Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De voorschoolse educatie (VVE) speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van jonge kinderen, met als doel hen optimaal voor te bereiden op de basisschool. Voor pedagogisch medewerkers die in de VVE werkzaam zijn, gelden specifieke eisen en verplichtingen met betrekking tot opleiding en bijscholing. Dit artikel geeft een overzicht van deze vereisten, gebaseerd op de geldende regelgeving en richtlijnen.
Vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) is gericht op het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen vanaf 2,5 jaar, met als doel een goede start op de basisschool te garanderen. Binnen de VVE worden kinderen spelenderwijs vaardigheden aangeleerd op gebieden zoals taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit wordt ook wel ontwikkelingsgericht werken genoemd. Voorschoolse educatie (VE) is een onderdeel van de VVE en richt zich op specifieke ontwikkelingsprogramma’s in de peuter- en kinderopvang, evenals in groep 1 en 2 van de basisschool. Een voorschool en een vroegschool werken vaak samen om een gezamenlijk doel te bereiken: het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden.
Kinderopvanglocaties die VVE aanbieden, zijn wettelijk verplicht om zich te registreren in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De opvang moet voldoen aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) en de bijbehorende regelgeving. Indien een kind met een indicatiestelling voor VVE wordt opgevangen, moet de groep ook voldoen aan de vereisten uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Het toezicht op de kwaliteit van de opvang is gebaseerd op de Wko, waarbij de toezichthouder inspecties uitvoert en rapporten opstelt. Handhaving vindt plaats via de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Om in de VVE te mogen werken, moeten pedagogisch medewerkers voldoen aan specifieke opleidingseisen. Er zijn drie erkende opleidingsniveaus: Pedagogisch medewerker kinderopvang (mbo-3), Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (mbo-4) en Onderwijsassistent (mbo-4). Op het diploma en de resultatenlijst moet vermeld staan dat aan de eisen voor VVE is voldaan. Het behalen van een apart VVE-certificaat is niet noodzakelijk, mits de opleiding zelf voldoet aan de gestelde eisen.
Het is ook mogelijk om in de VVE te werken na het afronden van een bijscholing VVE, waardoor men basisgeschoold is om op een VVE-locatie te werken. Naast de formele opleidingseisen, is het essentieel dat pedagogisch medewerkers voldoen aan de taaleis Nederlands 3F, zoals beschreven in de wet IKK en taaleis VE.
De gemeente Enschede stelt extra eisen aan de kwaliteit van de VVE-opvang, bovenop de landelijke wettelijke regels. Een beroepskracht voorschoolse educatie moet minimaal beschikken over de in artikel 4 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie genoemde opleidingseisen. Daarnaast geldt de extra eis dat, op tijden dat VVE-geïndiceerde kinderen daadwerkelijk worden opgevangen, ten minste één beroepskracht in de VVE-groep over een certificaat beschikt van een met succes afgerond scholingsprogramma met betrekking tot het VVE-programma.
Indien de andere beroepskracht op dezelfde groep niet over dit certificaat beschikt, moet deze een opleiding hebben afgerond zoals genoemd in artikel 4 lid 2 of 3 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en binnen zes maanden starten met het volgen van het scholingsprogramma voor het VVE-programma. Deze opleiding moet binnen twee jaar na de start met goed gevolg worden afgerond.
In VVE-groepen met meer dan twee beroepskrachten, moeten alle beroepskrachten een opleiding hebben afgerond zoals genoemd in artikel 4 lid 2 of 3 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De aanvullende scholingseisen met betrekking tot het VVE-programma gelden voor de eerste twee beroepskrachten.
Op VE-locaties wordt gewerkt met specifieke ontwikkelingsprogramma’s, zoals Piramide, Sporen, Kaleidoscoop en Uk & Puk. Deze programma’s zijn erkend door het Nederlands Jeugdinstituut en zijn opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies.
Kinderen kunnen via het consultatiebureau een VE-indicatie krijgen, waardoor plaatsing in een VE-groep mogelijk is. Peuters met een VE-indicatie krijgen gemiddeld 960 uur voorschoolse educatie aangeboden, verdeeld over bijvoorbeeld 16 uur per week, verdeeld over vier dagdelen van maximaal zes uur. Ouders ontvangen een tegemoetkoming in de kosten via de gemeente. Ook kinderen zonder indicatie kunnen gebruik maken van VE, waarbij de ouders de kosten zelf betalen (inkomensafhankelijke bijdrage Kinderopvang Toeslag). Kinderen met en zonder indicatie worden in dezelfde VE-groep geplaatst.
Vanuit de wet IKK is het vanaf 2018 verplicht voor pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn op een VVE-groep en al beschikken over een geldig VVE-certificaat, om jaarlijks bijscholing te volgen. De kinderopvangorganisatie is verantwoordelijk voor het faciliteren en begeleiden van deze bijscholing, zoals beschreven in het opleidingsplan. De basis voor deze bijscholing omvat:
De kwaliteit van de voorschoolse educatie is sterk afhankelijk van de kwalificaties en de voortdurende professionele ontwikkeling van de pedagogisch medewerkers. Wettelijke eisen en gemeentelijke aanvullingen stellen specifieke eisen aan opleiding en bijscholing. Het naleven van deze eisen is essentieel om een optimale leeromgeving te creëren voor jonge kinderen en hen een goede start te bieden op hun schoolcarrière. Het is van belang dat kinderopvangorganisaties de verantwoordelijkheid nemen om hun medewerkers te faciliteren in het voldoen aan deze eisen en het onderhouden van hun kennis en vaardigheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet