Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De financiering van kinderopvang kan complex zijn, zeker voor ouders die gebruikmaken van bijstand of andere vormen van inkomensondersteuning. Deze regelingen zijn onderhevig aan verandering, zoals blijkt uit recente wetswijzigingen die in 2018 van kracht werden. Dit artikel biedt een overzicht van de regels rondom kinderopvangtoeslag, terugvordering, boetes en de mogelijkheden voor compensatie voor ouders die een uitkering ontvangen. De informatie is gebaseerd op gemeentelijke verordeningen en de Wet kinderopvang.
Aanvraag en Vereisten voor Kinderopvangtoeslag
De kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd bij de gemeente waar de ouder woont. De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren en moet vergezeld gaan van een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau. Het is essentieel dat de kinderopvanglocatie is ingeschreven in een gemeentelijk register, zoals vereist door de Wet kinderopvang. Een verhoging van de toeslag, bijvoorbeeld bij een toename van het aantal uren kinderopvang, vereist een nieuwe aanvraag. Een vermindering van de omvang van de kinderopvang hoeft niet te worden aangevraagd, maar moet wel onmiddellijk aan de gemeente worden gemeld. Indien de aanvrager een partner heeft, dient deze de aanvraag mede te ondertekenen.
Terugvordering van Tegemoetkomingen
In situaties waarin een besluit tot het verlenen of vaststellen van de tegemoetkoming wordt ingetrokken of ten nadele van de ouder wordt gewijzigd, kan de gemeente het reeds betaalde bedrag terugvorderen. De regels voor terugvordering zijn grotendeels gebaseerd op de bepalingen in de Wet werk en bijstand (Wwb). Dit betekent dat het terug te vorderen bedrag verrekend kan worden met toekomstige tegemoetkomingen die aan de ouder worden verstrekt. De gemeente dient in het besluit tot terugvordering de wijze van terugvordering te specificeren.
Bestuurlijke Boetes en Uitzonderingen
Naast de terugvordering van reeds verstrekte tegemoetkomingen, kan de gemeente in bepaalde gevallen een bestuurlijke boete opleggen. Dit is met name het geval wanneer een ouder zijn inlichtingenplicht niet nakomt. De Wet kinderopvang specificeert echter situaties waarin het opleggen van een bestuurlijke boete niet is toegestaan. Deze uitzonderingen omvatten gevallen waarin de overtreder is overleden, reeds eerder voor dezelfde overtreding is bestraft, of wanneer er meer dan vijf jaar zijn verstreken sinds de overtreding plaatsvond. De procedure voor het opleggen van een bestuurlijke boete is vastgelegd in de artikelen 77 tot en met 84 van de Wet kinderopvang.
Compensatie voor Doelgroepouders met een Uitkering
Voor ouders die een uitkering ontvangen, zoals een bijstandsuitkering, IOAW- of IOAZ-uitkering, kunnen er mogelijkheden zijn voor compensatie van de kosten van kinderopvang. Deze compensatie is bedoeld voor ouders die een re-integratiotraject volgen of parttime werken, studeren met studiefinanciering, minderjarig zijn en naar school gaan, of verplicht deelnemen aan een inburgeringscursus. De compensatie omvat de vergoeding van de eigen bijdrage, evenals de meerkosten die boven het tarief van de Belastingdienst uitkomen.
Specifieke Situaties en Verplichtingen voor Compensatie
Om in aanmerking te komen voor de compensatie, gelden specifieke voorwaarden. Wanneer er sprake is van een partner, dienen beide ouders tot de doelgroep te behoren. Er zijn verschillende situaties waarin een ouder in aanmerking kan komen, waaronder:
- De ouder of partner ontvangt een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.
- De ouder is jonger dan 18 jaar, volgt onderwijs en ontvangt algemene bijstand.
- De ouder of partner is ingeschreven bij een school of instelling voor onderwijs.
- De ouder of partner ontvangt een WW-uitkering en neemt deel aan een voorziening voor arbeidsinschakeling.
- De ouder of partner is arbeidsgehandicapt en maakt gebruik van een voorziening voor arbeidsinschakeling.
- De ouder is een nieuwkomer die een inburgeringsprogramma volgt.
- De gemeente heeft een sociaal-medische indicatie vastgesteld.
Beleidsregels en Voorliggende Voorziening
De Wet kinderopvang wordt beschouwd als een voorliggende voorziening. Dit betekent dat in beginsel geen bijzondere bijstand wordt verleend voor de kosten van kinderopvang. Echter, in bepaalde gevallen kan het college re-integratiemiddelen inzetten om deze kosten te dekken.
Inwerkingtreding van de Wet Kinderopvang en Sociaal-Medische Indicatie
Artikel 6, eerste lid onder k en l, en artikel 23 van de Wet Kinderopvang zijn in 2005 nog niet in werking getreden. Dit had tot gevolg dat de sociaal-medische doelgroep in 2005 geen aanspraak kon maken op tegemoetkomingen op grond van de Wet kinderopvang. Gemeenten konden ook niet op basis van artikel 23 van de Wet Kinderopvang besluiten afgeven waarin ouders tot deze doelgroep werden gerekend.
Informatie over Veranderingen in de Kinderopvang
In het kader van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een website gelanceerd (www.veranderingenkinderopvang.nl) met informatie over de wijzigingen in de kinderopvang. Daarnaast organiseert het ministerie bijeenkomsten voor ondernemers over dit onderwerp.
Conclusie
De regels rondom kinderopvangtoeslag en bijstand zijn complex en vereisen een zorgvuldige aanvraagprocedure. Ouders die een uitkering ontvangen, kunnen mogelijk in aanmerking komen voor compensatie van de kosten van kinderopvang, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het is belangrijk om de actuele regelgeving te raadplegen en tijdig contact op te nemen met de gemeente voor advies en ondersteuning. De Wet kinderopvang is een voorliggende voorziening, wat betekent dat andere vormen van bijstand in beginsel niet van toepassing zijn. De informatie in dit artikel is gebaseerd op de beschikbare gemeentelijke verordeningen en de Wet kinderopvang, en dient te worden beschouwd als een algemeen overzicht.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
