kinderopvang. Het is daar volkomen normaal dat kinderen vijf dagen per week naar de opvang gaan. Dit staat in contrast met Nederland, waar dit minder gebruikelijk is en vaak wordt gezien als onwenselijk, met de gedachte dat het niet goed zou zijn voor de ontwikkeling van het kind om zo vaak van huis te zijn. In Nederland wordt vaak gekozen voor deeltijd werken of de inzet van grootouders en andere naasten om de zorg voor kinderen te combineren met werk.
De Zweedse overheid beschouwt kinderopvang als een essentieel middel om het voor iedereen mogelijk te maken te werken, ongeacht de gezinssituatie. Dit resulteert in een hoge toegankelijkheid en lage drempels voor gebruik. Gemeenten garanderen een plek voor ieder kind vanaf 1,5 jaar.
Een significant verschil tussen de twee landen zit in de kosten van kinderopvang. In Zweden zijn de kosten afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen. De overheid bepaalt dat ouders één tot drie procent van hun gezinsinkomen aan kinderopvang mogen besteden. Het maximumbedrag dat ouders betalen is ongeveer 1260 Zweedse kronen per maand, wat overeenkomt met ongeveer 140 euro. De armste ouders betalen helemaal niets.
In Nederland zijn de kosten van kinderopvang aanzienlijk hoger, wat een belangrijke drempel kan vormen voor ouders.
De förskola in Zweden heeft een duidelijk pedagogisch programma, met aandacht voor de emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling van kinderen. De aanpak is spelenderwijs, maar er is aandacht voor verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals rekenen, taal, natuurwetenschappen, cultuur, voeding, beweging, samenleven en persoonlijke ontwikkeling. Elke week worden in de nieuwsbrief aan ouders punten uitgelicht die laten zien hoe de kinderen aan het programma hebben gewerkt.
De groepsgrootte in Zweden is gereguleerd. Voor kinderen tot 3 jaar zijn de groepen 6 tot 12 kinderen groot, en voor kinderen van 4 tot 6 jaar bestaan de groepen uit 9 tot 15 kinderen. Gemiddeld zijn er 5,2 kinderen per pedagogisch medewerker. Hoewel dit richtlijnen zijn, komen groepen van 25 of meer leerlingen met één leerkracht in Zweden niet voor.
De manier waarop kinderen wennen aan de kinderopvang verschilt ook tussen Nederland en Zweden. In Nederland is het gebruikelijk om een kind eerst een uurtje te brengen, dan een ochtend, en vervolgens een korte dag. In Zweden is er een proces genaamd inskolning. De eerste week draait het kind volledig mee, waarbij één van de ouders (of grootouders) de hele dag aanwezig is, ook tijdens het middagslaapje. De overheid faciliteert dit door een vergoeding te geven als ouders vrij moeten nemen voor de inskolning.
Zweden staat bekend om zijn streven naar gendergelijkheid, en dit is ook terug te zien in de kinderopvang. In Nederland wordt bij ziekte van een kind op de crèche vaak eerst de moeder gebeld. In Zweden wordt zowel de vader als de moeder gelijkelijk benaderd, wat het idee van gelijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding benadrukt.
Hoewel de Zweedse kinderopvang vaak als ideaal wordt gezien, is het belangrijk om kritisch te kijken en nuances aan te brengen. Een opiniestuk in een Nederlandse krant benadrukte dat Nederlandse vrouwen soms een opgejaagd gevoel ervaren, mede door het relatief korte zwangerschapsverlof en de hoge kosten en beperkte beschikbaarheid van kinderopvang.
Het is belangrijk om te onthouden dat de Zweedse financiering van kinderopvang indirect via hogere inkomstenbelasting wordt betaald.
Een typische dag in de Zweedse kinderopvang ziet er als volgt uit:
De nadruk ligt op spelenderwijs leren en een evenwichtige dagindeling met aandacht voor verschillende ontwikkelingsgebieden.
Iedereen die in de Zweedse kinderopvang werkt, is hoog opgeleid. Er wordt veel aandacht besteed aan de emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling van de kinderen. De groepen zijn klein en er is voldoende begeleiding. De kwaliteit van de opvang wordt hoog geacht, en is waarschijnlijk beter dan wat ouders thuis kunnen bieden.
De Zweedse kinderopvang kenmerkt zich door hoge toegankelijkheid, lage kosten, een duidelijk pedagogisch programma en een focus op gendergelijkheid. De förskola speelt een cruciale rol in het mogelijk maken van werk en gezin voor Zweedse ouders. Hoewel de Zweedse aanpak niet zonder kritiek is, biedt het een interessant model voor andere landen, waaronder Nederland, die streven naar een betere balans tussen werk en privé en een kwalitatief hoogwaardige kinderopvang voor alle kinderen. De verschillen in beleid en cultuur tussen Nederland en Zweden zijn duidelijk zichtbaar in de manier waarop kinderopvang wordt georganiseerd en ervaren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet