Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kosten van kinderopvang vormen een aanzienlijke financiële last voor veel ouders in Nederland. Gelukkig biedt de overheid de mogelijkheid tot kinderopvangtoeslag om deze kosten te verlichten. Deze toeslag is beschikbaar onder bepaalde voorwaarden en is bedoeld voor ouders die werken, studeren, een traject naar werk volgen of een inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling volgen. Dit artikel geeft een overzicht van de voorwaarden, mogelijkheden en recente wijzigingen met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag in 2025, dienen ouders aan een aantal criteria te voldoen. Allereerst moeten zowel de ouder als eventuele toeslagpartner een vorm van inkomsten genereren door middel van werk, studie, een re-integratietraject of een inburgeringscursus bij een erkende instelling. Daarnaast is het vereist dat de ouders de Nederlandse nationaliteit bezitten of een geldige verblijfsvergunning hebben. Een gezamenlijk woonadres met het kind is een andere voorwaarde, evenals het ontvangen van kinderbijslag of het aantoonbaar bijdragen aan het levensonderhoud van het kind. De leeftijd van het kind speelt ook een rol; de toeslag is niet beschikbaar als het kind al naar het voortgezet onderwijs gaat.
Een cruciale voorwaarde is dat de kinderopvang geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en dat er een schriftelijke overeenkomst met de opvangorganisatie of het gastouderbureau bestaat. Tot slot moeten de ouders zelf (een deel van) de kosten voor de kinderopvang betalen.
Binnen de Wet kinderopvang vormen inburgeringsplichtige ouders een speciale doelgroep. Een inburgeringsplichtige ouder heeft recht op kinderopvangtoeslag, mits aan de algemene voorwaarden wordt voldaan. De toeslag kan worden aangevraagd als beide ouders of toeslagpartners voldoen aan de vereisten. Het volgen van een inburgeringstraject dat is aangeboden door de gemeente of een cursusinstelling met een Blik op Werk keurmerk is hierbij essentieel.
De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en het aantal uren opvang. Er is altijd een eigen bijdrage voor de ouders, en er geldt een maximum aantal uren waarvoor recht bestaat. Een rekentool op toeslagen.nl kan worden gebruikt om een indicatie te krijgen van de hoogte van de toeslag.
Inburgeringsplichtige ouders kunnen, onder voorwaarden, aanspraak maken op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand, wat overeenkomt met vijf volledige dagen per week. Het aantal uren kinderopvangtoeslag is niet afhankelijk van het aantal uren dat aan inburgering wordt besteed. Echter, voor inburgeraars die de Z-route of de Onderwijsroute volgen, geldt dat alleen het taaldeel van de Z-route recht geeft op kinderopvangtoeslag.
Er zijn recente wijzigingen doorgevoerd in de wetgeving met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Vanaf 1 januari 2026 worden mensen met een noodgedwongen elders verblijvende partner als alleenstaanden behandeld voor alle toeslagen, met uitzondering van de huurtoeslag. Dit betekent dat in situaties waarin een partner zich in een vluchtsituatie bevindt of vermist is, de partner niet langer wordt meegenomen in de beoordeling van de arbeidsvoorwaarden en het inkomen. Deze maatregel is bedoeld om financiële problemen en kinderarmoede bij deze groep te voorkomen.
Daarnaast wordt het recht op kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2026 niet meer met terugwerkende kracht vastgesteld als de verblijfstitel van een burger wordt ingetrokken. Het recht wordt dan pas aangepast vanaf de datum waarop de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een besluit heeft genomen. Dit voorkomt schulden en problemen bij het innen van terugvorderingen.
Naast kinderopvang is er ook de mogelijkheid tot deelname aan voorschoolse educatie (VE) voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. De indicatiestelling voor VE loopt via het consultatiebureau en wordt besproken tijdens de brede intake voor de inburgering die door de gemeente wordt gedaan.
In sommige gevallen biedt de gemeente een gesubsidieerd peuteraanbod aan voor kinderen die niet in aanmerking komen voor opvang met kinderopvangtoeslag of voorschoolse educatie. Dit aanbod bestaat uit een aantal korte dagdelen per week.
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage aan de kosten van de kinderopvang. Dit is het bedrag dat overblijft na aftrek van de kinderopvangtoeslag van de totale kosten.
In sommige gevallen kan de gemeente (een deel van) de kosten van de kinderopvang financieren, met name in situaties van voorschoolse educatie (VE) of peuteraanbod. De gemeente maakt hierover afspraken met de aanbieders van de opvang.
Gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar wel kinderopvang nodig hebben, kunnen mogelijk in aanmerking komen voor een Sociaal Medische Indicatie (SMI) van de gemeente. Met een SMI kan de gemeente gezinnen tijdelijk helpen met de kosten van kinderopvang.
Het is van groot belang dat ouders wijzigingen in hun situatie tijdig doorgeven aan de Belastingdienst/Toeslagen. Zo kan de toeslag worden aangepast aan de actuele omstandigheden. Zodra de inburgeringsplicht is voldaan, moet dit bijvoorbeeld direct worden gemeld.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor ouders met werk, studie of een inburgeringsplicht. De voorwaarden voor de toeslag zijn specifiek en vereisen een zorgvuldige beoordeling van de individuele situatie. Recente wijzigingen in de wetgeving zijn bedoeld om de regeling te vereenvoudigen en te verbeteren, met name voor kwetsbare groepen. Het is essentieel voor ouders om zich goed te informeren over hun rechten en plichten en tijdig wijzigingen door te geven aan de Belastingdienst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet