Vergoedingen en Subsidies voor Peuteropvang en Voorschoolse Educatie

De opvang van peuters en de toegang tot voorschoolse educatie (VVE) zijn belangrijke aspecten van de ontwikkeling van jonge kinderen. Verschillende gemeenten en instanties bieden financiële ondersteuning om deze opvang toegankelijk te maken voor ouders. Dit artikel geeft een overzicht van de beschikbare vergoedingen en subsidies, gebaseerd op de beschikbare informatie.

Peuteropvang en VVE: Een Overzicht

Peuteropvang is bedoeld voor kinderen vanaf 2 jaar tot de eerste dag dat zij de basisschool bezoeken. Het kan variëren van een regulier dagdeel peuteropvang tot een aanbod met voorschoolse educatie (VVE). VVE is specifiek gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden bij kinderen die thuis mogelijk minder ontwikkelingsgerichte stimulering ontvangen. Een VVE-peuterplaats omvat minimaal vier dagdelen of tenminste 10 uur per week, verdeeld over tenminste twee verschillende dagen gedurende 40 weken per jaar. Een VVE programma stimuleert de ontwikkeling van kinderen op verschillende gebieden, waaronder sociaal-emotionele ontwikkeling, spraaktaalontwikkeling, spelontwikkeling, en de eerste stappen in geletterdheid en gecijferdheid.

Financiële Ondersteuning: Verschillende Scenario's

De manier waarop ouders financiële ondersteuning ontvangen, hangt af van hun persoonlijke situatie en of zij recht hebben op kinderopvangtoeslag (KOT).

Kinderopvangtoeslag (KOT)

Ouders die recht hebben op KOT ontvangen een bijdrage van de Belastingdienst. Dit is de meest voorkomende vorm van financiële ondersteuning.

Geen Recht op Kinderopvangtoeslag

Als ouders geen recht hebben op KOT, bijvoorbeeld omdat ze geen betaald werk hebben, betalen ze een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De kinderopvangaanbieder verrekent de gemeentelijke subsidie al in deze ouderbijdrage. In sommige gevallen, bij bezit van een gemeentelijke inkomensverklaring, betalen ouders geen ouderbijdrage.

VVE-Indicatie

Als een kind een VVE-indicatie heeft, afgegeven door het consultatiebureau, worden de extra VVE-uren volledig bekostigd door de gemeente. Dit betekent dat de gemeente de kosten voor deze extra uren rechtstreeks aan de kinderopvangaanbieder vergoedt.

Specifieke Gemeentelijke Regelingen

Verschillende gemeenten hanteren specifieke regelingen voor de vergoeding van peuteropvang en VVE.

Gemeente Moerdijk

Gemeente Moerdijk koopt VVE in via een raamovereenkomst met kinderopvangorganisaties. Dit om effectief te sturen op resultaat en administratieve lasten te verminderen. Voor het derde en vierde dagdeel peuteropvang en voor extra taal- en ontwikkelingsstimulering ontvangen kinderopvangorganisaties een vergoeding van de gemeente. Ouders kunnen een toeslag aanvragen bij de gemeente Moerdijk voor minimaal 4 en maximaal 8 uur peuteropvang per week, ook als ze geen recht hebben op de toeslag via de Belastingdienst.

Gemeente Helmond

In de gemeente Helmond is financiële ondersteuning beschikbaar voor peuteropvang en VVE. De VE-geregistreerde kinderopvanglocaties zijn terug te vinden in het Landelijk Register Kinderopvang.

Gemeente Tilburg

In de gemeente Tilburg wordt voor peuters met een VVE-indicatie een stedelijke kostprijs van € 9,90 per peuter gesubsidieerd voor maximaal 5,5 uur per week.

Compensatie voor Peuteropvangorganisaties

In bepaalde gevallen wordt er ook een compensatie verstrekt aan de peuteropvangorganisaties zelf. Zo werd er voor de periode van 1 januari tot en met 31 augustus 2014 een compensatie toegekend van maximaal € 1.150 voor een groep peuteropvang met 14 kinderen die voldoet aan de beroepskracht-kind-ratio van de kinderdagopvang. Dit bedraagt per maand € 143,75. Voor een groep van 7 kinderen werden de bedragen gehalveerd. Deze compensatie was van toepassing vanaf de maand dat voldaan werd aan de beroepskracht-kind-ratio van 1 leidster op 7 kinderen voor kinderen vanaf 2 jaar.

Subsidiebedragen (2014)

De volgende subsidiebedragen waren van kracht met ingang van 1 januari 2014:

Voorwaarden voor Subsidie

Om in aanmerking te komen voor de gemeentelijke subsidie, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

• Het kind moet tussen de 2,5 en 4 jaar oud zijn.
• Het kind moet naar een VE-geregistreerde kinderopvanglocatie gaan die voldoet aan de voorwaarden van de subsidieregeling. De VE-geregistreerde locaties zijn te vinden in het Landelijk Register Kinderopvang.

Administratieve Afhandeling en Verantwoording

De gemeentelijke subsidie wordt met toestemming van de ouders door de kinderopvangorganisatie aangevraagd en uitgekeerd aan de kinderopvangaanbieder. Kinderopvangorganisaties zijn verplicht om kwartaalgegevens aan te leveren via De Peutermonitor, waaronder BSN-nummer, NAW-gegevens, geboortedatum, start- en einddatum, naam en LRK-nummer van de kinderopvanglocatie, indicatiestatus, KOT-status, inkomen (voor niet-KOT-ouders), ouderbijdrage, aantal reguliere en extra uren, en of het het eerste of tweede kind in de voorziening betreft.

Bevoorschotting en Vaststelling

95% van het aangevraagde subsidiebedrag wordt als voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de aanvrager. Voor ouders die geen recht hebben op KOT wordt bij de bevoorschotting uitgegaan van een gemiddelde ouderbijdrage van € 0,59. De subsidie eindigt uiterlijk 3 maanden na de datum waarop de peuter 4 jaar wordt of de voorschoolse voorziening verlaat, tenzij er een schriftelijke goedkeuring van de gemeente is voor een langere duur.

Definities

Om een helder begrip te waarborgen, zijn de volgende definities van belang:

• Aanbieder: De aanbieder van een VVE-Peutervoorziening.
• Indicatie: Een verwijzing van het consultatiebureau voor kinderen met (kans op) een ontwikkelingsachterstand.
• Kinderopvangtoeslag (KOT): De vergoeding van de Belastingdienst voor ouders die voldoen aan de voorwaarden.
• Landelijk Register Kinderopvang (LRK): Het register met gegevens van alle VVE-voorzieningen en reguliere kinderopvangvoorzieningen.
• Ouderbijdrage: De inkomensafhankelijke bijdrage die ouders betalen voor VVE.
• Peuter: Een kind tussen de 2 en 4 jaar dat deelneemt aan VVE.
• VVE: Vroeg- en voorschoolse educatie.

Conclusie

De financiële ondersteuning voor peuteropvang en VVE is complex en afhankelijk van de individuele situatie van de ouders. Gemeenten bieden verschillende regelingen aan, variërend van directe subsidies tot compensaties voor kinderopvangorganisaties. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te informeren over de mogelijkheden in hun eigen gemeente en de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning. De VVE-indicatie speelt een cruciale rol in het verkrijgen van extra financiële steun voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben in hun ontwikkeling.

Bronnen

1. Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
2. Gemeente Moerdijk - Voorschoolse Educatie
3. Gemeente Helmond - Subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie
4. Gemeente Tilburg - Subsidieverordening VVE-Peutervoorzieningen