Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvang- en jeugdzorgsector kennen specifieke verlofregelingen voor werknemers, die verder gaan dan het standaard wettelijk verlof. Deze regelingen zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang en de CAO Jeugdzorg en bieden mogelijkheden voor verlof in diverse persoonlijke omstandigheden. Dit artikel geeft een overzicht van de beschikbare verlofopties, gebaseerd op de huidige CAO’s en lokale regelgeving.
De CAO Kinderopvang voorziet in een ondernemingsregeling voor de vergoeding van verhuiskosten en reiskosten woon-werkverkeer bij een verhuizing. Deze regeling vereist instemming van de medezeggenschap. Indien er geen dergelijke ondernemingsregeling is, geldt de standaardregeling zoals beschreven in Uitvoeringsregeling A van de CAO Kinderopvang 2005 (bijlage 6). Daarnaast is er een recht op bijzonder verlof van 2 werkdagen per jaar voor werknemers die verhuizen, zoals vastgelegd in de CAO Jeugdzorg.
Na de bevalling van de partner heeft de werknemer recht op 2 dagen betaald verlof, mits dit verlof wordt opgenomen binnen vier weken nadat het kind feitelijk op hetzelfde adres woont als de moeder. Naast dit kraamverlof hebben vaders en partners recht op 3 dagen onbetaald ouderschapsverlof, dat in mindering wordt gebracht op eventueel later opgenomen onbetaald ouderschapsverlof.
Werknemers hebben recht op 4 weken adoptie- of pleegzorgverlof gedurende een periode van 26 weken. Tijdens deze periode wordt het salaris en de salaristoelagen volledig doorbetaald. Dit recht ontstaat vier weken vóór de start van de adoptie of pleegzorg. Bij de gelijktijdige adoptie van meerdere kinderen geldt slechts recht op één keer verlof. Pleegouders hebben eveneens recht op vier weken verlof, mits duidelijk is dat het kind duurzaam in het gezin wordt opgenomen. De opbouw van verlof en compensatie loopt door tijdens adoptie- of pleegzorgverlof.
De maximale duur van ouderschapsverlof (zowel betaald als onbetaald) is vastgelegd in de CAO, maar de specifieke details over de duur worden niet verder uitgewerkt in de beschikbare documenten.
De CAO Jeugdzorg biedt mogelijkheden voor bijzonder verlof in verschillende situaties. Voor het regelen van zaken in Nederland in verband met adoptie heeft een werknemer recht op maximaal 5 werkdagen per kind, die worden afgetrokken van het wettelijk adoptieverlof. Bij ziekte van bepaalde familieleden (relatiepartner, ouders, stiefouders, schoonouders, pleegouders, kinderen, stiefkinderen, pleeg- of aangehuwde kinderen) bepaalt de werkgever de duur van het bijzonder verlof.
Voor verhuizing is er recht op 2 werkdagen per jaar. Ook verlof voor het sluiten van een ondertrouw of samenlevingscontract (1 werkdag) en voor het huwelijk (4 werkdagen) valt onder bijzonder verlof.
Ambtenaren kunnen buitengewoon verlof van korte duur met behoud van salaris en salaristoelagen krijgen voor het leiden of volgen van een cursus gericht op vrijwilligers in de jeugd- en jongerenwerk. Ook het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit als hoofdleider geeft recht op verlof. Voor assistentie bij een jeugdkamp geldt een regeling van één vrijwillig medewerker op 15 deelnemers (standaard) of één op 3 deelnemers bij een kamp voor gehandicapte jeugd.
Cursussen moeten worden aangeboden door een landelijke of provinciale organisatie voor jeugd- en jongerenwerk, of door een erkende jeugdafdeling van een sportorganisatie. De cursus moet minimaal drie dagen duren. Jeugdkampen en kindervakantie-activiteiten moeten worden georganiseerd door een landelijk werkende jeugd- of sportorganisatie, of door een instelling die zich richt op jeugdzorg. Activiteiten met minder dan 10 deelnemers vallen niet onder deze regeling.
Voor een cursus of jeugdkamp van een week kan maximaal 3 dagen buitengewoon verlof met behoud van salaris en salaristoelagen per jaar worden verleend. Voor activiteiten die buiten deze regeling vallen, kan een apart verzoek worden ingediend bij het sectorhoofd.
Lokale regelgeving benoemt situaties die vaak leiden tot verzoeken om verlof, maar die niet automatisch goedgekeurd worden. Voorbeelden hiervan zijn vakanties buiten de schoolvakanties, het vieren van jubilea van familieleden in het buitenland, eerdere vertrek of latere terugkeer vanwege drukte, en het vrij nemen van verlof omdat andere gezinsleden al vrij zijn. Ook vakanties die al zijn geboekt voordat toestemming is verkregen, of vakanties in verband met gewonnen prijzen, vallen vaak buiten de goedgekeurde verlofregelingen. Deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband wordt over het algemeen niet als reden voor verlof beschouwd, tenzij het om officiële vertegenwoordiging van Nederland gaat (met uitzondering van bijzondere talenten).
In geval van overmacht of andere gewichtige omstandigheden kan de directeur van de school beslissen over een verzoek om vrijstelling van de schoolplicht voor maximaal 10 lesdagen per schooljaar. Bij meer dan 10 dagen is de leerplichtambtenaar bevoegd om een besluit te nemen, na overleg met de directeur. Bij de beslissing wordt het algemeen onderwijsbelang afgewogen tegen het persoonlijk belang van de jongere en zijn gezin.
Er kunnen andere feestdagen of bijeenkomsten zijn die verbonden zijn aan iemands geloof of levensovertuiging. Bij twijfel kan overleg met de leerplichtambtenaar worden gezocht.
De lokale regelgeving beschrijft een procedure voor het melden van ongeoorloofd verzuim, maar details over deze procedure worden niet verder uitgewerkt in de beschikbare documenten.
De werkgever heeft de bevoegdheid om te bepalen of een verzoek om bijzonder verlof wordt goedgekeurd, tenzij de CAO specifiek anders bepaalt. Het is belangrijk dat werknemers zich tijdig informeren over de geldende verlofregelingen en hun verzoeken goed onderbouwen.
De CAO Kinderopvang en de CAO Jeugdzorg bieden een breed scala aan verlofregelingen voor werknemers, die verder gaan dan het wettelijk minimum. Deze regelingen zijn bedoeld om werknemers te ondersteunen in hun persoonlijke omstandigheden en om de continuïteit van de zorg voor kinderen te waarborgen. Het is essentieel dat werknemers en werkgevers op de hoogte zijn van deze regelingen en dat verzoeken om verlof zorgvuldig worden beoordeeld, rekening houdend met zowel de belangen van de werknemer als de organisatie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet