De veiligheid van baby’s en jonge kinderen is een primaire zorg in de kinderopvang. Hoewel wiegendood een zeldzame gebeurtenis is, kan het toch voorkomen, ook in een gecontroleerde omgeving zoals een kinderopvanglocatie. Uit gegevens blijkt dat het volgen van preventieadviezen de incidentie van wiegendood drastisch kan verminderen, maar dat risico’s nooit volledig uitgesloten kunnen worden. Dit artikel beschrijft de protocollen en aanbevelingen voor veilige slaapomstandigheden en wiegendoodpreventie in de kinderopvang, gebaseerd op actuele wetenschappelijke inzichten en richtlijnen.
Risico’s en Preventie in de Kinderopvang
Het komt voor dat een baby overlijdt tijdens kinderopvang onder het beeld van wiegendood, zowel in dagverblijven als bij gastouders. Het risico lijkt relatief hoger voor jonge baby’s tussen de 3 en 9 maanden in kinderopvang dan in thuissituaties. Aandacht voor preventie en het nemen van voorzorgsmaatregelen is daarom essentieel. Alle verzorgers die professioneel betrokken zijn bij de opvang moeten kennisdragen van de preventieaanbevelingen, zoals gepubliceerd in de folder ‘Veilig Slapen’ en op de website Kinderveiligheid.nl. Ouders ontvangen deze adviezen doorgaans van het consultatiebureau, verloskundigen of kraamzorg, maar indien nodig kunnen ze de folder ook bij de stichting aanvragen. Deze adviezen gelden zeker voor de eerste twee levensjaren.
Protocol voor Veilige Slaapomstandigheden
Een model-protocol voor kinderopvang is ontwikkeld in overleg met praktijkdeskundigen en sluit aan bij de richtlijn Preventie Wiegendood van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN). Dit protocol wordt voortdurend bijgewerkt op basis van de meest recente wetenschappelijke onderzoeksbevindingen. Binnen elke kinderopvanginstelling of bij gastouders moeten de praktische preventieve maatregelen bekend zijn bij alle betrokkenen, inclusief stagiaires en invallers. De leiding is verantwoordelijk voor het toezicht hierop, en op alle babyslaapkamers hangen instructies ter herinnering.
Positie tijdens het Slapen
Een van de belangrijkste preventieve maatregelen is het leggen van een baby nooit op de buik te slapen. Buikligging vergroot het risico op wiegendood met een factor vier tot vijf. Dit risico is nog hoger bij een verkouden baby of een huilbaby. Zelfs één enkele keer een baby op de buik leggen kan fatale gevolgen hebben. Er zijn uitzonderingen, namelijk bepaalde aangeboren afwijkingen waarbij buikligging tijdelijk wenselijk kan zijn. In dergelijke gevallen dient een schriftelijke verklaring van de arts van de ouders overgelegd te worden en een kopie in het dossier bewaard te worden. Ouders die zonder medische reden buikligging wensen, moeten nadrukkelijk gewezen worden op de preventieadviezen. Indien de organisatie dit toch toestaat, moet dit schriftelijk worden vastgelegd, met redenen omkleed en ondertekend door de eindverantwoordelijke ouders.
Hygiëne en Gezondheid
Naast veilige slaapomstandigheden is hygiëne van groot belang in de kinderopvang. Kinderen kunnen ziek worden en medische zorg nodig hebben tijdens hun verblijf. Beroepskrachten moeten daarom weten hoe zij hygiënisch en veilig kunnen handelen.
Thermometers
Het gebruik van thermometers kan leiden tot de verspreiding van ziekten. Om een hygiënisch gebruik te garanderen, moeten thermometerhoesjes gebruikt worden. Na elk gebruik moet de thermometer schoongemaakt worden met reinigingsdoekjes of water en allesreiniger, en daarna gedesinfecteerd volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Huid- en Wondverzorging
Bij het verzorgen van wondjes moet infectie worden voorkomen. In bloed of wondvocht kunnen virussen aanwezig zijn, zoals het hepatitis B- of C-virus of HIV. Daarom is het belangrijk om hygiënisch te werken. Voor het verzorgen van wonden moeten de handen gewassen worden voor en na de verzorging. Bij het aanbrengen van crème uit een pot moet een spatel of tissue gebruikt worden, die na gebruik weggegooid wordt. Bij het verzorgen van een bloedende wond of bij het opruimen van bloed moeten handschoenen gedragen worden.
Omgaan met Dieren
Sommige kinderopvanglocaties hebben dieren. Kinderen kunnen via direct contact besmet raken met ziekteverwekkers. Om een hygiënische omgang met dieren te garanderen, gelden de volgende normen:
- Alle dieren moeten ingeënt zijn tegen ziekten.
- Kinderen moeten leren hoe ze met dieren moeten omgaan om aanvallen, bijten of krabben te voorkomen.
- Kinderen mogen nooit alleen met dieren gelaten worden.
- Kinderen mogen dieren niet kussen.
- Kinderen mogen niet bij het dierenvoer komen en het dierenvoer moet goed bewaard worden.
- Kinderen mogen alleen onder toezicht van een volwassene dieren voeren.
- Kinderen moeten weggehouden worden van kattenbakken en andere dierenuitwerpselen.
- Zwangere werknemers mogen geen kattenbakken verschonen.
- Na contact met dieren moeten de handen goed gewassen worden met water en zeep.
Wettelijke Kaders en Toezicht
De Wet kinderopvang regelt een basisniveau aan kwaliteit waar kindercentra en gastouderbureaus aan moeten voldoen, namelijk “verantwoorde kinderopvang”. Dit omvat globale normen die bijdragen aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De minister geeft uitleg over het begrip “verantwoorde kinderopvang” en concretiseert de kwaliteitseisen op het gebied van leidster-kinderratio, groepsgrootte en opleidingseisen. Daarnaast regelt de wet concrete normen zoals medezeggenschap, risico-inventarisatie voor kindercentra en een verklaring omtrent gedrag.
Het toezicht op zowel de globale als de concrete normen wordt uitgevoerd door de Gemeenten, via de GGD. De GGD toetst uniform volgens landelijke toezichtprotocollen die door de minister worden vastgesteld.
Overige Protocollen en Beleidsplannen
Naast de protocollen voor veilig slapen en hygiëne, zijn er diverse andere protocollen die van belang zijn voor de kinderopvang, zoals:
- Brengen en haalafspraken
- Protocol bij ziekte
- Protocol voor veiligheid
- Gezonde traktaties
- Voeding
- Geneesmiddelen verstrekkingen en medische handelingen
- Hygiene en leefomgeving
- Instructie afgekolfde moedermelk
- Omgang met kindgegevens
- Instructie afgekolfde moedermelk
- Hoofdluis
- Buitenmilieu
- Hitte
- Onrechtmatige opeising kind
- Warmte en verbranding door zon
- Stagiairebeleid
- Vrijwilligersbeleid
- Vermissing kind
- Omgaan met overspannen medewerkers
Deze protocollen vormen samen een compleet kader voor verantwoorde kinderopvang.
Conclusie
Veiligheid staat voorop in de kinderopvang. Het volgen van preventieadviezen met betrekking tot wiegendood, hygiëne en omgang met dieren is essentieel om het risico op incidenten te minimaliseren. Door het implementeren van duidelijke protocollen, het waarborgen van een veilige slaapomgeving en het handhaven van hoge hygiënestandaarden, kan de kinderopvang een veilige en stimulerende omgeving bieden voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Wettelijk toezicht door de GGD draagt bij aan het handhaven van de kwaliteitseisen en het waarborgen van verantwoorde kinderopvang.