Tegemoetkoming Kosten Kinderopvang: Recht op Ondersteuning voor Ouders
september 6, 2025
De kinderopvangtoeslag ondergaat verschillende wijzigingen in de komende jaren, met als doel de kinderopvang betaalbaarder te maken, met name voor middeninkomens, en de toegang tot kinderopvang te behouden. Deze aanpassingen omvatten zowel indexeringen van uurprijzen en toetsingsinkomens als wijzigingen in de hoogte van de toeslag zelf. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste veranderingen en wat dit betekent voor ouders.
Vanaf 1 januari 2023 is de kinderopvangtoeslag voor sommige gezinnen verhoogd, als gevolg van gestegen uurtarieven voor kinderopvang en algemene inflatie. De Dienst Toeslagen hanteert maximale vergoedingen per uur, afhankelijk van het type opvang (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang). Deze maximale vergoedingen zijn in 2023 verhoogd om de stijgende tarieven te compenseren. Als ouders een hogere uurprijs betalen dan de maximale vergoeding, wordt alleen het maximale bedrag meegenomen in de berekening van de toeslag. Betalen ouders minder dan het maximum, dan wordt het daadwerkelijk betaalde tarief gebruikt.
In 2024 zijn de maximum uurprijzen verder verhoogd. De maximum uurprijs voor dagopvang steeg naar € 10,25, voor buitenschoolse opvang naar € 9,12 en voor gastouderopvang naar € 7,53. Deze extra verhoging is bedoeld om de maximum uurprijzen beter aan te laten sluiten bij de tarieven die ouders daadwerkelijk betalen, waardoor de kosten voor ouders dalen. De Dienst Toeslagen is al in december 2023 begonnen met het uitbetalen van hogere voorschotten op basis van deze nieuwe maximum uurprijzen.
Voor 2025 zijn verdere aanpassingen in de kinderopvangtoeslag gepland, met een focus op het betaalbaarder maken van kinderopvang voor middeninkomens. Het kabinet heeft € 429 miljoen uitgetrokken voor de verhoging van de kinderopvangtoeslag in 2025, als eerste deel van een groter budget dat tot 2027 is gereserveerd. De aanpassingen betreffen de toeslagpercentages, maximum-uurprijzen en toetsingsinkomens. De verwachting is dat huishoudens met een gezamenlijk inkomen tussen ongeveer € 29.400 en € 159.200 hiervan profiteren.
In 2025 worden de maximum-uurprijzen met 4,83% geïndexeerd en de toetsingsinkomens met 3,87%. De maximum-uurprijzen voor 2025 bedragen daarmee € 10,71 in de dagopvang, € 9,52 in de buitenschoolse opvang en € 8,10 in de gastouderopvang. De maximum-uurprijs voor gastouderopvang wordt extra verhoogd met € 0,21 om de kwaliteit van deze vorm van opvang te verbeteren.
De indexatie van uurprijzen en inkomens is bedoeld om de kinderopvangtoeslag mee te laten bewegen met het gemiddelde prijspeil in de economie. Dit moet ervoor zorgen dat kinderopvang toegankelijk en betaalbaar blijft voor werkende ouders. Door de maximum-uurprijzen iets lager te indexeren, wordt ruimte gecreëerd om het budget voor de vangnetregeling Sociaal Medische Indicatie (SMI) te verhogen.
Ondanks de algemene trend van verhoging van de kinderopvangtoeslag, zijn er zorgen over de potentiële nadelen voor gezinnen met een laag inkomen. Er is een voornemen om de kinderopvangtoeslag in 2026 niet volledig te verhogen met de verwachte prijsstijgingen, wat een besparing van ongeveer € 254 miljoen zou opleveren. Deze bezuiniging raakt alle gezinnen, maar heeft een disproportioneel effect op lage inkomens, omdat zij al een hoog percentage van de opvangkosten vergoed krijgen (96%).
Volgens berekeningen kan een gezin met een laag inkomen voor de dagopvang van twee kinderen in 2026 honderden euro's, en soms meer dan duizend euro, meer kwijt zijn dan in 2023. Dit komt doordat de bezuiniging de reparatie van eerdere prijsstijgingen tenietdoet.
De geplande bezuiniging op de kinderopvangtoeslag heeft geleid tot kritiek vanuit de oppositie in de Tweede Kamer. Er wordt opgemerkt dat de VVD een tegenstrijdige boodschap afgeeft door enerzijds te pleiten voor goedkopere kinderopvang en anderzijds de kosten voor lage inkomens te verhogen.
Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) waarschuwt dat de bezuiniging de drempel voor ouders met lage inkomens om hun kinderen naar de opvang te brengen, verhoogt. Dit is problematisch omdat de samenleving juist baat heeft bij de arbeidsparticipatie van deze groep, bijvoorbeeld in sectoren zoals de zorg waar grote tekorten zijn.
De langetermijndoelstelling is om kinderopvang voor iedereen bijna gratis te maken: 96 procent van de opvangkosten zou in 2027 vergoed moeten worden. In 2026 wordt een tussenstap gezet door het toeslagpercentage te verhogen, maar het precieze percentage is nog niet bekend.
Om de juiste kinderopvangtoeslag te ontvangen, is het essentieel dat ouders recente gegevens doorgeven in Mijn toeslagen. Veranderingen in inkomen of tarieven voor kinderopvang moeten tijdig worden gemeld. De Dienst Toeslagen beoordeelt de toeslag op basis van de actuele gegevens en kan een bericht met de nieuwe berekening sturen via de Berichtenbox van MijnOverheid.
De kinderopvangtoeslag ondergaat aanzienlijke wijzigingen in de komende jaren. De verhogingen in 2023, 2024 en 2025, met name gericht op middeninkomens, zijn bedoeld om de kinderopvang betaalbaarder te maken en de toegang tot opvang te behouden. Echter, er zijn zorgen over de potentiële negatieve impact van de geplande bezuiniging in 2026 op gezinnen met een laag inkomen. Het is belangrijk voor ouders om op de hoogte te blijven van deze veranderingen en om te zorgen dat de gegevens in Mijn toeslagen correct zijn, zodat zij de maximale toeslag kunnen ontvangen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet