Kinderopvangtoeslag en Gemeentelijke Ondersteuning: Een Overzicht voor Ouders

De kosten van kinderopvang vormen een aanzienlijke financiële last voor veel ouders in Nederland. Verschillende regelingen zijn beschikbaar om deze kosten te verlichten, waaronder de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en gemeentelijke ondersteuning. Dit artikel biedt een overzicht van deze regelingen, de voorwaarden voor aanspraak, en de administratieve procedures die gevolgd moeten worden. De informatie is gebaseerd op beschikbare gegevens en richt zich op de situatie zoals die in 2013 bestond, met vermelding van mogelijke wijzigingen door het ministerie.

Kinderopvangtoeslag: Algemene Voorwaarden

De kinderopvangtoeslag is bedoeld voor werkende ouders of ouders die een opleiding, inburgeringscursus of traject naar werk volgen. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang. Ouders kunnen voor maximaal 230 uur per maand per kind kinderopvangtoeslag ontvangen. Het is belangrijk te benadrukken dat de toeslag niet gelijk is aan de gemaakte kosten; er is altijd een eigen bijdrage.

Eigen Bijdrage en Maximale Uurtarieven

Ouders betalen een eigen bijdrage, dit is het verschil tussen de totale kosten van de kinderopvang en de ontvangen kinderopvangtoeslag. Er zijn maximale uurtarieven vastgesteld voor verschillende vormen van kinderopvang:

• Dagopvang: € 6,46 per uur (vanaf 1 januari 2013)
• Buitenschoolse opvang: € 6,02 per uur (vanaf 1 januari 2013)
• Gastouderopvang: € 5,17 per uur (vanaf 1 januari 2013)

Voor de kosten die boven deze maximale uurtarieven uitkomen, is geen toeslag mogelijk. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer er slechts één kinderopvanginstelling in een dorp aanwezig is, kan hiervan worden afgeweken. Ouders dienen dan zelf offertes op te vragen bij verschillende instellingen en de goedkoopste aanbieder te kiezen.

Doelgroepouders en Gemeentelijke Vergoedingen

Naast de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, kunnen bepaalde groepen ouders in aanmerking komen voor gemeentelijke vergoedingen. Deze doelgroepouders omvatten:

• Ouders in een re-integratietraject die een uitkering ontvangen (WWB, IOAW, IOAZ, ANW). Ouders die werken en een aanvullende uitkering ontvangen, vallen hier niet onder.
• Ouders die inburgeren en een uitkering ontvangen.
• Studenten.
• Minderjarigen die scholing of een opleiding volgen en algemene bijstand (kunnen) ontvangen.
• Ouders met een sociaal medische indicatie.

De vergoeding voor doelgroepouders kan variëren. Voor re-integratie trajecten, inburgering, scholing of opleiding is de vergoeding doorgaans tot het wettelijke uurtarief. Voor ouders met een sociaal medische indicatie kan de vergoeding volledig zijn.

Uren Kinderopvang en Aanspraken

Het aantal uren waarvoor een vergoeding kan worden ontvangen, is afhankelijk van de situatie van de ouders.

• WWB-ers met een re-integratietraject: Maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand per kind. Resterende uren kunnen gedurende het jaar worden gebruikt.
• Werkenden met een aanvullende uitkering: Maximaal 140 procent van het aantal gewerkte uren (reistijd niet meegerekend) voor dagopvang en gastouderopvang, met een maximum van 230 uur per maand per kind. Voor buitenschoolse opvang geldt een maximum van 70 procent van het aantal gewerkte uren, eveneens met een maximum van 230 uur per maand per kind. Bij gehuwden of samenwonenden wordt gekeken naar de partner die het minste aantal uren werkt.

Administratieve Procedures en Verantwoordelijkheden

De administratie van de kinderopvangtoeslag en gemeentelijke vergoedingen vereist nauwkeurigheid en tijdige melding van wijzigingen.

• Melding van Wijzigingen: Ouders dienen wijzigingen in hun situatie (inkomen, aantal uren opvang) direct door te geven aan de afdeling Werk & Inkomen van de gemeente en aan de Belastingdienst via Mijn toeslagen of de app Kinderopvangtoeslag.
• Aanvraagprocedure: Voor gemeentelijke vergoedingen is een speciaal aanvraagformulier vereist.
• Verklaring Doelgroepouder: Doelgroepouders moeten op verzoek van de Belastingdienst/Toeslagen een “Verklaring doelgroepouder” overhandigen ter controle.
• Gegevensaanlevering: De administratie levert vier keer per jaar gegevens aan bij het Inlichtingenbureau van de Belastingdienst (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober). Het is essentieel dat het ‘vinkje’ in GWS op de juiste wijze wordt geplaatst en verwijderd zodra de ouder geen kinderopvang meer nodig heeft.
• Financiering: De financiering van de gemeentelijke vergoedingen komt deels ten laste van het TBK (Toeslag voor bijzondere kosten) en het Participatiebudget.

Indexering en Ingangsdatum

De maximale uurtarieven kunnen worden geïndexeerd door het ministerie. De beleidsregels zijn van kracht sinds 1 januari 2013.

Aandachtspunten en Onzekerheden

Het is belangrijk op te merken dat de informatie in dit artikel gebaseerd is op gegevens uit 2013. De regelingen en tarieven kunnen in de loop der jaren zijn gewijzigd. Ouders wordt aangeraden om de meest actuele informatie te raadplegen op de website van de Belastingdienst en bij hun gemeente.

Het is ook van belang om te controleren of de kinderopvanginstelling de laagste tarieven hanteert in het dorp, indien er meerdere instellingen aanwezig zijn. Indien de ouders niet de goedkoopste aanbieder kiezen, kan de vergoeding worden stopgezet.

Conclusie

De financiering van kinderopvang is complex en vereist een goed begrip van de verschillende regelingen en voorwaarden. De kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en gemeentelijke vergoedingen kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren aan het verlagen van de kosten. Nauwkeurige administratie en tijdige melding van wijzigingen zijn essentieel om optimaal van deze regelingen te profiteren. Ouders wordt aangeraden om zich goed te informeren en indien nodig advies in te winnen bij de Belastingdienst of de gemeente.

Bronnen

1. Tilburg.nl
2. Lokaleregelgeving.overheid.nl
3. Rijksoverheid.nl