Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De Wet kinderopvang ondergaat diverse wijzigingen die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en flexibiliteit van kinderopvang in Nederland. Deze aanpassingen, voortkomend uit evaluaties van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang (Wet IKK) en gesprekken met de sector, hebben betrekking op zowel de dagopvang, buitenschoolse opvang als gastouderopvang. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en hun implicaties.
In 2018 trad de Wet IKK in werking met als doel de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren en meer ruimte te bieden voor maatwerk. Een evaluatie in 2022 toonde aan dat de kwaliteit van de kinderopvang in het algemeen is gestegen, mede door de concretisering van de eisen ten aanzien van het pedagogisch beleidsplan. Echter, de evaluatie identificeerde ook punten waar de kwaliteitseisen in de praktijk niet altijd het gewenste effect hadden en soms zelfs een negatief effect konden hebben. Een voorbeeld hiervan is de aangepaste beroepskracht-kind ratio voor de buitenschoolse opvang, die leidde tot een hogere werkdruk voor beroepskrachten.
Op grond van de Wet kinderopvang is kinderopvang gebaseerd op een overeenkomst tussen de houder van een kindercentrum en de ouder. De hoofdregel is dat kindercentrum-overstijgende opvang, waarbij een kind gebruik maakt van opvanglocaties van verschillende kindercentra, alleen is toegestaan als dit expliciet in de overeenkomst is vastgelegd en door de ouders is ondertekend. Dit kon administratieve lasten met zich meebrengen, met name bij structurele opvang in meerdere centra. Een wijziging in de wet maakt nu een uitzondering voor kindercentrum-overstijgende opvang tijdens schoolvrije dagen. Gedurende deze dagen is opvang op verschillende locaties mogelijk zonder dat dit vooraf in de overeenkomst hoeft te worden vastgelegd, waardoor de administratieve lasten voor de houders van de kindercentra worden verminderd.
Een belangrijk aspect van de wetswijzigingen betreft de verbetering van de kwaliteit van de gastouderopvang. Er worden extra kwaliteitseisen wettelijk geregeld, waaronder de verplichting voor gastouders om een pedagogisch werkplan op te stellen, permanente educatie te volgen en pedagogische coaching te ontvangen van gastouderbureaus. De pedagogische doelen van professor Marianne Riksen-Walraven worden concreter verankerd in de definitie van verantwoorde kinderopvang bij gastouderopvang.
Met de wetswijziging wordt de rol van pedagogisch beleidsmedewerker geïntroduceerd voor de gastouderopvang. Deze medewerker heeft de taak om gastouders te coachen in het bieden van verantwoorde kinderopvang. Er zijn nog vragen over de criteria en competenties waar deze medewerkers aan moeten voldoen, de resultaatgebieden voor deze functie, en hoe de kwaliteit van de coaching zal worden gemonitord en geëvalueerd. Er is bezorgdheid over de capaciteit, aangezien er momenteel al een tekort aan personeel in de kinderopvangsector bestaat. De coaching zal drie uur per jaar per gastouder plaatsvinden, en het is nog onduidelijk of deze coaching verplicht zal zijn voor alle gastouders of alleen voor degenen die niet aan de kwaliteitseisen voldoen. De financiering van deze coaching is eveneens nog niet volledig uitgewerkt.
Vanaf 1 januari 2025 geldt voor pedagogisch medewerkers in de dagopvang en buitenschoolse opvang een taaleis Nederlands. Dit is bedoeld om de communicatie met kinderen en ouders te verbeteren en de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
De Wet kinderopvang BES is gepubliceerd met als doel de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang in Caribisch Nederland te verbeteren. De wet zal naar verwachting per 1 juli 2025 in werking treden. Er wordt gewerkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarin nadere regels worden opgenomen over financiering en kwaliteit. De tijdelijke subsidieregeling Financiering Kinderopvang Caribisch Nederland wordt verlengd tot de wet van kracht is. Het kabinet verhoogt de subsidiebedragen voor de dagopvang en gastouders in 2025 en volgende jaren. Het programma BES(t) 4 kids wordt verlengd tot en met 2028, met een extra jaarlijkse investering van € 1,25 miljoen. De volgende tabel geeft een overzicht van de uitgaven voor artikel 7.0 (kinderopvang) in de periode 2023-2029 (bedragen in euro):
Jaar | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. 7.0 | 4.440.566 | 5.045.805 | 5.561.980 | 6.829.196 | 7.421.350 | 7.638.737 | 7.850.086 |
De wijziging van de wet maakt het mogelijk om zogeheten andersgekwalificeerde beroepskrachten formatief in te zetten. Dit is bedoeld om een rijk activiteitenaanbod te creëren en de brede (talenten)ontwikkeling van kinderen te stimuleren. De inzet van deze personen kan ook bijdragen aan het verminderen van de werkdruk en het arbeidsmarktekrapte in de sector.
In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de maximum uurprijzen in 2026 niet worden geïndexeerd. Dit zal de komende periode in wet- en regelgeving worden uitgewerkt.
De Sociaal-medische indicatie (SMI) is een vangnetregeling voor gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en die vanwege sociaal/medische problematiek ook niet in staat zijn de zorg voor hun kinderen volledig te dragen. Het budget voor SMI staat onder druk door een stijging van het aantal aanvragen.
Bij de totstandkoming van de wijzigingen is aandacht besteed aan de werkbaarheid voor zowel de kinderopvangorganisaties als de ouders. De wijzigingen zijn tot stand gekomen in overleg met de sectorpartijen en zijn getoetst aan de praktijk. Er is een paragraaf toegevoegd aan de nota van toelichting waarin de gevolgen voor ouders worden beschreven, en er is aandacht besteed aan de werkbaarheid voor beroepskrachten in opleiding.
De recente wijzigingen in de Wet kinderopvang zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en flexibiliteit van kinderopvang. Door de versoepeling van de regels rondom kindercentrum-overstijgende opvang, de versterking van de kwaliteitseisen voor gastouderopvang, de introductie van de pedagogisch beleidsmedewerker, en de mogelijkheid tot inzet van andersgekwalificeerde beroepskrachten, wordt getracht een beter en meer afgestemd aanbod van kinderopvang te realiseren. De financiële ondersteuning van de kinderopvang in Caribisch Nederland wordt eveneens versterkt. Het is van belang dat de implementatie van deze wijzigingen zorgvuldig plaatsvindt, met aandacht voor de werkbaarheid voor alle betrokken partijen en de monitoring van de effecten op de kwaliteit van de opvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet