Werken in de Zorg en Kinderopvang: Mogelijkheden en Flexibiliteit
september 7, 2025
De samenwerking tussen basisscholen en kinderopvangorganisaties is een onderwerp van toenemende aandacht, met als doel de ontwikkeling van kinderen te bevorderen en de aansluiting tussen de verschillende leer- en opvangomgevingen te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat deze samenwerking positieve effecten heeft op kinderen, ouders en professionals. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende vormen van samenwerking, de voordelen, knelpunten en recente ontwikkelingen op dit gebied.
Samenwerking tussen basisscholen en kinderopvang kan diverse vormen aannemen. Een veelvoorkomend kenmerk is het creëren van een soepele overgang van voor- naar vroegschoolse educatie en van school naar kinderopvang. Dit omvat het realiseren van doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. Een dagelijkse, warme overdracht van informatie tussen leerkrachten en pedagogisch medewerkers is hierbij essentieel. Daarnaast wordt het gebruikmaken van elkaars expertise en het structureel contact tussen professionals op de werkvloer als belangrijk beschouwd. Ook overleg op bestuurs- en directieniveau speelt een rol in het vormgeven van effectieve samenwerking. Een aanzienlijk deel van de onderzochte partijen geeft aan dat zij samen in één gebouw gehuisvest zijn.
Zowel scholen als kinderopvangorganisaties zijn van mening dat wederzijdse samenwerking positief uitpakt voor zowel het kind als de ouders. De samenwerking leidt tot een betere ontwikkeling van de kinderen en meer plezier in het naar schoolgaan. Kinderen die zorg nodig hebben, ervaren snellere hulp, en ouders profiteren van een betere combinatie van arbeid en zorg. Bovendien zorgt de samenwerking voor meer duidelijkheid voor ouders over hun aanspreekpunt.
De intensivering van de samenwerking, zoals gerapporteerd door schooldirecteuren en kinderopvangmanagers, uit zich in verschillende aspecten. De samenwerking bevindt zich vaker in een consolidatiefase, waarbij voorheen vaak sprake was van opbouw of een startfase. De visie en doelen zijn vaker op elkaar afgestemd en/of gezamenlijk geformuleerd, en er is meer overleg tussen medewerkers, waarbij kennis en expertise gedeeld worden. Afspraken over samenwerking worden vaker juridisch vastgelegd.
Een opvallende trend is de toename van kindercentra, waar scholen en kinderopvangorganisaties onder één noemer opereren. Uit onderzoek blijkt dat schooldirecteuren en kinderopvangmanagers van deze kindercentra over het algemeen meer tevreden zijn over de samenwerking dan degenen die geen specifieke benaming hebben. Op kindercentra wordt vaker gerapporteerd dat de samenwerking gebaseerd is op een gezamenlijke visie op ontwikkeling en leren, dat professionals als één team functioneren, dat er sprake is van structurele doorlopende ontwikkelingslijnen en integrale arrangementen van onderwijs en opvang, en dat er meer interactie is tussen professionals van verschillende disciplines. Ouders ervaren op kindercentra gemakkelijker de combinatie van arbeid en zorg.
Samenwerking kan ook leiden tot innovatie in het onderwijsleerproces. Zo geeft een deel van de schooldirecteuren aan dat de samenwerking met kinderopvang gepaard gaat met het doorbreken van het leerstofjaarklassensysteem en de invoering van gepersonaliseerd leren. Echter, kinderopvangmanagers geven minder vaak aan dat samenwerking leidt tot inhoudelijke innovatie van hun pedagogische aanpak.
Ondanks de positieve effecten en de toenemende intensivering van de samenwerking, worden er ook knelpunten ervaren. Deze knelpunten betreffen met name wet- en regelgeving, de gescheiden werelden van onderwijs en kinderopvang, beperkte financiën en de onmacht om deze te bundelen, en ongeschikte huisvesting voor samenwerking.
Om de inzetbaarheid van medewerkers te vergroten, bundelen kinderopvangorganisaties hun krachten in regionale samenwerkingen. Deze samenwerkingen richten zich op het delen van kennis, het inspireren van elkaar en het ontwikkelen van gezamenlijke initiatieven. Er zijn diverse regionale samenwerkingen, arbeidsmarktinitiatieven en evenementen die hieraan bijdragen. Gemeenten spelen een centrale rol in het faciliteren van deze samenwerkingen en het bieden van passende kinderopvang.
De gemeente wordt gezien als regisseur in het proces van samenwerking. Het is belangrijk dat gemeenten, kinderopvang, het primair onderwijs, de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en wijkteams gezamenlijk optrekken om passende zorg te bieden aan kinderen. Dit vereist ontmoeting, wederzijds begrip, het spreken van elkaars taal en het opbouwen van relaties. Een systematische aanpak, waarbij de behoeften van kinderen en medewerkers in kaart worden gebracht, is essentieel om tot effectieve interventies te komen. Voorbeelden van interventies zijn het inzetten van expertise, het verkleinen van groepen en het bieden van coaching of scholing aan pedagogisch medewerkers.
Samenwerking kan ook gericht zijn op het creëren van een natuurrijke omgeving in de kinderopvang. IVN begeleidt de vergroening van binnen- en buitenruimtes en biedt trainingen en workshops aan op het gebied van natuurrijke kinderopvang. Door gezamenlijk een visie te ontwikkelen en te communiceren, kan het belang van natuurrijke kinderopvang landelijk op de agenda worden gezet.
Een gezamenlijke visie en de uitwerking daarvan bieden mogelijkheden voor strategische communicatie en lobby richting beleid en politiek. Door gezamenlijk op te trekken en de boodschap via eigen kanalen en de media te verspreiden, kan het belang van samenwerking en de behoeften van kinderen en professionals worden benadrukt.
De trend van intensievere samenwerking tussen basisscholen en kinderopvangorganisaties zet zich voort. Stoppen met samenwerken is geen optie, gezien de positieve effecten op kinderen, ouders en professionals. Het is belangrijk om de knelpunten aan te pakken en de samenwerking verder te professionaliseren, zodat de voordelen optimaal benut kunnen worden.
Samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs is essentieel voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. De verschillende vormen van samenwerking, van informele overdracht tot de vorming van kindercentra, bieden mogelijkheden om de aansluiting tussen de verschillende leer- en opvangomgevingen te verbeteren. Hoewel er knelpunten bestaan, zijn de positieve effecten en de toenemende intensivering van de samenwerking veelbelovend voor de toekomst. Een actieve rol van gemeenten, een gezamenlijke visie en strategische communicatie zijn essentieel om de samenwerking verder te versterken en de best mogelijke ondersteuning te bieden aan kinderen en hun ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet