Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) ondergaat diverse wijzigingen met als doel de veiligheid van kinderen te waarborgen en de transparantie binnen de sector te vergroten. Deze aanpassingen omvatten onder meer aanscherping van de vereisten voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG), de invoering van een meldplicht voor professionals, en verplichtingen met betrekking tot informatieverstrekking en websites voor kinderopvangorganisaties.
Een belangrijk aspect van de wetswijziging betreft de uitbreiding en aanscherping van de plicht tot het overleggen van een verklaring omtrent het gedrag. Dit is een cruciale maatregel om de veiligheid van kinderen in kindercentra, gastouderopvang en peuterspeelzalen te waarborgen. De wetgeving voorziet in een strengere controle op het verleden van personen die met kinderen werken, met als doel ongeschikte individuen uit de sector te weren.
Naast de aanscherping van de VOG-plicht wordt een meldplicht voor professionals ingevoerd. Dit betekent dat personen werkzaam in de kinderopvang verplicht zijn om een redelijk vermoeden van een zedendelict of kindermishandeling te melden bij de bevoegde instanties. De Inspectie van het onderwijs adviseert om in geval van een dergelijk vermoeden de zwaarst mogelijke sanctie op te leggen, namelijk verwijdering van de kinderopvangorganisatie uit het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De gemeente, als verantwoordelijke instantie voor het toezicht, bepaalt uiteindelijk de op te leggen sanctie.
De wetgeving legt een grotere nadruk op transparantie binnen de kinderopvangsector. Om dit te bereiken worden houders van kindercentra, peuterspeelzalen en gastouderbureaus verplicht om over een website te beschikken. Op deze website dient voldoende informatie te staan over de organisatie, inclusief informatie over eventuele vestigingen. Dit stelt ouders in staat om een weloverwogen keuze te maken op basis van prijs en kwaliteit. De prestaties van verschillende kinderopvangvoorzieningen dienen beter met elkaar te worden vergeleken, waardoor ouders een bewuste keuze kunnen maken voor een voorziening die kwaliteit boven het basisniveau biedt.
Tot voor kort was het gebruikelijk dat gastouderbureaus een jaaroverzicht opstelden ten behoeve van de Belastingdienst/Toeslagen. Echter, ouders ontvingen deze overzichten niet altijd. De wetswijziging maakt het mogelijk om regels te stellen over de informatie die een kindercentrum aan ouders moet verstrekken, waaronder een jaaroverzicht. Dit draagt bij aan de financiële transparantie en stelt ouders in staat om de kosten van kinderopvang beter te overzien.
Naast de bovengenoemde maatregelen zijn er diverse technische aanpassingen doorgevoerd in de Wko en de bijbehorende regelgeving. Zo zijn artikelen vernummerd en zijn definities aangepast om de wetgeving te verduidelijken en te moderniseren. De aanpassingen in artikel 3.11 van de Wko zijn een gevolg van eerdere wetswijzigingen met betrekking tot de kinderopvangtoeslag en de integratie van tegemoetkomingen van gemeenten en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen in de toeslag.
De GGD speelt een belangrijke rol bij het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. De wetgeving bepaalt dat de directeur van de GGD verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving. Deze bevoegdheden worden gemandateerd aan toezichthouders die werkzaam zijn binnen de GGD. De Inspectie van het onderwijs adviseert de GGD om de verplichting tot het opstellen van een meldcode op te nemen in het GGD-toetsingskader. Dit zorgt ervoor dat de meldcode effectief wordt geïmplementeerd en nageleefd.
De wijzigingsvoorstellen zijn technisch becommentarieerd door het Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Belastingdienst/Toeslagen. Waar mogelijk is tegemoet gekomen aan dit commentaar om de uitvoerbaarheid van de wetgeving te waarborgen. DUO heeft met name commentaar geleverd op de bevoegdheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om zelfstandig wijzigingen door te voeren in het LRKP, maar acht de wetgeving in zijn geheel uitvoerbaar.
De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. In geval van overtredingen kan de gemeente sancties opleggen, waaronder het uitschrijven uit het LRKP. De Inspectie van het onderwijs adviseert om bij een redelijk vermoeden van een zedendelict of kindermishandeling de zwaarst mogelijke sanctie op te leggen.
De regels voor buitenlandse kinderopvang zijn aangepast. Voorzieningen buiten een andere lidstaat van de EU, EER of Zwitserland zijn per 1 juli 2012 verwijderd uit het register buitenlandse kinderopvang. Voor kinderopvang in België en Duitsland gelden specifieke regels met betrekking tot de inschrijving in het register.
De wetswijzigingen in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen zijn gericht op het verbeteren van de veiligheid van kinderen en het vergroten van de transparantie binnen de sector. Door de aanscherping van de VOG-plicht, de invoering van een meldplicht voor professionals, en de verplichting tot het verstrekken van informatie en het onderhouden van een website, worden ouders beter beschermd en in staat gesteld om een weloverwogen keuze te maken voor de beste kinderopvangvoorziening. De rol van de GGD, de Inspectie van het onderwijs en de gemeente is cruciaal bij het toezicht op en de handhaving van de nieuwe regelgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet