Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvangsector en de bijbehorende toeslagenregelingen zijn complex, en hebben in het verleden geleid tot aanzienlijke problemen voor ouders. Dit artikel geeft een overzicht van signalen en ontwikkelingen rondom de kinderopvangtoeslag en de terugvordering daarvan, gebaseerd op beschikbare rapportage. De focus ligt op de periode 2013-2016 en de signalen die destijds binnen de overheidsinstanties werden gedeeld.
De regelgeving rondom kinderopvangtoeslag is, zoals geconstateerd door Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ingewikkeld voor zowel ouders als kinderopvanginstellingen. Dit leidt tot misverstanden en onduidelijkheden, met potentieel ingrijpende gevolgen voor ouders. In 2013 werd geconstateerd dat kinderopvanginstellingen steeds vaker adverteerden met “gratis kinderopvang” voor ouders met een laag inkomen of die hun baan waren kwijtgeraakt, zonder dat er een eigen bijdrage van ouders in rekening werd gebracht. Dit was in strijd met de wetgeving. Hoewel de betreffende instanties (SZW en de Belastingdienst) actief contact opnamen met de ondernemers, bleef de complexiteit van de regels een probleem.
Vanaf 2013 werden er signalen afgegeven over de proportionele terugvordering van kinderopvangtoeslag. Ondanks deze signalen werd er aanvankelijk niet direct actie ondernomen om de wet- en regelgeving aan te passen. De focus lag op het voorkomen dat mensen de regels overtraden, en het oplossen van de problemen die ontstonden door het systeem zelf, waarbij grote bedragen teruggevorderd werden, ook als er geen fouten waren gemaakt.
De “Appelbloesem-zaak” werd genoemd als voorbeeld van een situatie waarin de regels verkeerd werden geïnterpreteerd, en ouders onterecht werden getroffen. In december 2013 en juni 2014 ontving Minister Asscher brieven van gedupeerde ouders in deze zaak, die forse bedragen aan kinderopvangtoeslag moesten terugbetalen, variërend van ruim € 8.000 tot ruim € 30.000. De minister toonde begrip voor de hulpvraag, maar gaf aan niet in individuele gevallen te kunnen treden.
In februari 2016 werd een ambtelijk memo naar de Tweede Kamer gestuurd met een voorstel om ouders die meer dan € 3.000 aan kinderopvangtoeslag moesten terugbetalen, standaard en zonder controle het label “opzet en grove schuld” te geven. Het doel hiervan was om snel 7.000 verzoeken om een persoonlijke betalingsregeling af te kunnen handelen. De status en opvolging van dit memo zijn op het moment van schrijven onbekend. Dit voorstel illustreert de druk om snel tot oplossingen te komen, maar roept tegelijkertijd vragen op over de rechtvaardigheid en zorgvuldigheid van de procedure.
Op 19 december 2012 oordeelde de Raad van State dat de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag van een ouder terecht op nihil had gesteld, omdat de ouder niet had aangetoond dat de kosten voor de opvang geheel waren betaald. De Raad van State wees er tevens op dat er een recht op kinderopvangtoeslag zou bestaan als er een schenkingsovereenkomst tussen de vraagouder en de gastouder zou bestaan, waarin werd overeengekomen dat de eigen bijdrage als schenking terug werd gegeven aan de vraagouder.
Naar aanleiding van deze uitspraak volgde ambtelijk overleg tussen het Ministerie van Financiën en het Ministerie van SZW. Op 1 februari 2013 werd in een ambtelijke notitie aan Staatssecretaris Weekers voorgesteld om toch volledig terug te vorderen indien de eigen bijdrage niet was betaald, in lijn met de uitspraak van de Raad van State. Dit voorstel stond in contrast met eerdere voorstellen uit oktober en december 2012. De Staatssecretaris stemde echter wel in met dit voorstel.
Er is ruimte voor niet-terugvordering bij afrondingsverschillen, dat wil zeggen bij zeer kleine verschillen tussen de totale kosten van kinderopvang en de aantoonbaar betaalde kosten. De Belastingdienst/Toeslagen is bevoegd om in dergelijke gevallen af te zien van terugvordering. Ook als de gegevens van de ouder lange tijd bij de Belastingdienst/Toeslagen blijven liggen zonder vervolgstappen, mag de bewijsnood van de ouder niet tegen hem/haar worden gebruikt. Echter, als het totale voorschot hoger is dan de totale kosten van kinderopvang, is er geen sprake van een afrondingsverschil, maar kan er onder bepaalde omstandigheden sprake zijn van een zodanig klein verschil dat de Belastingdienst/Toeslagen niet kan tegenwerpen dat de kosten in dit geval niet zijn voldaan.
Het gehele voorschot moet in principe worden teruggevorderd, zonder dat er een evenredigheidstoets wordt uitgevoerd door de Belastingdienst/Toeslagen.
Naast de problemen rondom de toeslagen, zijn er ook ontwikkelingen in de kinderopvangsector zelf. Zo wordt er gekeken naar manieren om de kinderopvang toegankelijker te maken, bijvoorbeeld door het aanbieden van gratis kinderopvang op bepaalde dagen. Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen wil in lijn met een advies van de SER op een aantal locaties twee dagen per week gratis kinderopvang gaan bieden aan alle kinderen tot en met 12 jaar, als proef om te kijken of dit werkt en een bijdrage kan leveren aan landelijke plannen.
Ook wordt er aandacht besteed aan thema’s zoals sociale ongelijkheid, diversiteit en inclusie binnen de kinderopvang. Pedagogen Elly Singer en Anke van Keulen hebben een praktijkonderzoek uitgevoerd naar “pedagogisch onderhoud”, met als doel concrete stappen te zetten om een open en veilige kinderopvangorganisatie te creëren.
De rol van de locatiemanager binnen de kinderopvang is van belang. Simone van der Kaaij, locatiemanager bij BLOS Kinderopvang, geeft aan dat het haar hart verwarmt om deel uit te maken van de ontwikkeling van een kind. Dit benadrukt het belang van betrokken en gemotiveerde professionals in de kinderopvangsector.
De signalen en ontwikkelingen rondom de kinderopvangtoeslag en terugvordering in de periode 2013-2016 laten een complex beeld zien. De ingewikkelde wet- en regelgeving, de problemen rondom de terugvordering van toeslagen, en de pogingen om het systeem te verbeteren, hebben geleid tot aanzienlijke problemen voor ouders. De zaak-Appelbloesem illustreert de impact van verkeerde interpretaties en onrechtvaardige behandeling. De standaardisering van opzet en grove schuld, en de focus op snelle afhandeling van verzoeken, roepen vragen op over de zorgvuldigheid en rechtvaardigheid van de procedures. De ontwikkelingen in de kinderopvangsector zelf, zoals de aandacht voor inclusie en de rol van de locatiemanager, benadrukken het belang van een kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke kinderopvang voor alle kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet