De kwaliteit van kinderopvang is van groot belang voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. De Inspectie Kinderopvang, uitgevoerd door de GGD Amsterdam voor een aantal gemeenten in de regio, speelt een cruciale rol in het waarborgen van deze kwaliteit. Dit artikel geeft een overzicht van de taken, werkwijzen en wettelijke basis van dit toezicht, gebaseerd op beschikbare informatie.
Wettelijke Basis en Toezicht
Het toezicht op de kinderopvang is wettelijk verankerd in de Wet kinderopvang. Deze wet, in combinatie met het Convenant kwaliteit kinderopvang, vormt de basis voor de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. De GGD Amsterdam houdt toezicht op verschillende vormen van kinderopvang, waaronder kinderdayverblijven (voor kinderen van 0 tot 4 jaar), gastouderbureaus en gastouders, en buitenschoolse opvang (voor kinderen van 4 tot 12 jaar). Dit toezicht wordt uitgevoerd in de gemeenten Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn, alsmede in de omliggende plaatsen Weesp, Duivendrecht, De Kwakel, Kudelstaart en Ouderkerk aan de Amstel.
Het Landelijk Register Kinderopvang
Alle locaties die kinderopvang en gastouderopvang mogen aanbieden, zijn opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. De GGD bezoekt deze locaties jaarlijks voor een inspectie. De inspectierapporten zijn openbaar en te vinden in dit register, waardoor ouders inzicht krijgen in de kwaliteit van de opvang. Deze openbaarheid is gebaseerd op de Wet openbaarheid van bestuur, met inachtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Meldingen van Overtredingen
Iedereen – ouders, medewerkers en andere betrokkenen – kan een melding doen bij de Inspectie Kinderopvang als de kwaliteit van de opvang niet aan de eisen voldoet. Meldingen kunnen ook anoniem worden ingediend.
Inspectiebezoeken: Frequentie en Aanpak
Inspectiebezoeken vinden onaangekondigd plaats. Er zijn verschillende soorten inspecties:
- Onderzoek voor en na registratie: Bij de start van een nieuwe locatie of organisatie.
- Jaarlijks onderzoek: Bij alle kinderopvanglocaties.
- Incidenteel onderzoek: Na meldingen van ouders of beroepskrachten, of signalen uit de media.
- Nader onderzoek: Wanneer bij een eerdere inspectie niet alles in orde was.
Toetsingskaders en Risicogestuurd Toezicht
De inspecties worden uitgevoerd aan de hand van toetsingskaders. Deze kaders bevatten een inhoudelijke uitwerking van de kwaliteitsaspecten, ingedeeld naar domeinen, voorwaarden en indicatoren. Vanaf 2012 is het toezicht meer risicogestuurd ingericht. Toezichthouders stellen aan de hand van een landelijk risicoprofiel een profiel op voor iedere locatie. Dit profiel wordt gebaseerd op het inspectie- en handhavingsverleden en geeft aan of er een verhoogde kans bestaat op niet-naleving van de kwaliteitseisen. Het risicoprofiel bepaalt de vorm en mate van de volgende inspectie. Het is belangrijk te benadrukken dat het risicoprofiel geen inspectierapport is, maar een instrument om het toezicht te richten.
Onderzoek na Aanvangsdatum Exploitatie
Binnen drie maanden nadat een kindercentrum of gastouderbureau in exploitatie is genomen, vindt een onderzoek plaats, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Dit onderzoek richt zich op dezelfde onderdelen als een reguliere inspectie.
Handhaving en Boetes
Bij overtredingen van de Wet kinderopvang kan handhaving plaatsvinden. Het beleidskader toezicht en handhaving kinderopvang 2018 geeft aan hoe overtredingen worden beoordeeld en welke boetes mogelijk zijn. De hoogte van de boete is afhankelijk van de ernst van de overtreding en is verdeeld in drie prioriteiten: hoog, gemiddeld en laag.
- Hoog: € 1.000,- tot € 8.000,-
- Gemiddeld: € 750,- tot € 3.000,-
- Laag: Maximaal € 1.500,-
Er zijn uitzonderingen op deze bedragen. Overtredingen van bepaalde artikelen van de Wet kinderopvang worden beschouwd als economische delicten en vallen onder de Wet op de Economische Delicten, met hogere boetebedragen. Ook het niet voldoen aan een bevel van een ambtenaar, belast met toezicht, kan strafbaar zijn en leiden tot gevangenisstraf of een geldboete.
Communicatie en Inwerkingtreding Beleid
Het “regionaal beleidskader toezicht en handhaving kinderopvang 2018” wordt bekendgemaakt via publicatie in het gemeenteblad en treedt in werking op de dag na bekendmaking. Dit beleid vervangt het eerdere beleidskader uit 2016. Houders van kinderopvangvoorzieningen worden via een informatiebrief op de hoogte gebracht van het aangepaste beleid.
Rechten en Plichten van Houders
De wet verplicht houders van kinderopvangvoorzieningen om inspectierapporten ter inzage te leggen voor ouders en personeel. Het is tevens raadzaam om een afschrift van het inspectierapport aan de oudercommissie te sturen, zodat deze advies kan uitbrengen over voorgenomen besluiten. Gemeenten kunnen de inspectierapporten ook op hun website publiceren.
Beperkingen van de Beschikbare Informatie
De beschikbare informatie is voornamelijk gericht op de procedures en wettelijke kaders van het toezicht op kinderopvang door de GGD Amsterdam. Er is geen gedetailleerde informatie over de specifieke kwaliteitsaspecten die worden getoetst, de pedagogische praktijk, of de effecten van het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. De informatie is ook beperkt tot de regio waarvoor de GGD Amsterdam verantwoordelijk is.
Conclusie
Het toezicht op de kinderopvang is een belangrijk instrument om de kwaliteit en veiligheid van de opvang te waarborgen. De GGD Amsterdam speelt een cruciale rol in dit toezicht, door middel van inspecties, risicogestuurde aanpak en handhaving. Ouders hebben het recht om informatie te ontvangen over de kwaliteit van de opvang en kunnen meldingen doen bij overtredingen. Het is van belang dat houders van kinderopvangvoorzieningen zich bewust zijn van hun wettelijke plichten en de procedures die worden gevolgd bij toezicht en handhaving.