Vacatures in de Kinderopvang: Een Overzicht van Mogelijkheden in Rotterdam en Omgeving
september 6, 2025
De financiering van kinderopvang en de mogelijkheden tot terugvordering van kosten zijn complexe onderwerpen, waarbij verschillende instanties en regelingen een rol spelen. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige situatie, gebaseerd op beschikbare gegevens, met betrekking tot de ontvangsten, terugvorderingen en gemeentelijke bijdragen in de kinderopvang.
De totale ontvangsten uit kinderopvang bestaan uit drie hoofdonderdelen: algemene ontvangsten, terugontvangsten kinderopvangtoeslag en de werkgeversbijdrage kinderopvang. De algemene ontvangsten betreffen de eigen bijdrage die ouders betalen voor inschrijving in het Personenregister Kinderopvang. De terugontvangsten betreffen vorderingen van reeds verstrekte kinderopvangtoeslag die in eerdere jaren ten onrechte zijn uitgekeerd. De werkgeversbijdrage is een vast percentage (0,5%) van de totale loonsom.
De verwachting is dat de terugontvangsten kinderopvangtoeslag in 2024 en 2025 stabiel blijven of licht toenemen, maar vanaf 2027 een sterke afname zullen laten zien. Dit is een direct gevolg van de herziening van het financieringsstelsel voor de kinderopvang, waardoor het aantal terugvorderingen vermindert. De totale loonsom en daarmee de werkgeversbijdrage zullen naar verwachting licht toenemen.
De arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven. In 2023 werkten vrouwen tussen de 15 en 75 jaar gemiddeld 27,9 uur per week, terwijl mannen in dezelfde leeftijdscategorie gemiddeld 36,0 uur werkten. Er is een lichte stijging te zien in het aantal gewerkte uren door moeders met jonge kinderen (0-11 jaar), van 27,5 uur in 2021 naar 28,2 uur in 2023. Vaders met jonge kinderen werkten in 2023 gemiddeld 40,0 uur per week, een lichte daling ten opzichte van 2021 (40,4 uur). De gegevens uit 2022 laten een stijging zien in het aantal gewerkte uren door vrouwen en moeders met jonge kinderen ten opzichte van 2021, terwijl mannen en vaders met jonge kinderen juist iets minder uren werkten.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om te controleren of de verstrekte tegemoetkoming rechtmatig is, en hebben hiervoor een bewaarplicht ingesteld. Indien een besluit tot tegemoetkoming wordt ingetrokken of gewijzigd, kan de gemeente het reeds betaalde bedrag terugvorderen. De regels voor terugvordering zijn grotendeels gebaseerd op de bepalingen uit de Wet werk en bijstand (Wwb). Dit betekent dat het teruggevorderde bedrag verrekend kan worden met toekomstige tegemoetkomingen. Bij de terugvordering moet de gemeente duidelijk aangeven op welke wijze dit zal gebeuren.
De hoogte van de gemeentelijke tegemoetkoming is afhankelijk van de draagkracht van de ouders. Bij het vaststellen van de draagkracht wordt aangesloten bij de tabel die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is vastgesteld voor de tegemoetkoming in de kosten kinderopvang. Voor ouders met een inkomen tot het minimum niveau wordt een extra bedrag (KOA-kopje) toegevoegd.
Het vermogen van de ouders wordt ook meegenomen in de berekening. Ouders met een vermogen boven een bepaalde grens komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming. Wanneer kinderen speciale zorg nodig hebben, kunnen de extra kosten voor de opvang mogelijk ook worden vergoed, waarbij de individuele omstandigheden worden meegewogen.
Er zijn specifieke regelingen voor situaties waarin een van de ouders om sociale of medische redenen niet zelf voor het kind kan zorgen. In een twee-oudergezin wordt de andere ouder geacht voor het kind te zorgen. Kinderopvang is pas nodig wanneer voor beide ouders een situatie met verminderde zelfredzaamheid (SMI) geldt en de opvang niet op een andere manier kan worden geregeld. Ook kan kinderopvang nodig zijn wanneer een van de ouders een SMI heeft en de andere ouder werkt, naar school gaat of een traject naar werk volgt.
In gevallen waarin een ouder werkt en de andere ouder een SMI heeft, is er vaak geen recht op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Deze ouders zijn dan volledig afhankelijk van een tegemoetkoming van de gemeente.
Ouders hebben een inlichtingenplicht en dienen alle relevante informatie te verstrekken aan de gemeente. De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen rechtstreeks betaald aan de ouder, op voorwaarde dat een bewijs van de betalingsverplichting van de kinderopvang wordt overgelegd. De gemeente kan in uitzonderlijke gevallen een andere betaalwijze toestaan.
Er zijn situaties waarin geen recht bestaat op een tegemoetkoming. Dit is het geval wanneer de ouder niet tot de aangewezen categorieën behoort, niet voldoet aan de gestelde eisen, of reeds in een ander verband een vergoeding ontvangt voor de kosten van kinderopvang.
In maart 2023 is een herziening van de gebruikte tabellenset doorgevoerd. De maximum leeftijd voor het totaal aantal kinderen in bepaalde tabellen is met één jaar verhoogd om de vergelijking met gegevens over kinderopvangtoeslag te verbeteren. Daarnaast zijn de percentages in de tabellen nu berekend ten opzichte van het totaal aantal kinderen, in plaats van alleen de kinderen in formele kinderopvang. Ook is er een verfijning aangebracht in de selectie van kinderen van 2,5 tot 4 jaar, waarbij alleen thuiswonende kinderen worden meegenomen.
Artikel 22, tweede lid, beschrijft een gemeentelijke bijdrage van 3,5% voor ouders die voldoen aan specifieke categorieën. De hoogte van de tegemoetkoming varieert afhankelijk van de categorie waartoe de ouder behoort.
De financiering van kinderopvang is een complex samenspel van nationale regelingen, gemeentelijke beleidsmaatregelen en individuele omstandigheden. De terugontvangsten van kinderopvangtoeslag zullen naar verwachting afnemen door de herziening van het financieringsstelsel. Gemeenten spelen een cruciale rol bij de beoordeling van de draagkracht van ouders en de verstrekking van tegemoetkomingen. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te informeren over de mogelijkheden en verplichtingen, en om tijdig contact op te nemen met de gemeente bij vragen of onduidelijkheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet