Salarisschalen en Periodieke Verhogingen in de Kinderopvang: Een Overzicht voor 2025
september 7, 2025
De organisatie van werkdagen en werktijden is een essentieel aspect van de kinderopvangsector. Een heldere en zorgvuldige planning is niet alleen belangrijk voor de kwaliteit van de opvang, maar ook voor het welzijn van de medewerkers. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en afspraken omtrent werkdagen en werktijden in de kinderopvang, gebaseerd op de geldende CAO.
De normale werktijden binnen de kinderopvang zijn vastgesteld op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 19.00 uur. Het is aan de werkgever om de specifieke werktijden te bepalen. Dit betekent dat de exacte openingstijden en sluitingstijden per locatie kunnen variëren binnen deze grenzen.
Aan het begin van een dienstverband is het van belang dat werkgever en medewerker in overleg bepalen op welke dagen de medewerker zal werken. Bij deze afspraken dient de werkgever zoveel mogelijk rekening te houden met de levensbeschouwelijke opvattingen van de medewerker. Daarnaast moeten de werkdagen passen binnen het vastgestelde basisrooster, zoals beschreven in artikel 4.2 lid 1 van de CAO.
Bij het plannen van sluitdiensten geldt dat deze minimaal tegelijkertijd met de sluitingstijd van de locatie moeten eindigen. Indien de locatie eerder leeg is dan de geplande sluitingstijd, heeft de medewerker het recht om de volledige ingeroosterde dienst uit te werken. Dit waarborgt dat medewerkers niet onnodig vroeg hun dienst beëindigen.
Er zijn situaties waarin een medewerker ingezet kan worden ter vervanging van een collega. Dit kan het geval zijn bij buitengewoon verlof van de collega, bijvoorbeeld vanwege de bevalling van haar partner, ernstige of acute ziekte van haar partner of familie, of het overlijden van haar partner of andere familieleden. Deze situaties zijn specifiek omschreven in artikel 7.8 lid 1, onder c, e en f van de CAO.
Bij het inroosteren van vervanging geldt een bepaalde prioriteit. Medewerkers met een vaste arbeidsovereenkomst (uitgezonderd 0-urencontracten) hebben voorrang op medewerkers met een 0-urencontract. Na het inroosteren van medewerkers met een 0-urencontract kan de werkgever overgaan tot het inroosteren van ingehuurd personeel, zoals uitzendkrachten en zelfstandigen zonder personeel.
De werkgever is verplicht om de medewerker minimaal 21 kalenderdagen van tevoren te informeren over de dagen en tijden waarop de medewerker moet werken. Binnen deze termijn mag de werkgever slechts in één specifieke situatie van het rooster afwijken: wanneer een zieke collega vervangen moet worden.
Indien zowel de medewerker als de werkgever de afgesproken werkdagen willen wijzigen, is overleg vereist. Een eventuele wijziging gaat in principe 3 maanden na dit overleg in, tenzij werkgever en medewerker gezamenlijk een kortere termijn overeenkomen.
Wanneer een medewerker extra uren werkt, dient de werkgever deze uren te vergoeden. De manier waarop dit gebeurt, wordt in overleg tussen werkgever en medewerker bepaald. De vergoeding kan zowel in geld als in vrije tijd plaatsvinden.
Indien de extra uren worden vergoed in tijd, mag de medewerker deze uren binnen hetzelfde kalenderjaar vrij nemen. Tijdens deze vrije uren wordt het salaris van de medewerker doorbetaald. Indien de medewerker de extra uren niet binnen hetzelfde kalenderjaar benut, kan ze deze aan het einde van het jaar toevoegen aan haar levensfasebudget (zie artikel 7.4 van de CAO).
Extra gewerkte uren die niet direct worden opgenomen als vrije tijd, kunnen worden toegevoegd aan het levensfasebudget van de medewerker. Dit budget biedt flexibiliteit om in latere jaren gebruik te maken van de opgebouwde uren.
Indien de werkgever geen jaarurensystematiek hanteert, zoals beschreven in artikel 4.6 van de CAO, gelden er specifieke regels voor de vergoeding van extra gewerkte uren. In dit geval bepalen werkgever en medewerker in overleg hoe de extra uren worden vergoed, wederom in geld of in vrije tijd.
De CAO kinderopvang bevat duidelijke richtlijnen met betrekking tot werkdagen en werktijden. Deze richtlijnen zijn bedoeld om zowel de belangen van de werkgever als die van de medewerker te waarborgen. Een goede communicatie en overleg tussen werkgever en medewerker zijn essentieel om tot een optimale planning te komen die rekening houdt met de individuele behoeften en de operationele eisen van de kinderopvanglocatie. Het is van belang dat zowel werkgevers als medewerkers zich bewust zijn van hun rechten en plichten, zoals vastgelegd in de CAO, om een eerlijke en transparante werkomgeving te creëren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet