Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvang is een essentiële voorziening voor veel ouders, en het is van groot belang dat kinderen daar veilig en gezond kunnen verblijven. Wettelijke eisen en richtlijnen zijn opgesteld om een kwalitatieve opvang te garanderen. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste aspecten van veiligheid en kwaliteit in de kinderopvang, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het toezicht door de GGD is cruciaal voor veilige, gezonde en kwalitatieve kinderopvang. Echter, de implementatie van wetten en regels kan soms als betuttelend worden ervaren door pedagogisch professionals. De vraag of mentorschap en 100% toezicht nog steeds noodzakelijk zijn, blijft een punt van discussie.
Om een veilige en gezonde omgeving te creëren, zijn er specifieke eisen waaraan kinderopvanglocaties moeten voldoen. Zo moet er minimaal 3,5 m² binnenspeelruimte per aanwezig kind zijn. Indien gebruik wordt gemaakt van klaslokalen, moeten deze voldoen aan de wettelijke eisen voor binnenspeelruimte. Daarnaast is voldoende gezonde voeding en beweging essentieel. Organisaties dienen regels en afspraken te hebben over hygiëne en het voorkomen van onverantwoorde risico’s.
Organisaties in de kinderopvang zijn verplicht een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid te hebben dat voldoet aan de wettelijke eisen. Het doel hiervan is om kinderen te beschermen tegen grote risico’s en hen te leren omgaan met kleine risico’s. Dit beleid omvat maatregelen om ongelukken te voorkomen, zoals het voorkomen dat kinderen hun vingers tussen deuren beknellen of in aanraking komen met elektriciteit. De oudercommissie heeft adviesrecht over dit beleid, en de GGD controleert de naleving ervan.
Voor 2018 werkten veel organisaties met een ‘risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid’. Deze mogen nog steeds gebruikt worden, mits ze voldoen aan de eisen van de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) die in 2018 is ingegaan. Naast de RI&E voor de veiligheid van kinderen, is een RI&E gericht op de arbeidsomstandigheden van werknemers ook verplicht. Organisaties bepalen zelf welke risico’s in het veiligheidsbeleid moeten staan, in overleg met de pedagogisch medewerkers en de oudercommissie.
Indien er tijdens openingsuren slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is, moet de organisatie een achterwachtregeling opnemen in het veiligheidsbeleid. De achterwacht moet binnen 15 minuten aanwezig kunnen zijn in geval van nood.
Kinderdagverblijven dienen bij de dagopvang te werken volgens het vierogenprincipe. Dit betekent dat er altijd één volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een pedagogisch medewerker. De precieze invulling van deze eis kan per kinderdagverblijf verschillen. De kinderopvangorganisatie moet de oudercommissie hierover informeren en om advies vragen.
Iedereen die woont, werkt of structureel aanwezig is op een locatie voor kinderopvang, moet zich inschrijven in het Personenregister kinderopvang (PRK). Deze personen worden continu gescreend op strafbare feiten.
Tijdens de opvang moet minimaal één volwassene aanwezig zijn met een kinder-EHBO-certificaat. Dit hoeft geen pedagogisch medewerker te zijn, en een geldig kinder-EHBO-certificaat behaald tijdens een BHV-cursus is ook voldoende. Indien de dagopvang en de buitenschoolse opvang zich op één locatie bevinden, moet er voor iedere opvangvorm afzonderlijk ten minste één volwassene met een certificaat aanwezig zijn, tenzij het gaat om een gecombineerde groep, dan is één volwassene voldoende.
De vaccinatiegraad in Nederland is hoog, gemiddeld meer dan 90%. Om ziekten uit te roeien, is een nog hogere vaccinatiegraad gewenst. De overheid neemt maatregelen om dit te bereiken, en er is een discussie gaande over het weigeren van niet-gevaccineerde kinderen door kinderopvang of scholen.
De Onderwijsraad beveelt aan om het benutten van talige diversiteit standaard op te nemen in de bekwaamheidseisen van leraren en pedagogisch medewerkers. Onderwijsprofessionals moeten de mogelijkheid krijgen om kennis op te doen en expertise te delen op dit gebied, door middel van bijscholing, tijd, materialen en hulpmiddelen.
Wet- en regelgeving biedt ruimte om de taal van het land van oorsprong mede als taal voor het onderwijs te gebruiken voor leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond, mits dit volgens een gedragscode van het bevoegd gezag gebeurt. De Onderwijsraad pleit ervoor dat de overheid en sectorraden scholen actief informeren over deze mogelijkheden en hen stimuleren deze te benutten.
De Onderwijsraad roept de overheid op om de ontwikkeling van meertalige toetsen en leermiddelen te stimuleren. Dit kan leraren helpen om beter in kaart te brengen wat een kind al weet en kan, en om een kansrijk advies voor het voortgezet onderwijs te geven.
Het veiligheidsbeleid moet actueel worden gehouden. Veranderingen in de omgeving, zoals verbouwingen of wijzigingen in het gebruik van de ruimte, of wanneer blijkt dat bepaalde maatregelen niet goed werken, vereisen aanpassingen in het beleid. Pedagogisch medewerkers moeten op de hoogte zijn van het beleid en het kunnen uitvoeren.
De veiligheid en kwaliteit van kinderopvang zijn van groot belang. Wettelijke eisen en richtlijnen, zoals het toezicht door de GGD, het vierogenprincipe, de verplichting van een EHBO'er, en het veiligheids- en gezondheidsbeleid, dragen bij aan een veilige en gezonde omgeving voor kinderen. Daarnaast is het benutten van talige diversiteit een belangrijk aspect van kwalitatief onderwijs en opvang. Het is essentieel dat organisaties het beleid actueel houden en dat pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van de geldende regels en procedures.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet