Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvang in Nederland ondergaat significante veranderingen per 1 juli 2024. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de kwaliteit van de opvang te verbeteren en de flexibiliteit voor ouders te vergroten. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste aanpassingen in de wetgeving, gebaseerd op recente publicaties en wetsvoorstellen.
Een belangrijke wijziging betreft de berekening van de beroepskracht-kindratio (BKR). Vanaf 1 juli 2024 wordt de BKR berekend op locatieniveau in plaats van per groep. Dit maakt een efficiëntere inzet van personeel mogelijk. In de buitenschoolse opvang (BSO) mag er op drukke momenten maximaal één kind extra per beroepskracht worden opgevangen. In de dagopvang is de maximale ratio drie kinderen per pedagogisch medewerker.
De nieuwe regelgeving maakt het mogelijk dat beroepskrachten in opleiding (BKA) onder bepaalde voorwaarden meetellen als vast gezicht in de kinderopvang. Dit is echter alleen toegestaan als er een begeleidingsplan is opgesteld voor de betreffende BKA. Dit biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van toekomstige professionals en kan bijdragen aan continuïteit van de zorg.
Kindercentra krijgen de mogelijkheid om opvang aan te bieden op schoolluwe dagen op een andere locatie dan de reguliere vestigingsplaats. Dit kan bijvoorbeeld in een ander kindercentrum in de buurt. Deze flexibiliteit kan ouders helpen die behoefte hebben aan opvang buiten de gebruikelijke openingstijden of locaties.
Om het personeelstekort in de kinderopvang aan te pakken, mogen anders-gekwalificeerde beroepskrachten pedagogisch werk verrichten, mits zij een door de minister goedgekeurde pedagogische module hebben gevolgd. Dit biedt een mogelijkheid om meer mensen aan de sector te binden en de continuïteit van de opvang te waarborgen.
De Wet kinderopvang en buitenschoolse opvang (Wko) wordt gewijzigd om de regels duidelijker en eenvoudiger te begrijpen te maken. Verschillende artikelen van de Wko zijn aangepast of vernummerd, onder andere om technische onvolkomenheden te corrigeren en de wetgeving te moderniseren. Zo worden de artikelen 3.13 en 3.14 van de Wko vernummerd tot 3.8h en 3.8i, aangezien het overgangsbepalingen betreft en geen slotbepalingen.
De wetgeving vereist niet langer een schriftelijke overeenkomst tussen gastouder en ouder. Hoewel dergelijke overeenkomsten in de praktijk vaak voorkomen, is er geen wettelijke verplichting. De regels omtrent overeenkomsten zijn wel van toepassing op de relatie tussen ouders en kindercentra, en tussen ouders en gastouderbureaus.
Er worden regels gesteld over de informatie die een kindercentrum aan de ouders moet verstrekken. Dit kan bijvoorbeeld een jaaroverzicht betreffen, vergelijkbaar met de regeling die al geldt voor gastouderbureaus ten behoeve van de Belastingdienst. Het doel is om de transparantie te vergroten en ouders beter te informeren over de opvang van hun kind.
Er komen nieuwe regels voor de inzet van pedagogisch medewerkenden met een strafblad. De details van deze regels zijn niet verder uitgewerkt in de beschikbare documenten, maar het is duidelijk dat er meer aandacht zal zijn voor de veiligheid van kinderen in de kinderopvang.
De Wet kinderopvang BES, gepubliceerd op 4 juni, heeft als doel de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang in Caribisch Nederland te verbeteren. De wet zal naar verwachting per 1 juli 2025 in werking treden en bevat eisen ten aanzien van kwaliteit, financiering en toezicht. Het kabinet werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarin nadere regels worden opgenomen. De tijdelijke subsidieregeling Financiering Kinderopvang Caribisch Nederland wordt verlengd tot de wet van kracht is.
Het programma BES(t) 4 kids wordt verlengd tot en met 2028, met een extra jaarlijkse investering van € 1,25 miljoen. De financiële middelen zijn verdeeld over de jaren 2023 tot en met 2029, met een stijgende lijn in de uitgaven voor kinderopvang. De tabel hieronder geeft een overzicht van de financiële investeringen:
Jaar | Art. | Verplichtingen | Uitgaven | Kinderopvang |
---|---|---|---|---|
2023 | 4.436.342 | 4.440.566 | 4.440.566 | |
2024 | 5.042.523 | 5.045.805 | 5.045.805 | |
2025 | 5.559.980 | 5.561.980 | 5.561.980 | |
2026 | 6.829.196 | 6.829.196 | 6.829.196 | |
2027 | 7.421.350 | 7.421.350 | 7.421.350 | |
2028 | 7.638.737 | 7.638.737 | 7.638.737 | |
2029 | 7.850.086 | 7.850.086 | 7.850.086 |
Ondanks de intentie om de kwaliteit van de kinderopvang te behouden, zijn er zorgen over de risico's die de herijking van het IKK met zich meebrengt. In combinatie met de personeelstekorten en de daarmee gepaard gaande daling van de kwaliteit, zijn er zorgen over de toegankelijkheid en de algehele kwaliteit van de kinderopvang. BOinK, een organisatie die de belangen van ouders en oudercommissies behartigt, is actief betrokken bij dit proces en adviseert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De directeur van de GGD, verantwoordelijk voor het GGD-toezicht in een gemeente, is belast met het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen. Deze directeur mandateert zijn toezichthoudende bevoegdheden aan medewerkers die werkzaam zijn als toezichthouder met betrekking tot de Wko. De aanpassingen in de wetgeving zijn voornamelijk technisch van aard en hebben betrekking op de formulering van de wet.
De nieuwe wetgeving kinderopvang per 1 juli 2024 brengt belangrijke veranderingen met zich mee die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit en flexibiliteit van de opvang. De aanpassingen in de beroepskracht-kindratio, de mogelijkheid tot kindercentrum-overstijgende opvang, en de inzet van anders-gekwalificeerde beroepskrachten zijn bedoeld om de sector te versterken en de continuïteit van de zorg te waarborgen. Hoewel er zorgen zijn over de impact van de herijking van het IKK en de personeelstekorten, is het van belang dat alle betrokken partijen zich op de hoogte stellen van de nieuwe regels om een goede keuze te kunnen maken voor de kinderopvang van hun kind. De Wet kinderopvang BES zal naar verwachting per 1 juli 2025 in werking treden en zal de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang in Caribisch Nederland verbeteren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet