Diversiteit en Inclusie in de Kinderopvang: Een Basis voor Ontwikkeling en Verbinding
september 7, 2025
De kinderopvang speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Om de kwaliteit en veiligheid van deze opvang te waarborgen, is er een uitgebreid systeem van toezicht ingesteld, waarbij de GGD een centrale functie vervult. Dit artikel beschrijft de taken van de GGD bij het toezicht op kinderopvang, de wettelijke basis hiervoor, en de aspecten die worden gecontroleerd.
De basis voor het toezicht op kinderopvang in Nederland is de Wet Kinderopvang (WKO). Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de handhaving van deze wet. Echter, veel gemeenten hebben deze taak gedelegeerd aan de directeur publieke gezondheid van de GGD (bron 2, 3, 6). Dit betekent dat de GGD namens de gemeenten toezicht houdt op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties, gastouders en gastouderbureaus (bron 2, 5). Een kindercentrum dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de WKO wordt geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) (bron 1, 2).
De GGD voert jaarlijks inspecties uit bij deze verschillende vormen van kinderopvang (bron 1, 4, 5). Deze inspecties kunnen zowel aangekondigd als onaangekondigd plaatsvinden (bron 4, 5). De gemeenten hebben de directeur publieke gezondheid (DPG) toegestaan om medewerkers te machtigen om als toezichthouder op te treden (bron 3).
De inspecties van de GGD richten zich op een breed scala aan aspecten, om te verzekeren dat de kinderopvang voldoet aan de wettelijke eisen en een veilige en stimulerende omgeving biedt. De controle omvat onder andere (bron 4, 5, 3):
De toezichthouder beoordeelt de kinderopvanglocatie aan de hand van de geldende wet- en regelgeving. De vorm en omvang van de inspectie variëren per type voorziening en situatie. Er wordt minder intensief geïnspecteerd bij locaties waar geen zorgen over bestaan, en intensiever bij locaties waar wel zorgen zijn (bron 3). Dit wordt aangeduid als ‘flexibel toezicht’ (bron 3).
Naast de GGD zijn er ook andere organisaties die aspecten van de kinderopvang controleren. De regionale brandweer controleert op brandveiligheid, de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) controleert de voedselveiligheid en de veiligheid van speeltoestellen, kinderbedden en boxen, de Inspectie SZW controleert de arbeidsomstandigheden, en de Inspectie van het Onderwijs controleert de kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) (bron 3).
Voorafgaand aan het inspectiebezoek moeten kinderopvangorganisaties bepaalde stappen ondernemen en informatie verstrekken (bron 3). De toezichthouder stelt na elke inspectie een rapport op, waarin de bevindingen worden beschreven (bron 5). Dit rapport wordt verstuurd naar de gemeente waar de opvanglocatie gevestigd is. De inspectierapporten zijn openbaar en in te zien op de website van het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) (bron 2, 5). In het LRK is ook een samenvatting van elk rapport te vinden (bron 5).
Indien een kinderopvangorganisatie wil uitbreiden of verhuizen, moet dit tijdig worden gemeld bij de gemeente (bron 3). Voordat de exploitatie van de kinderopvang mag starten, onderzoekt de GGD of aan de eisen van de Wet Kinderopvang wordt voldaan. Dit gebeurt via de procedures ‘Streng aan de Poort’ voor kinderopvang, gastouderopvang en gastouderbureaus (bron 3).
Indien ouders ontevreden zijn over de kinderopvang, kunnen ze hun klacht eerst bespreken met het kindercentrum, de gastouder of het gastouderbureau (bron 2). Indien dit niet tot een oplossing leidt, of als er binnen vier weken geen reactie wordt ontvangen, kan het Klachtenloket Kinderopvang worden ingeschakeld (bron 2). Dit klachtenloket probeert tot een goede oplossing te komen voor beide partijen. Als dit niet lukt, of als men geen gebruik wil maken van het Klachtenloket, kan de klacht worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Kinderopvang (bron 2). Alle kinderopvangorganisaties zijn verplicht zich aan te sluiten bij deze Geschillencommissie (bron 2).
De GGD hanteert een risicogestuurd toezicht, wat betekent dat de aandacht wordt gericht op voorzieningen of situaties die de meeste aandacht nodig hebben (bron 6). Dit om te voorkomen dat mensen onnodig worden belast (bron 6).
Het toezicht op kinderopvang is van groot belang, omdat jonge kinderen kwetsbaar zijn en de eerste jaren van hun leven een grote invloed hebben op hun latere ontwikkeling (bron 4). Kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom essentieel (bron 4). De GGD draagt bij aan het waarborgen van deze kwaliteit door toezicht te houden op de naleving van de wettelijke eisen (bron 6).
De GGD speelt een cruciale rol in het toezicht op de kwaliteit en veiligheid van kinderopvang in Nederland. Door middel van inspecties, gebaseerd op de Wet Kinderopvang, worden verschillende aspecten van de opvang gecontroleerd, waaronder het pedagogisch klimaat, de veiligheid, de gezondheid en de administratie. Het doel is om te waarborgen dat kinderen in een veilige en stimulerende omgeving kunnen opgroeien en zich optimaal kunnen ontwikkelen. De inspectierapporten zijn openbaar toegankelijk via het Landelijk Register Kinderopvang, waardoor ouders inzicht hebben in de kwaliteit van de opvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet